Ik vind het bizar dat kinderen nog altijd exact dezelfde leerstof leren zoals jaren geleden. Vooral door het feit dat de wereld radicaal anders is geworden door de komst van het internet houdt dit niet langer steek. Scholen zijn al lang bezig met digitale toepassingen, maar deze blijven vaak té beperkt. Het is tijd dat het onderwijs het volledige potentieel van het internet omarmt.
Scholen werden aanvankelijk opgericht om kennis en vaardigheden aan te leren. Vandaag brengen leerlingen een groot deel van hun tijd door op het internet en is dat internet dé ultieme bron geworden om nieuwe zaken bij te leren. Het is bizar dat het onderwijs het volledige potentieel van het internet nog niet omarmt.
De omschakeling naar digitale leervormen is natuurlijk een zeer moeilijk proces om op gang te zetten én vol te houden. Toch is het broodnodig. Het internet is immers een radicale verandering, die een sterke invloed heeft op hoe met informatie.
Het veranderde leergedrag
We bouwen onze kennis meer en meer op door bijdragen van anderen te lezen, te bespreken en te verwerken in de digitale wereld. Ik vraag me dan af in hoeverre wij klaar zijn om een modern onderwijsbeleid uit te voeren. Een onderwijsbeleid waar leerlingen het internet bewuster en onderwijsgerichter leren gebruiken en meer in interactie komen en informatie uitwisselen met medeleerlingen uit andere binnenlandse of buitenlandse onderwijsinstellingen zonder dat ze zich moeten verplaatsen.
Ze doen dit misschien al voor hun schooltaken, maar op hun eigen manier, in een andere omgeving dan de school en meestal zonder professionele begeleiding. We zien dikwijls in onze maatschappij tot welke negatieve resultaten en incidenten het onbewust internetgebruik bij jongeren kan leiden. Radicalisering, egoïsme en geweld zijn een aantal voorbeelden daarvan.
Bovenstaande figuur van Voogt en Roblin geeft een overzicht van de benodigde vaardigheden voor de 21ste eeuw. Naast taal en rekenen en kernvakken, zijn ook de competenties zoals: samenwerken, creativiteit, ICT geletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale- culturele vaardigheden van belang.
Ze resulteren samen tot een betrokken, ondernemend en nieuwsgierige algemene houding bij de leerling. Digitale technologieën kunnen hier een ontzettend grote en kostefficiënte bijdrage aan leveren. Ze vormen samen ook een alternatief aan de scholen en net daarom moeten de beleidmakers hen in het onderwijs inbouwen om de nodige bijsturing te kunnen geven aan dit alternatief.
De nieuwe regering geeft de nodige vrijheid aan de onderwijsinstellingen om hun onderwijstechnieken flexibel aan te passen. Echter, er moet ook een algemene motivatie en bewustzijn ontstaan bij de onderwijsinstellingen en het publiek.
Ik vind dat de staat hier ook een trekkende rol in moet spelen door eerst de rol van de digitale technologieën in het onderwijs te beschrijven. Het gebruik van de digitale technologieën is meestal meer succesvol als een aanvulling in plaats van een vervanging voor de bestaande methoden. Daarom is het van enorm belang om te identificeren in welke aspecten het als aanvulling kan gebruikt worden of eventueel wat het zal vervangen.
Nieuwe school, nieuwe leerkracht
De digitale geletterdheid van de leerlingen verhogen is al een agenda punt in de beleidsnota maar de internalisering van de digitale technologie bij de leerkrachten en onderwijsinstellingen is ook noodzakelijk.
Leerkrachten moeten voortdurend opgeleid worden over de ontwikkelingen rond de relatie tussen de digitale technologieën en het onderwijs. De leerstof moet zeker aangepast worden aan de nieuwe behoeften van de leerlingen. De leertechnieken moeten radicaal herzien worden door rekening te houden met de invloeden van de digitale wereld op de leerlingen.
De positie van de leerkracht moet bijgevolg ook verschuiven van een informatieverstrekker naar een motiverende begeleider. In die zin vind ik dat de leerkracht meer een coach, ’een wijze man’ moet zijn die de leerlingen motiveert om kennis op te bouwen rond een bepaalde thema en die de leerlingen begeleidt bij hun zoektocht naar relevante informatie.
We leven in een tijdperk waar we meer informatie- en kennis-afhankelijk worden van elkaar. Bovendien leren we meer en meer door met anderen te communiceren op een constructieve manier. Informatie veroudert snel en tegenwoordig is het doodnormaal om zo dikwijls mogelijk geüpdatet te worden van de nieuwste ontwikkelingen.
Het is tijd voor een nieuwe manier van het leren dat gebaseerd is op de connectiviteit met anderen. Terwijl de huidige onderwijstechnieken rekening houden met het behavioristisch, cognitief en in beperkte mate constructief leren, komt het connectiviteit gericht leren niet aan bod.
Het is van enorm belang om dit nieuw leergedrag ook in te bouwen in het onderwijs zodat de nieuwe generaties leren hoe ze de voortdurende informatiestroom moeten beheren en hoe ze kennis kunnen opbouwen door met anderen op de digitale wereld te communiceren.