Wetenschappers aan de Washington University hebben ons iets nieuws bezorgd om na te denken over de steeds verder gaande gevolgen van internet. Ze zijn erin geslaagd om één brein twee lichamen te laten besturen. Praktisch, leuk of gewoon creepy?

Poppenkast met echte mensen

Het is al langer geweten dat onze hersenen golven uitsturen tot buiten de schedel. Het toestel om deze golven te meten en deels te interpreteren heet een “electroencephalography machine” (EEG). Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid om bepaalde hersengebieden te stimuleren dankzij de “transcranial magnetic stimulation coil”. Dit wordt gebruikt voor onderzoek, maar heeft ook al praktische toepassingen in de medische wereld.

Aan de universiteit in Washington wilde men een stapje verder gaan door de twee te combineren. Eén persoon die de hersengolven laat meten, een tweede die de impulsen ontvangt en gestimuleerd wordt. Het medium om de vertaling van “lezen” naar “schrijven” te maken: het internet. Wetenschapper (en leider van het project) Rajesh Rao ontwikkelde samen met enkele doctoraatstudenten een applicatie om dit mogelijk te maken.

Dit is hoe het experiment verliep (ik gebruik voor het schrijfgemak ‘Alice & Bob’ als proefpersonen): Alice plaatste zich voor een computer met een cap op haar hoofd om de hersengolven te meten. Bob zat aan de andere kant van het domein, ook voor een computer, maar met een cap op zijn hoofd om de hersenen impulsen te geven.
Alice en Bob hadden exact hetzelfde spelletje openstaan op hun computer. Alice ging vervolgens een kannon afschieten in het spel, maar enkel in gedachten. Ze deed dus geen fysieke bewegingen, maar beelde zich enkel in dat ze op de spatiebalk duwde om te schieten. Het opmerkelijke resultaat: de impuls werd opgepikt, via internet overgezet en door Bob ontvangen. Vervolgens drukte Bob ook werkelijk op de spatiebalk zonder dit van plan te zijn. Bob wist ook niet wat of wanneer Alice iets ging doen.

Het voelde als een zenuwtrek

De proefpersoon die Bob speelde in dit verhaal, wist achteraf te vertellen dat het aanvoelde als een zenuwtrek.
Dit is de allereerste keer dat men erin geslaagd is om één brein twee lichamen te laten besturen. Meer nog, het was de eerste keer dat men in het ene lichaam beweging kreeg, door impulsen vanuit het brein in een tweede lichaam. Voorlopig gaat het hier om eenrichtingsverkeer, communicatie vanuit één brein naar een ontvanger. Volgens Rao is de volgende stap om twee breinen in twee richtingen met elkaar te laten communiceren.

Ik vond het een beetje creepy

Rao stelt dan wel dat de technologie nog niet ver genoeg staat om iemand complexe bewegingen te laten uitvoeren, maar we weten ondertussen hoe snel het kan evolueren. Bekijk maar eens het filmpje hieronder. Michio Kaku legt hier uit dat “het gedurende de komende decennia mogelijk zal worden om brain-to-brain communicatie te realiseren.” Let op het woord “decennia” en op de datum van het filmpje: 26 september 2012.

 

Verder stelt Rao ons nog gerust dat dit alles lang nog niet mogelijk is bij mensen die het niet willen of die het niet weten. Maar hij voegt hier heel subtiel aan toe: “nog niet”.

Wat hebben we hier als mens aan?

Voorlopig wordt er nog niet veel gesproken over mogelijke toepassingen van deze technologie. Wel legt Kaku in het bovenstaande filmpje dat dit de volgende stap is na een ‘intelligent virtueel netwerk’, het internet dus. We zullen ooit in staat zijn om emoties met elkaar te delen via internet. Maar dan echte emoties en niet de emoticons die vaak niet de echte emotie weerspiegelen van de afzender.

Dit zou het moeten mogelijk maken om op afstand nog veel dieper te communiceren met mensen, wat goed is voor bijvoorbeeld familie en vrienden die ver van elkaar wonen. Maar als we nu al zien dat er meer individualisme komt en dat mensen zich steeds meer online sociaal gedragen en niet meer offline, dan stel ik me toch de vraag of zo’n technologie dit fenomeen niet enkel zal versterken. Wie de film Wall-E gezien heeft, kan zich een beeld vormen van hoe dit er zou uitzien.

Maar het kan ook op een andere manier. Stel dat je je IKEA-kast niet in elkaar krijgt. Wie weet zullen zij ooit een deel van de customer service inzetten om eventjes jouw lichaam “over te nemen” en de kast vanop afstand met jouw handen in elkaar te steken.

Het brein beter begrijpen

Dankzij het internet kunnen we het brein beter begrijpen, zeker met deze laatste evoluties. En dat is dan weer het voordeel van dit soort onderzoeken. Hoe beter men het brein begrijpt, hoe beter men er mee omkan, logisch. Comapatiënten kunnen steeds beter behandeld worden, bepaalde mentale aandoeningen zijn efficiënter aan te pakken enzovoort.

Ruimte, het universum, wordt “the final frontier” genoemd. Maar het brein en bewustzijn is minstens evenwaardig, zij het een stukje kleiner qua formaat.

Wat vind jij hiervan?