We zien disruptie vooral door de ogen van start-ups die een markt ontwrichten en sectoren compleet op zijn kop zetten. Op die manier naar disruptie kijken, gaat echter vooral over geld verdienen. Leerkracht tweedekansonderwijs Nik Lippens wil disruptief zijn met een maatschappelijke impact. Met de disruptive design methode, gericht op social change, ontwikkelde hij Goed Bezig!, een disruptief onderwijsprogramma dat kan worden geïmplementeerd in het huidige systeem. Mischa Verheijden tekent zijn hartverwarmend en inspirerend verhaal op.
Sociaal ondernemer en leerkracht tweedekansonderwijs Nik Lippens schrijft me in reactie op mijn artikel “Het onderwijs kraakt in zijn voegen, maar slechts weinigen doen er iets aan”: het volgende: “Ik vind jouw artikel over het onderwijs als systeem dat breekt en aan vernieuwing toe is heel krachtig. Als ik het vergelijk met disruptive design dan komen mining en landscaping heel goed aan bod, maar er is geen sprake van building.”
“Je moet drie stappen doorlopen om echt disruptief te zijn,” steekt Nik van wal als ik met hem aan tafel zit, “Eerst mining: een probleem ligt veel dieper dan wat je aan de oppervlakte ziet. We zien het topje, maar er ligt nog een ijsberg onder water. Door mining doorbreek je dat.
Pas dan krijg je zicht op het systeem en kun je kijken hoe het in elkaar zit, waar het spaak loopt en kun je er iets uitlichten om wat mee te gaan doen. Dat is landscaping."
Jullie schrijven fantastische teksten over wat jullie willen bereiken, maar wanneer gaan jullie eens doen?
Als je het probleem helemaal in kaart hebt gebracht, is de derde stap building: disruptief ingrijpen om zaken te veranderen. Je gaat doen, bouwen, trekken en sleuren om het landschap te veranderen naar het landschap dat je wilt creëren.
"Het belang van building ervaart Nik als hij deelneemt aan een Europees project en met mensen uit verschillende EU-landen samenzit rond het thema whole child education. Als feedback krijgt zijn groep terug: ‘Jullie schrijven fantastische teksten over wat jullie willen bereiken, maar wanneer gaan jullie eens doen?'
Onderwijsprogramma gericht op 21st century skills
De feedback uit het EU-project is niet aan dovemansoren gericht. Enter disruptive design methode in het leven van Nik Lippens. En als het over building gaat, weet deze gepassioneerde leerkracht tweedekansonderwijs waar hij over praat.
Met Goed Bezig! ontwikkelde hij een pedagogisch programma, waarbij jongeren al doende de nodige 21st century skills leren, zoals creative thinking, samenwerken, kritisch denken, visie en inzicht, digitale tools gebruiken, organiseren.
Op deze manier kan een school nu al de transitie naar de school van de toekomst maken.
Wat het project van Nik zo bijzonder maakt: alle actoren binnen de maatschappij helpen mee: bedrijven, organisaties, scholen, verenigingen, overheid, burgers, ouders...
“Het is een disruptief onderwijsprogramma dat geïmplementeerd kan worden in het huidige onderwijssysteem. Op deze manier kan een school nu al de transitie naar de school van de toekomst maken”, zegt Nik vol overtuiging.
Dit is zijn verhaal. En een best practice van de disruptive design methode.
Van niks waard naar impact hebben
Zoals vaak ontstaan krachtige ideeën om iets te veranderen uit een frustratie. Zo ook bij Nik. Om aan mining en landscaping te doen, hoeft hij niet ver te zoeken. Hij staat voor de klas en ziet met eigen ogen welke problemen er spelen: “Mijn studenten zeggen dat ze eigenlijk niks waard zijn, omdat ze geen diploma hebben. Ze keren terug naar de schoolbanken omdat ze eigenwaarde willen vinden.”
Nik begint na te denken over hoe hij het slechte gevoel en lage zelfbeeld van zijn studenten kan wegnemen. Hoe hij, zo stelt hij, ‘zijn studenten naar de maatschappij kan laten toedraaien en tonen dat ze, met wat zij belangrijk vinden, willen bijdragen aan die maatschappij.’
Nik: “Dan ben ik op het idee gekomen om ze erkenning te geven. Dat ik als leerkracht vind dat ze goed bezig zijn. Omdat ze daar zitten. Omdat ze hun leven in handen pakken. Omdat ze ervoor gaan. Ze doen."
Van daaruit ben ik gaan bouwen. Ik deed geen haalbaarheidsstudie en stemde ook niet af met de directie, omdat ik wist dat het systeem mijn idee toch niet ging toelaten. Die afstemming deed ik pas later en kreeg toen ondersteuning.
"Ik heb gekeken naar wat ik zelf wou en kon doen. Ik kan, moet zelfs, maatschappelijke relevantie koppelen aan mijn lesgebeuren. Ik bedacht dat ik hen moest laten ondernemen en laten doen wat voor hen belangrijk is. Zij staan centraal en gaandeweg kijk ik welke leerplandoelstellingen ik kan koppelen aan wat ze doen.”
Door de samenwerking met bedrijven, verenigingen en overheden waren ze in staat op drie maanden tijd fantastische dingen te realiseren.
Nik geeft zijn studenten drie maanden de tijd en wat er dan gebeurt, overtreft ook zijn verwachtingen:
Het was zo’n katalysator en werkte zo empowerend dat er op drie maanden tijd drieëndertig acties zijn georganiseerd met enorme maatschappelijke impact.
"Twee studenten zetten een inzameling van speelgoed op voor de Helpende Hand in Diksmuide, een organisatie die speelgoed verdeelt onder weeskinderen en kansarme gezinnen. Ze organiseren de actie en gaan ook zelf als vrijwilliger helpen om dat speelgoed te sorteren, controleren en poetsen.
Een andere student, vroeger doof, maar door een cochleair implantaat horend, organiseert een voetbalwedstrijd met de Dove Duivels, supporters, een barbecue en fuif met als doel de horende en niet-horende cultuur bij elkaar te brengen.
Nik: “Door de samenwerking met bedrijven, verenigingen en overheden waren ze in staat op drie maanden tijd fantastische dingen te realiseren."
Dat zijn ongelooflijke leerprocessen. Op die manier stimuleer je maatschappelijke impact, heb je burgerschap en realiseer ik mijn leerplandoelstellingen.
"Ik kan alles wat ze doen, linken aan mijn lesgebeuren. Van brieven schrijven bij Nederlands tot statistieken van social media verwerken voor wiskunde. Wetenschappen, IT, maatschappij, cultuur het komt allemaal op verschillende manieren en door elkaar heen aan bod.”
Draagvlak creëren
Nik : “Omdat het zo overrompelend en schoon was, ben ik gaan kijken om daar een groter draagvlak voor te krijgen zodat scholen daar gemakkelijk op kunnen instappen."
Ik ben met verschillende mensen gaan praten en er was bereidwilligheid, maar ook veel ‘maars’. Innoveren en experimenteren, niet iedereen is daar klaar voor.
"Via via ben ik dan in de start-upwereld bij Give a Day terechtgekomen. Een start-up die op dat moment bezig was een platform te ontwikkelen om vrijwilligers en middenveldorganisaties te matchen.
Innoveren en experimenteren, niet iedereen is daar klaar voor.
Dat is ook wat ik nodig had voor mijn studenten. Ik wil hen laten matchen met de zaken die voor hen belangrijk zijn, zodat ze direct bij de juiste organisatie terechtkomen en direct met de juiste mensen in contact komen.”
Langetermijndoelen voor 2030
Maar er is meer. Samen met de vzw Give a Day wil Nik het door hem geïnitieerde Goed bezig!-project laten doorgroeien naar leerlabs voor sociale innovatie.
Nik: “Daarmee beogen we tegen 2030 drie langetermijneffecten te realiseren. Ten eerste: de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties.
Volgens de OESO zullen we tegen 2030 niet meer één vaste job hebben, maar constant gaan moeten bijleren en bijscholen.
Twee: jongeren vormen tot wendbare individuen (conform scenario 5 “Creative Societies" in de visie van de OESO). En drie: de transitie van de school tot de leer- en werkplek, zoals onderzocht door de Vlaamse overheid."
Met de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN kunnen we op een groot draagvlak rekenen bij lokale overheden, hogescholen en universiteiten, middenveldorganisaties en ook meer en meer bedrijven die bewust bezig zijn met social responsability en maatschappelijk verantwoord ondernemen."
De visie van de OESO draait rond creative societies en stelt dat we tegen 2030 zo flexibel moeten zijn, omdat we niet meer één vaste job hebben, maar constant gaan moeten bijleren en bijscholen.
"Trouwens, een visie die ook door het Departement Onderwijs is uitgeschreven. Daar spreken ze over learning parks: de school als leer- en werkplek.
Aan zo’n leerlabs wordt nu nog niet gewerkt. We gaan daar heel creatief en flexibel in moeten zijn. Daar zijn we nu met de Hogeschool UCLL, die een cel heeft rond toekomst van onderwijs en de KU Leuven, die pilootprojecten hebben rond community service learning, aan bezig."
Eerst het secundair onderwijs
Nik: “Ik heb het Goed Bezig!-project ondertussen vertaald naar een pedagogisch programma voor leerlingen van het secundair onderwijs.
De eerste pilootschool is nu gestart. En dat werkt. Het leerkrachtenteam is super enthousiast. Iedere vrijdag werken hun leerlingen aan een sociaal project, dat zij zelf belangrijk vinden.
Je kunt in theorie van alles uitleggen, maar het is maar door er middenin te staan, dat je voelt en beseft wat er speelt.
Dat zijn zeventien- en achttienjarigen en ze doen ook vrijwilligerswerk. Zo ervaren ze zelf wat er speelt."
Je kunt in theorie van alles uitleggen, maar het is maar door er middenin te staan, dat je voelt en beseft wat er speelt. Dat is die mining. Zo krijg je binnen een systeemdenken een duidelijk beeld van de problematiek en kun je innovatieve ideeën bedenken om dat op te lossen.
"Leerlingen gaan brainstormen en creativiteitstechnieken gebruiken binnen design thinking om met innovatieve ideeën te komen. Die gaan ze voorstellen aan de organisatie en dan in samenspraak kijken hoe en wat ze kunnen realiseren.
Het onderwijssysteem kun je niet zomaar omvormen. Het is te complex. We zien echt wel wat er nodig is, maar het is gewoon niet realistisch om direct daar te staan.
We willen dat nu schalen naar twintig tot vijftig scholen om Goed Bezig! dan volgend schooljaar op grote schaal uit te rollen.”
Geef vertrouwen en laat leerlingen falen
“Weet je hoe het komt dat het onderwijs zo traag evolueert?” zegt Nik als ik hem vraag hoe hij die implementatie in het huidige onderwijssysteem ziet.
Het onderwijssysteem kun je niet zomaar omvormen. Het is te complex. We zien echt wel wat er nodig is, maar het is gewoon niet realistisch om direct daar te staan. Terwijl dat wel zou moeten, omdat je jongeren aan het opleiden bent die daar wel moeten staan.
"Dus moet je kijken welke ingrepen je kunt doen. Je moet jezelf als onderdeel zien van een systeem dat vastzit in patronen. Het is niet jij die zo bent. Nee, het zijn die patronen die jouw handelen bepalen. En die patronen kun je doorbreken om het systeem naar jouw hand te zetten. Dat is het basisconcept van system thinking: love the problem, hack the system:
De uitspraak ‘innovatie mag je niet creëren op revoluties, maar moet je heel flexibel masseren’ van de Belgische ontwerper Axel Enthoven is me altijd bijgebleven.
Wij leerkrachten hebben de neiging controle te willen hebben en alles te willen vasthouden. Leerlingen te pamperen en niet veel aan hen af te geven. De eerste mentale draai die we moeten maken is: laat het aan de leerlingen en laat ze falen.
Ik moest een manier vinden om te masseren, om mijn pedagogisch programma behapbaar en toepasbaar te maken. Het teach-the-teacher programma biedt leerkrachten een denk- en handelingskader zodat ze de rol van coach kunnen opnemen en de tools hebben om dat te doen."
Wij leerkrachten hebben de neiging controle te willen hebben en alles te willen vasthouden. Leerlingen te pamperen en niet veel aan hen af te geven. De eerste mentale draai die we moeten maken is: laat het aan de leerlingen en laat ze falen. Dat is een heel moeilijke.
"Dan denk ik: ‘wat als je leerlingen gewoon de tools meegeeft en daar vertrouwen in hebt’. Vertrouwen is heel belangrijk: het vertrouwen van een leerkracht dat die leerling dat wel gaat kunnen.
Het is daarom dat ik zeg: doe, wees creatief, durf het omdraaien. Hou je niet vast aan het systeem, kom er los van en gebruik die structuur om het in jouw voordeel te laten werken.”
Ook zin gekregen om te doen? Wil je meehelpen om onze jongeren en ons onderwijs future proof te maken? Of je wil direct aan de slag met het 'Goed bezig!' programma? Laat van je horen! Neem contact op met Nik Lippens of Lien De Ruyck bij Give a Day vzw.