Weinig mensen die zo bevlogen kunnen vertellen over technologie als Martine Tempels. Naast haar rol als Executive Vice President bij Telenet is ze de founding mother van CoderDojo in België. “Eigenlijk zou elk kind op school moeten leren programmeren”, vindt Tempels. “Coderen is geen technische skill, maar een manier van denken. Het traint ons abstract denkvermogen en leert ons probleemoplossend denken. Is er iéts waar we in de toekomst meer nood aan hebben?”
Radicaal andere manier van werken
Het is geen toeval dat Martine Tempels van bij haar thuis, over een videoverbinding, antwoordt op onze vragen. De Executive Vice President van Telenet pleitte al vroeg in de coronacrisis voor een radicaal andere manier van werken. “Toen we in lockdown gingen en telewerk bijna van de ene dag op de andere verplicht werd, was er overal paniek. Maar wij merkten hier bij Telenet eigenlijk al heel snel dat we perfect vanop afstand konden werken en samenwerken. De productiviteit leed allerminst onder het telewerk en veel van onze medewerkers gaven aan dat er een pak stress wegviel.”
“We hebben als één van de eerste bedrijven in België beslist om telewerk structureel te verankeren. Onze medewerkers kunnen drie dagen per week thuiswerken. We meten dat niet op weekbasis, maar op kwartaalbasis. Als je dat wil, kan je dus gerust ook een maand aan een stuk vanuit Spanje werken. Het kantoor blijft waardevol als creatieve ontmoetingsplek. Niét als een plek waar iedereen naast elkaar in stilte op de computer zit te tokkelen. Dat kan voor de mensen evengoed, en zelfs veel beter, thuis of op een andere plek. Maar het menselijk contact is dus ook iets is dat we hard nodig hebben!”
Fascinatie voor technologie
Zoals Tempels nu een pionier als het over telewerk gaat, is ze dat al heel lang op gebied van IT en technologie. “Ik was als kind al gefascineerd door technologie”, vertelt ze. “We hadden op school een vak ‘Technologische Vorming’ en ik haalde daarvoor altijd 10 op 10. Ik koos voor de richting Wiskunde-Wetenschappen en bleef een beetje op mijn honger zitten.”
“Daarna ben ik filosofie gaan studeren in de veronderstelling dat ik via die opleiding zou leren hoe mensen werken. Dat was niet zo maar ik heb wel veel aan die studie gehad. Nadien heb ik nog een licentie Bedrijfskunde gehaald en ben ik aangeworven door een IT-bedrijf. Toen hadden ze al een tekort aan IT’ers, we slepen dat al mee van eind jaren ‘80. Ik hapte vooral toe omdat ik eerst een opleiding van een jaar mocht volgen in Nederland.”
“IT stond toen nog in zijn kinderschoenen. Ik leerde zelf programmeren en voelde me meteen als een vis in het water in die nieuwe wereld. Ken je Bram Vanderborght? Hij is professor Robotica aan de VUB en ontwikkelt robots die mensen assisteren. Dat gaat van robotprotheses en robotskeletten die mensen helpen revalideren tot een sociale robot die kinderen met autisme helpen communiceren. Ik sta daar vol bewondering naar te kijken. Mocht die technologie al hebben bestaan toen ik jong was, dan is dat wat ik zelf had willen doen.”
Tienduizenden kinderen leren programmeren
Tempels trekt niet alleen bij Telenet aan de technologische kar. Ze is ook de oprichter en voorzitster van CoderDojo, het programma dat over het hele land kinderen tussen 7 en 17 jaar leert coderen. “In 2012 werd ik uitgeroepen tot ICT Woman of the Year. Ik heb me toen voorgenomen om echt een ambassadeursrol op te nemen, om kinderen en vrouwen warm te maken voor ICT en voor technologie.”
“Er was toen iets raars aan de gang in het secundair onderwijs”, zegt Tempels. “De digitalisering rukte op maar kinderen en jongeren kregen een dégout van IT. Wat leerden ze op school? Word en Excel. Logisch dat je daar dan niet wild enthousiast wordt. Coderen? Daar kregen ze helemaal niets van mee. Holy shit, dacht ik, we zijn hier een verloren generatie aan het kweken.”
In datzelfde jaar ging ze op zakenreis naar Ierland. “Daar ontmoette ik de oprichter van CoderDojo, een high school drop-out die zichzelf had leren programmeren en bij duizenden kinderen en jongeren hetzelfde deed. Ik moest en zou dat concept naar België brengen. In maart 2013 is de eerste CoderDojo-club gestart. Vandaag hebben we in heel het land 150 clubs en leren 3.000 vrijwilligers kinderen tussen 7 en 17 jaar programmeren in hun vrije tijd.”
Ik hoor en lees voortdurend dat de kinderen en jongeren van vandaag digitale natives zijn. Dat klopt helemaal niet
“CoderDojo vervangt de school niet, maar moet je zien als een aanvulling”, benadrukt Tempels. “We hebben heel erg goed onderwijs, dat wil ik absoluut benadrukken. Maar nu pas komt er ook een generatie leerkrachten voor de klas staan die digitale didactiek heeft meegekregen in hun opleiding. Ik hoor en lees voortdurend dat de kinderen en jongeren van vandaag digitale natives zijn. Dat klopt helemaal niet. Het is niet omdat je vergroeid bent met je smartphone en blindelings de weg vindt online dat je een digital native bent.”
“ICT gaat immers veel verder. Coderen is veel meer dan een technische skill, het is echt een manier van denken. Door te leren coderen, leer je logisch en probleemoplossend denken. Al programmerend krijgt je abstract vermogen vorm. Is er iéts waar we de komende jaren meer nood aan hebben? Ik vind dat elk kind op school moet leren programmeren. (lacht) Tot het zo ver is, vullen wij met CoderDojo dat gat.”
Coolheidsfactor de hoogte in
De coronacrisis en de opeenvolgende lockdowns hadden ook een zware impact op de kinderen bij CoderDojo, legt Tempels uit. “In 2019 hebben we met CoderDojo nog 18.000 sessies gegeven. Een topjaar! 2020 was moeilijk. Elk jaar organiseren we Belgium’s Coolest Projects, een technologiebeurs waar onze jonge makers tonen wat ze gebouwd hebben. Dat is onze hoogmis. Vorig jaar, net voor COVID-19 losbarstte, was dat een groot event in Technopolis en hadden we 65 projecten. Dit jaar werd het noodgedwongen een digitale beurs. In 2021 hadden we afgelopen weekend 42 projecten, wat al een pak beter is dan de eerste online editie in 2020. Gezien de omstandigheden vind ik dat nog altijd een geweldige prestatie, maar het is natuurlijk wel een halvering.”
“Al onze sessies moesten het voorbije jaar overwegend digitaal doorgaan. Dat weegt op de motivatie van onze vrijwilligers. Dat zijn mensen met een digitale job, die in hun professionele leven al elke dag achter een scherm zitten. Voor hen waren die CoderDojo-sessies ook een uitlaatklep, een manier om kinderen iets bij te brengen in een warme, menselijke omgeving.”
Het groepsgevoel en het netwerk zijn bij CoderDojo minstens even belangrijk als het coderen op zich
“Coderen lijkt voor buitenstaanders misschien een eenzame bezigheid die je evengoed thuis achter je computer kan doen. Maar het groepsgevoel en het netwerk zijn bij CoderDojo minstens even belangrijk als het coderen op zich. Veel kinderen hadden jarenlang het gevoel dat ze nergens bij hoorden. Je ziet introverte kinderen helemaal openbloeien als ze hun talent ontdekken en onder aanmoediging van leeftijdsgenootjes hun creaties tonen. Door te coderen, maken ze vrienden en gaat hun coolheidsfactor de hoogte in. De Ierse oprichter van CoderDojo vertelde hoe hij op de speelplaats andere kinderen toonde hoe je een iPod kon hacken. (lacht) Minstens even cool als goed kunnen voetballen.”
“Ik wil echt eens tijd maken om de kinderen van de allereerste CoderDojo-lichting van 8 jaar geleden op te zoeken. Heeft CoderDojo hun passie voor technologie aangewakkerd? Zijn ze verder gegaan in die richting? Dat moet niet, kinderen hebben veel passies en dromen, maar ik ben razend benieuwd naar wat ze met die vaardigheden hebben gedaan die ze in de codeerclubs hebben geleerd.”
We hebben fantastische voorbeelden, benadrukt Tempels. “Neem nu Manon Van Hoorebeke die bij CoderDojo leerde programmeren en vandaag op haar 17de zelf coach is. In 2014 werd ze al verkozen tot European Digital Girl of the Year en een paar maanden won ze de internationale Prix les Margaret die meisjes ‘who shape the world’ bekroont. De Franse minister van Educatie noemde haar letterlijk ‘een rolmodel’. Meisjes als Manon zijn een ongelooflijke inspiratiebron.”
Gezocht: vrouwelijke rolmodellen
Tempels heeft een extra zwak voor de meisjes bij CoderDojo. “Ik wil écht die perceptie over meisjes en technologie veranderen. In landen als Zuid-Korea en India is het de normaalste zaak van de wereld dat meisjes zich op technologie storten. Het is echt een vrouwenwereld, minstens evenveel dan een mannenwereld. Op onze Belgische hogescholen kwamen er jaar na jaar in alle richtingen meer meisjes. Behalve één: Computerwetenschappen.”
“Om de perceptie te keren, hebben we rolmodellen nodig. Ik zat eens in de jury van een wedstrijd voor start-ups en daar kwam een jonge vrouw pitchen die in het kader van haar doctoraat een toestel had ontwikkeld om kanker al in een vroeg stadium te detecteren. Bijzonder innovatief, tien keer betaalbaarder dan andere oplossingen in de markt. Na haar pitch ben ik op haar afgestapt en heb ik haar gevraagd of ik haar mocht inzetten als rolmodel voor andere vrouwen. De volgende dag belde ze me, ze zei dat ze zich geen rolmodel voelde en legde uit dat ze haar toestel had ontwikkeld omdat ze twee grootouders had verloren aan kanker. Dat was haar drijfveer.”
“Zeker voor meisjes moeten we het bij technologie veel meer over purpose hebben. We moeten niet vertellen hoe technologie in elkaar zit of wat ze precies doet, wel hoe ze de wereld beter maakt.”