Foto: shutterstock.com
Elk jaar opnieuw wordt tijdens de Week van de Mobiliteit een lans gebroken voor duurzame mobiliteit. Van 16 tot en met 22 september kon je dus opnieuw het stof van uw fietszadel blazen en u heel even koning van uw autovrije straat te wanen. Een nobel initiatief ook om de autominnende Belg nog eens kennis te laten maken met de wondere wereld van het openbaar vervoer, doordat we ons vehikel een misschien een tijdje op stal kunnen laten. Maar de week zou je ook tot denken moeten aangezet hebben over het verjagen van het Belgisch mobiliteitsmonster. U kent het wel. De files natuurlijk.
Highway to hell
Er is al veel over gezegd. Te veel eigenlijk. Ja onze files zijn duur (511 miljoen euro in Brussel alleen). Ja onze files maken ons ook economisch oninteressant (ook Nederland ging aan het klagen). En ja, ze zorgen voor veel luchtvervuiling. Maar het gaat nog verder. Canadese onderzoekers brachten files en lange pendeltijd zelfs in verband met een lager geluksgevoel en zelfs met obesitas.
"It’s a mystery why the two cities that suffer the most road congestion on the planet are located in the kingdom of Belgium. Perhaps we should call in fictional Belgian detective Hercule Poirot to solve the case," -forbes.com
Dynamisch verkeersmanagement
Maar is die oplossing voor het fileprobleem echt zo mysterieus als Forbes beweert? Al verscheidene jaren wordt er -terecht- geïnvesteerd in de zogenaamde ‘dynamische signalisatie’ en intelligente transportsystemen (ITS).
Hoe werkt die techniek? Wanneer een camera langs de weg een file detecteert, wordt het filebord een kilometertje eerder geactiveerd. Tegelijkertijd krijgt ook de camera op deze locatie het bevel om het verkeer in de gaten te houden. Wanneer die op zijn beurt een file detecteert, wordt de apparatuur nog vroeger geactiveerd. En zo wordt het principe doorgetrokken.
De kracht van video analytics & een flinke brok data
Een camera vandaag kan heus wel meer dan enkel flitsboetes bij u in de bus laten belanden of uw huis bewaken. Een moderne, digitale netwerkcamera wordt verbonden op een netwerk en vanaf daar zijn de mogelijkheden in principe eindeloos. Eigenlijk zijn het kleine computers die, afhankelijk van welke software erop draait, verdacht gedrag kunnen detecteren, vroegtijdig rook kunnen detecteren om brand te voorkomen, heat maps maken van bezoekersstromen in winkels of op festivals. En onze files detecteren natuurlijk.
De volgende stap is evident: die enorme berg data laten analyseren op zoek naar werkbare informatie. In het geval van onze files: hoe laat beginnen ze? Hoe lang duren ze? Hoe beginnen ze? Wat is de gemiddelde snelheid van punt A tot punt B? Hoeveel auto’s rijden er op de Brusselse ring tussen 7u30 en 8u30? Hoeveel procent daarvan is vrachtverkeer? En we zijn vertrokken.
En wat doet de overheid?
O ja, er wordt geïnvesteerd in dynamisch verkeersmanagement. Steeds meer zelfs: van 4 miljoen euro Vlaamse investeringen in 2007 naar 25 miljoen euro uit 2013. De ring rond Gent gebruikt het. De ring rond Antwerpen volgt. We doen dus ons best, toch?
Niet echt eigenlijk. Als we de grootte van de investeringen vergelijken met de werkelijke kost van het fileprobleem, dan zijn die bedragen belachelijk laag.
Naast de beperkte investeringen kampen we bovendien met een ander probleem. De gegevens uit de camera’s rond Antwerpen en Gent, bijvoorbeeld, (als die er al zijn) worden verzameld in het Vlaams verkeerscentrum. Hetzelfde gebeurt in Wallonië, en -u raadt het- Brussel heeft er ook zo eentje.
Kan een dergelijk gescheiden wegenbeleid de beste resultaten opleveren? Ik durf het te betwijfelen. Volgens het Vlaamse verkeerscentrum is de Vlaamse situatie zo uniek dat deze gegevens afzonderlijk moeten worden geanalyseerd.
Maar wat belet ons om naast de analyse van die afzonderlijke cijfers ook analyses uit te voeren op de geïntegreerde cijfers van alle gewesten samen? Een file begint of eindigt heus niet aan een gewestgrens. De verkeersgegevens enkel per gewest analyseren kan onmogelijk een correct beeld opleveren.
Tot slot komen deze data bijna allemaal van de grote autosnelwegen, en niet invalswegen of stadscentra. Om te weten waarom de Ring rond Brussel vol staat, is het nochtans ook handig om te weten dat, na een ongeval op de binnenring, het grootste deel van de automobilisten bij de avondspits oprit X en Y heeft gebruikt.
"Elke weg - landelijk, regionaal, gewestelijk of gemeenteweg - wordt door een andere instantie beheerd. Een zorgwekkende vaststelling als je weet dat het delen van data en informatie een cruciale voorwaarde is voor de oplossing van de files."
Think big, act big
Het kan ook anders. En daarvoor hoeven we echt niet ver te reizen. De stad Maastricht krijgt 21 miljoen bezoekers per jaar over de vloer, wat zorgt voor een grote druk op het krappe wegennet. Een investering in slimme netwerkcamera’s van Axis Communications op invalswegen en in het centrum bij slimme verkeerslichten zorgt ervoor dat ze vandaag real-time kunnen inspelen op de complete verkeerssituatie in de stad. Men kan nu, als er zich een ongeval voordoet, het verkeer doseren en efficiënt omleiden. Ze hebben nu bovendien een tool in handen waarmee ze ideeën en scenario’s aan de realiteit kunnen toetsen.
Misschien moeten we het ook maar eens aandurven om groots te denken én te doen? Ik weet het, het ligt niet in onze aard. Maar als we willen voorkomen dat het hele land dichtslibt, niet alleen tijdens de spitsuren, maar de hele dag door, moeten we dringend werk beginnen maken van structurele ingrepen. Slimme camera’s zijn slechts een deel van de oplossing maar kunnen - dankzij de schat aan informatie die deze camera’s ons kunnen opleveren - een uitstekend startpunt zijn. Hoe dan ook: het land der compromissen heeft nog een lange weg te gaan.