Weinig landgenoten doen bij pakweg de ESA of de NASA zo snel een belletje rinkelen als Angelo Vermeulen. Hij werd door de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie geselecteerd voor een vier maanden durende gesimuleerde Marsmissie, en is al jaren aan de slag op de befaamde TU Delft. Tegelijk maakte hij faam als kunstenaar en ontpopt hij zich tot een echte technologie-optimist.
Is hij een wetenschapper, beeldend kunstenaar of toch vooral onderzoeker? Angelo Vermeulen valt niet zomaar snel even in een hokje te stoppen, maar dat lijkt hem allerminst te deren. Van opleiding is hij bioloog, maar tegelijk verricht Vermeulen al heel wat jaren net zo goed onderzoek naar beloftevolle circulaire modellen en maakt hij kunstwerken die in musea of op tentoonstellingen terug te vinden zijn.
Passie voor ruimtevaart
Negen jaar geleden lag hij mee aan de basis van SEAD (Space Ecologies Art and Design), een even internationaal als interdisciplinair collectief van wetenschappers, kunstenaars en activisten. Daarnaast werkt hij ook al haast tien jaar samen met de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, eerst als kunstenaar en vandaag vooral als onderzoeker.
“Al op heel jonge leeftijd stond het voor mij vast dat ik bioloog zou worden,” klinkt het. “Ruimtevaart boeide mij toen ook al heel erg, maar ik had nooit gedacht dat die passie ook echt een professionele wending zou nemen.”
“Ik was daarnaast ook altijd al heel sterk geïnteresseerd in kunst en cultuur, en eigenlijk ben ik via mijn kunstwerken in de ruimtevaart beland. Deze vaststelling loopt als een rode draad doorheen mijn professionele leven: wanneer ik wetenschappelijk onderzoek verricht, zit daar haast altijd een culturele component in. En in mijn kunstwerken zit ook altijd wel de nodige technologie en wetenschap verweven.”
Ik kan moeiteloos de ene dag een boom opzetten met kunstenaars of filosofen, terwijl ik de dag daarop met computerspecialisten of ingenieurs aan tafel zit om een computersimulatie te bespreken
Een heel concreet voorbeeld daarvan was het Biomodd-project, een kunstinstallatie waarbij computers, mensen en planten met elkaar interageren en elkaar versterken. Zo werden daarin algen gebruikt om computerprocessors sneller te koelen, waardoor die beter gingen presteren. Tegelijk werd de warmte die door de computers werd gegenereerd dan weer ingezet om planten sneller te doen groeien. Vermeulen: “Via dat project kwam ik in contact met de ESA en de NASA, en ben ik stilaan ook in de wereld van systems-engineering beland. Het is in dit domein dat ik vandaag ook voornamelijk onderzoek doe aan de TU Delft. In die zin ben ik vandaag dan weer vaak ingenieur.”
Co-creatie
Lastig, al die uiteenlopende sectoren en disciplines? Toch niet, klinkt het. “Integendeel, ik vind het net lastig als mensen zichzelf nadrukkelijk in één welbepaald hokje willen plaatsen. Ik kan moeiteloos de ene dag een boom opzetten met kunstenaars of filosofen, terwijl ik de dag daarop met computerspecialisten of ingenieurs aan tafel zit om een computersimulatie te bespreken.”
“En wellicht minstens even essentieel daarbij: ik ben altijd al heel community-georiënteerd geweest. Ik werk heel graag met groepen mensen samen. Niet in de klassieke invulling van ‘ik leid een team’, maar wel vanuit de overtuiging dat je bij co-creatie ook een soort groepsintelligentie aanboort. Ideeën en nieuwe concepten borrelen dan van onderuit op, en dat levert een heel andere dynamiek op dan wanneer je vanuit het klassieke top-down perspectief vertrekt.”
“Als iedereen binnen zo’n groep vrijuit kan bijdragen, zonder hiërarchische beperkingen, en als die groep dan ook nog eens heel divers is samengesteld, dan leidt dat vaak tot heel onverwachte resultaten. In de kunst is dit principe uiteraard al iets langer ingeburgerd, maar ik ben er echt wel van overtuigd dat je er ook in de wetenschap heel goede resultaten mee kan boeken.”
Geen blinde voorvechter van technologie
Wie even de moeite neemt om door het bijzonder welgevulde professionele parcours van Vermeulen te struinen, kan haast niet anders dan tot de conclusie te komen dat hij een technologie-optimist pur sang is. “Dat klopt inderdaad wel, denk ik. Ik ben geen blinde voorvechter van technologie, maar ik ben er wel van overtuigd dat we met technologie heel veel actuele problemen en uitdagingen efficiënter kunnen aanpakken. Als daarvoor tenminste ook de politieke wil zou bestaan.”
Ik ben geen blinde voorvechter van technologie, maar ik ben er wel van overtuigd dat we met technologie heel veel actuele problemen en uitdagingen efficiënter kunnen aanpakken
“Neem nu de klimaatverandering: daar zie ik een gigantische tweespalt tussen de schaal van het probleem en het perspectief dat de meeste politici hanteren, met name de eerstvolgende verkiezingen. Maar naast die kortzichtigheid is er natuurlijk die andere grote klassieker, de menselijke hebzucht, waardoor de aanpak van echt fundamentele problemen vaak vertraagd wordt of zelfs helemaal ondergesneeuwd raakt. Ik ben vrij nuchter over de aard van het menselijk beestje, daar ben ik dan weer voldoende bioloog voor (lacht).”
Ruimtevaartonderzoek en tuinbouw
Wie vooral bezig is met conceptueel onderzoek rond bijvoorbeeld nieuwe ruimtevaartechnologie beseft natuurlijk beter dan wie ook dat dit soort onderzoek nooit af is. Meer nog: dat de kans bijzonder groot is dat hij de verwezenlijking van de eigen concepten of onderzoeksresultaten zelf nooit zal meemaken. Of dit dan soms ook niet ontmoedigend of frustrerend is? “Nee, eigenlijk niet. Ik schommel immers constant tussen enerzijds het conceptuele op lange termijn – dat meta-perspectief heb ik ook wel echt nodig - en anderzijds veel concretere projecten op kortere termijn.”
“Om u een voorbeeld te geven: ik heb de voorbije jaren ook een heel concrete link gelegd tussen het ruimtevaartonderzoek en de Nederlandse tuinbouw. Zo heb ik onlangs een lezingenreeks opgezet – Mission to Mars - rond de vraag hoe die tuinbouw zichzelf kan vernieuwen, vertrekkend vanuit het perspectief van nieuwe ruimtevaarttechnologie. Die reeks werd zeer goed onthaald, en mondde finaal ook uit in een bijzonder boeiend debat over de mogelijkheden van de tuinbouw en de ruimtevaart.”
“Willen we ooit naar Mars, of verder, dan is het heel eenvoudig: je bent dan verplicht om een volledig gesloten systeem te ontwikkelen waarin de mens zelfvoorzienend kan zijn. Het is immers eenvoudigweg onmogelijk om alles mee te nemen op zo’n lange ruimtereizen. Wat meegaat in de ruimte, moet dus ook worden hergebruikt. Het ultieme circulaire model, zeg maar.”
Afval als nieuwe grondstof
“We zijn in de ruimtevaart al jaren bezig met het ontwerpen van programma’s waarbij bijvoorbeeld toiletafval en CO2 van de astronaut kunnen worden omgevormd tot voeding voor planten. Deze planten leveren dan weer zuurstof en voedsel voor de astronaut. Uit dat concept kunnen we ook heel interessante lessen trekken voor de richting die land- en tuinbouw moeten uitgaan: enkel door elke vorm van afval als nieuwe grondstof te beschouwen, ga je ook milieuvervuiling en klimaatverandering tegen.”
Enkel door elke vorm van afval als nieuwe grondstof te beschouwen, ga je ook milieuvervuiling en klimaatverandering tegen
“Die lezingenreeks zal binnenkort hopelijk ook een concreet vervolg krijgen, want momenteel zijn we aan het bekijken of we in samenwerking met die Nederlandse tuinbouw ook experimenten kunnen opzetten om planten te kweken aan boord van het internationaal ruimtestation ISS.”
Vanuit een multidisciplinair perspectief
“Ik ben dus niet de onderzoeker die eenzaam op zijn zolderkamertje puur theoretische concepten zit te bedenken”, zegt Angelo Vermeulen. “Ik geloof heel sterk in de verankering van nieuwe ideeën in brede groepen mensen, in het aan de slag gaan met nieuwe concepten binnen een heel breed en uiteenlopend collectief van betrokkenen.”
“Als je me vraagt wat mijn grote droom nog is voor de volgende twee decennia, dan ligt het antwoord toch ergens daar: ik hoop met SEAD echt wereldwijde impact te kunnen hebben. We willen werkbare prototypes en uitdagende systemen voor de toekomst bedenken en ontwerpen. We willen daar niet langer mee wachten, moeten daar nu mee starten. De toekomst bestormen vanuit een heel multidisciplinair perspectief, zeg maar.”
“Ik voel overal dat daarvoor heel veel belangstelling en enthousiasme bestaat bij de jongere generatie. Als ik er mijn steentje toe kan bijdragen om zoiets te upscalen, dan zal ik een heel gelukkig man zijn.”