foto: shutterstock.com
Privacy, als jij je er niet druk om maakt, dan bevind je je waarschijnlijk in een geprivilegieerde positie. Dat stelt Hans De Zwart, directeur van het Nederlandse Bits of Freedom dat strijdt voor privacy en digitale rechten: “Wij maken ons nu al druk over iets waar zich in de toekomst iedereen druk over zal gaan maken“.
Don't run away from this. This affects all of us!
‘Don't run away from this, Dude! Goddamnit, this affects all of us! Our basic freedoms! - Fighting for digital rights @bitsoffreedom’, schrijft Hans de Zwart in zijn Twitter-bio.
De Zwart (lachend): “Het is een citaat uit mijn favoriete film The Big Lebowski. Mensen die de film goed kennen, herkennen die zin meteen en voor andere mensen is het wel iets dat op mijn werk slaat. Een mix van ironie en serieus.”
foto: Hans De Zwart (Bits of Freedom) door Maarten Tromp
Ik heb de film gezien, uiteraard, maar had de zin niet herkend en ga daarom met de privacystrijder verder op hoe de zin op zijn werk slaat. Waarom is het nodig te zeggen dat mensen niet van je moeten weglopen. Het is ook herkenbaar op Bloovi: als we naar de cijfers kijken, valt het op dat artikels over privacy minder vaak worden gelezen. Willen mensen het niet horen, begrijpen ze het niet, interesseert het ze niet?
Privacyproblematiek lijkt in een zekere zin op de klimaatproblematiek
De Zwart: “Ik denk dat een aantal karakteristieken van de privacy-problematiek ervoor zorgt dat het voor mensen moeilijk is zich daarin te verplaatsen of er zich echt zorgen over te maken en een handelingsperspectief te krijgen. In die zin lijkt het op de klimaatproblematiek.
Wat je merkt, is dat op het moment dat je privacy heel concreet maakt en er ook een handelingsperspectief is mensen het superbelangrijk vinden. Als wij een blogpost schrijven over de manier waarop Windows 10 zonder het jou te vragen allemaal data van je kaapt, is dat een moment waarop mensen ineens wel luisteren en actie ondernemen. Het is aan ons om de problematiek zo te vertalen dat mensen er actief op worden.
foto: shutterstock.com
Het heeft voor een deel ook te maken met een gebrek aan verbeeldingskracht en een geprivilegieerde positie: als jij je geen zorgen over je privacy hoeft te maken, betekent dat dat je waarschijnlijk niet werkzoekend bent, dat je geen vluchteling bent, dat je niet een stalkende ex hebt, dat je geen psychiater, dokter of journalist bent. Dan kun je het je veroorloven om er niet over na te denken en daar moet je blij mee zijn.”
Zonder privacy geen ik
Toch is De Zwart ervan overtuigd dat privacy ons allemaal aangaat en om onze basisvrijheden gaat: “Wellicht is het zo dat het moeilijk is, wel denk ik dat deze problemen steeds urgenter worden. Omdat er zoveel data door de maatschappij vloeien, zie je dat men op steeds meer plekken algoritmisch, op basis van data, beslissingen neemt, voorspellingen doet en inschattingen maakt. Wij zijn early to the party: wij maken ons nu al druk over iets waar zich in de toekomst iedereen druk over zal gaan maken.”
“Privacy is een moeilijk concept,” zegt De Zwart. “Het gaat over het vermogen om zelf in controle te zijn over wat je wel en niet deelt over jezelf. En dus ook de mogelijkheid hebben je even terug te trekken in de privésfeer en daarmee je eigen ik te definiëren. Zonder privacy is er geen ik.”
Kortetermijnkansen beter in beeld dan langetermijnrisico’s
“Als je mij vraagt hoe het komt dat grote groepen mensen het geen enkel probleem vinden dat we door het bedrijfsleven permanent gesurveilleerd worden,” gaat hij verder, “Dat elk nummer dat je afspeelt op Spotify, dat elk boek dat je leest bij Amazon, elke video die je kijkt op Netflix en YouTube, elke zoekopdracht in een zoekmachine ergens wordt opgeslagen, dan zeg ik dat we dat hebben geaccepteerd, omdat we gemak zo prettig vinden.
foto: shutterstock.com
We hebben kortetermijnkansen gewoon veel beter in beeld, dan langetermijnrisico's. Net zoals het voor ons veel makkelijker is om bang, dan moedig te zijn. Veruit het grootste gedeelte van ons evolutionair bestaan was het vooral handig dat we niet al te lang nadenken als er iets ergs gebeurt, maar gewoon zo snel mogelijk wegrennen. Om die angstreflex dan tegenover het belang van een vrije democratische rechtstaat te zetten, is best veel gevraagd voor onze oude breinen.
De reden waarom de overheid absurd veel bevoegdheden aan zichzelf toe-eigent en steeds verder het privédomein indringt, is omdat we bang blijven.
Maar een mooie metafoor van Bruce Schneier is dat als we niet oppassen de consequentie is dat we dan in een wereld komen te leven waarin je permanent het gevoel hebt dat je naast een politieauto rijdt.
Ik herken dat heel erg, als ik naast een politieauto rij, dan voel ik me ongemakkelijk, dan check ik toch even of ik mijn gordel wel aan heb en of ik niet vijf kilometer te hard rij. Dat is ook niet het moment waarop je even iets geks gaat doen.
En een van de dingen die we volgens mij collectief onderschatten, is het effect van continu geobserveerd te worden. We weten dat we ons heel anders gedragen als we bekeken worden en dat is heel beperkend voor onze creativiteit en de manier waarop we in het leven staan. Het zet echt druk op de sociale integriteit van de maatschappij.”
Kloof data-haves en data-have nots
foto: shutterstock.com
Wat er volgens De Zwart aan het gebeuren is, is dat de kloof tussen de data-haves (overheden en grote bedrijven) en de data-have nots (burgers) groeit: “Zij die de data, en dus de informatie, in handen hebben, bepalen de bandbreedte van wat je kunt doen in de publieke ruimte en überhaupt qua gedrag. Die relatie is op dit moment heel asymmetrisch, omdat al die data voornamelijk terechtkomt bij een paar grote bedrijven in Silicon Valley en die bedrijven zijn het toegangsportaal voor de overheid om bij die data te komen en wij als burger kunnen dat niet.
Waar het eigenlijk normaal zou zijn dat de overheid en het bedrijfsleven transparant zijn en wij als burgers en consumenten privé kunnen zijn, komen we dus langzaamaan in een omgekeerde wereld te leven.
"Je wordt op allerlei manieren gedwongen of verleid om maar zoveel mogelijk data in te leveren, omdat dat de best mogelijke dienstverlening zou opleveren, terwijl die dienstverlening zelf totaal niet transparant is in de manier waarop zij zelf haar beslissingen neemt.”
Smart cities: smart voor wie?
Vanuit die kloof gezien is het dan nog maar de vraag of je blij moet zijn in een smart city zoals bijvoorbeeld Gent, te wonen.
foto: shutterstock.com
De Zwart: “Ik zou daar toch wel een kritische houding tegenover aannemen. Adam Greenfield, een bekende criticaster van het smart city-denken, zegt dat het woord ‘smart’ afgrijselijk is: voor wie is het smart en waar gaat het eigenlijk over? Als je het uitpluist, dan blijkt het eigenlijk altijd te gaan over controle en dus macht. Als je er gewoon wat beter naar kijkt, blijkt het te gaan om het volgen van mensen zodat we ze beter kunnen manipuleren en beter hun gedrag kunnen voorspellen.
Maar, dan roept zich meteen de vraag op: wie zit aan het stuur en wat zijn de doelstellingen van de personen die achter het stuur zitten? Het hele idee dat voor iets zo dynamisch als een stad, een tool zou bestaan waarmee je het geoptimaliseerde Gent krijgt: iedereen weet dat je het niet op alle dimensies zo goed mogelijk kunt doen. Als je iets belangrijker maakt, gaat dat altijd ten koste van iets anders en het zou kunnen dat andere mensen juist net dat wat verloren gaat belangrijk vinden.”
Toekomst van privacy
Hans de Zwart ziet dat mensen de controle over hun data aan het teruggrijpen zijn: “Steeds meer mensen worden zich bewust van de privacyproblematiek en willen daarin bewuste keuzes maken. Daarom denk ik dat het zeker mogelijk gaat zijn om privacy te redden en in de toekomst ook in het digitale domein op een nette manier, zoals in je eigen huis, je terug te kunnen trekken en jezelf te kunnen zijn.”
foto: shutterstock.com
Dat is ook waar Bits of Freedom zich hard voor maakt: “We willen een wereld bereiken, waarin we met elkaar kunnen communiceren zonder dat er iemand meeluistert en waar we vrij kennis met elkaar kunnen delen en elkaar kunnen informeren. Dat is geen anarchistisch perspectief waarin alles maar moet kunnen.
Wat volgens de wet niet mag, mag ook niet op internet en mensen die dingen doen die niet door de beugel kunnen, moeten vervolgd worden. Het punt is dat het internet zo werkt dat het superbelangrijk is dat we veilig met elkaar kunnen communiceren en dat je de intimiteit die daarvoor nodig is, de persoonlijke levenssfeer en de mogelijkheid om je uit te drukken op de manier die jij wilt, niet mag verzwakken.”