(© Foto: Birgit Krols)
Dat de digitalisering ons huidig onderwijssysteem ferm onder druk zet, heeft eigenlijk weinig toelichting nodig. Steeds meer mensen nemen dan ook het heft in handen en stampen hun eigen onderwijsinitiatief uit de grond. Een van hen is Cindy Smits, die met vzw Digitale Wolven - een initiatief ondersteund door de Cronos Groep - kinderen op speelse manier laat kennismaken met technologie. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Digital Belgium Skills Fund, dat vicepremier en minister van Digitale Agenda Alexander De Croo vorig jaar lanceerde. Tijd voor een duo-interview.
Zelfsturend leren om nieuwe vaardigheden te kweken
Gaat het over digitalisering op de schoolbanken, dan denken we meteen aan het gebruik van tablets of smartboards. Natuurlijk reikt het begrip veel verder. Vorig jaar vertelde Isabel Allaert van Fyxxilab (een initiatief waarbij kinderen binnen en buiten de schooluren aan de slag kunnen met IT-tools, nvdr) me dat digitalisering vooral gaat over ‘C-vaardigheden’. Willen jongeren vandaag het verschil maken op de arbeidsmarkt, dan moeten ze bedreven zijn in critical thinking & problem solving, creativity & innovation, communication & collaboration.
Het is de taak van het onderwijsbeleid om jongeren te laten reflecteren over nieuwe vaardigheden waarmee ze het verschil kunnen maken tegenover technologie
“Ons onderwijssysteem stoomt kinderen nog onvoldoende klaar voor de snel veranderende wereld van morgen”, vindt Alexander De Croo. “De berichten over technologie en de manier waarop ze bepaalde jobs buitenspel zetten, vliegen je om de oren. Daarom is het de taak van het onderwijsbeleid om jongeren te laten reflecteren over nieuwe vaardigheden. Vaardigheden waarmee ze het verschil kunnen maken tegenover technologie. Om die reden geloof ik dat de digitalisering ons dwingt om meer in te zetten op creativiteit en innovatief denken.”
Als mama van twee jonge kinderen voelde ook Cindy Smits aan dat een passende invulling van digitalisering ontbrak. Daarom lanceerde ze Digitale Wolven, dat workshops tijdens en na de schooluren organiseert om jongeren van alle leeftijden in contact te brengen met IT tools. “Ik ben al een tijdje coach bij CoderDojo, en voel dat kinderen zoveel meer kunnen dan er op school wordt doorgegeven”, legt ze uit. “Maar op de schoolbanken heeft digitalisering een verkeerd imago, waardoor we de neiging hebben om het te verdringen. Dat heeft echter weinig zin. Kinderen moeten leren op welke manier zij kunnen omgaan met technologie. Pas zo kunnen zij die nodige digitale vaardigheden kweken."
“Ik denk dus dat we meer aandacht moeten besteden aan zelfsturend leren. Met Digitale Wolven doen we niets anders. Aan het einde van elke workshop laten we kinderen experimenteren. De verworven kennis moeten zij gebruiken om bijvoorbeeld een robot te laten rijden. Maar ze bepalen wel zelf het parcours.”
Meer coderen en creëren, minder consumeren
De workshops van Digitale Wolven gaan vooral over programmeren, al wil dat niet zeggen dat de organisatie van hen programmeurs wil maken. “Nee, we willen jongeren leren hoe ze logisch moeten nadenken”, verduidelijkt Smits. “Hoe ze kunnen samenwerken en leren van anderen. Met de toestellen waarmee ze experimenteren, laten we hen inzien dat digitalisering niet alleen draait om consumeren, maar dat ze ook zelf kunnen creëren.”
Met de toestellen waarmee ze experimenteren, laten we jongeren inzien dat digitalisering niet alleen draait om consumeren, maar dat ze ook zelf kunnen creëren
“Toen ik naar het atheneum ging, leerde ik werken met de programmeertaal Turbo Pascal”, vertelt minister De Croo. “Ik heb het dan over de jaren ‘80 hé. Vandaag is coderen geen vast onderdeel meer van het lessenpakket, terwijl het onmisbaar is geworden in een tijdperk van steeds meer algoritmes en sensoren. Dat pijnpunt zorgt ervoor dat ons land bedroevend laag scoort op digitale vaardigheden in het onderwijs.”
“Je moet maar eens kijken naar onze ranking op de DESI (Digital Economy and Society, nvdr) index. Terwijl er overal meer opleidingen in domeinen zoals artificiële intelligentie en big data komen, springen onze universiteiten te weinig op de kar. Logisch dus dat het aantal IT-afgestudeerden in België aan de zeer lage kant ligt, en daar moeten we verandering in brengen. Maar stilstaan en toekijken zal niet veel helpen. Ik kan enkel hopen dat initiatieven zoals Digitale Wolven de discussie over de eindtermen terug in gang zet”, aldus Alexander De Croo.
Het is frappant om een klas binnen te wandelen en te zien hoe de inrichting vrij gelijkaardig is aan zoveel jaren geleden. Maar vooral: de manier van lesgeven is amper veranderd
“Coderen is dan wel verdwenen uit het lessenpakket, voor de rest is het onderwijs overwegend hetzelfde als vroeger”, stelt Cindy Smits vast. “Ik vind het nog steeds frappant om een klas binnen te wandelen en te zien hoe de inrichting vrij gelijkaardig is aan zoveel jaren geleden. Maar vooral: de manier van lesgeven is amper veranderd. Ook ik heb het gevoel dat, telkens wanneer ik na een workshop de school verlaat, ik met Digitale Wolven een zaadje heb geplant. Dat het de school tot nadenken zet en dat ze op hoger niveau ook in actie schieten.”
De rol van de leerkracht
Een nieuwe manier van lesgeven raakt een ander gevoelig punt: de rol van leerkracht. Hoewel Digitale Wolven vooral op hun lof en enthousiasme mag rekenen, merkt Smits bij die groep nog een zekere angst op. “Vaak zijn leerkrachten niet bekend met de materie van programmeren of robots”, bevestigt ze. “Sommige leerkrachten voelen dat ze bepaalde computervaardigheden ontbreken om mee te kunnen. Ze zijn bang dat kinderen misschien wel meer weten dan zij. En ja, kinderen zijn beter geïnformeerd en kritischer dan ooit tevoren. Maar dat hoeft niet slecht te zijn.”
Sommige leerkrachten voelen dat ze bepaalde computervaardigheden ontbreken om mee te kunnen. Ze zijn bang dat kinderen misschien wel meer weten dan zij
“Soms worden we uitgenodigd door een leerkracht, die over een van zijn leerlingen zegt dat die minder sterk is dan gemiddeld. Het is leuk om te zien dat net die leerling na de workshop een van de sterksten is. Net omdat hij of zij heel sterk in technologie blijkt te zijn. En omdat we niet op de typische manier lesgeven. Kinderen mogen bij ons verkennend leren. In een klassieke les mogen leerlingen dikwijls ‘enkel dit materiaal gebruiken, en van de rest afblijven’. Beperkingen leggen we nauwelijks op. We geven een korte uitleg over hoe bepaalde tools werken, en de jonge studenten mogen er vrij mee aan de slag. Uiteraard kunnen ze wel bij ons terecht voor vragen.”
We moeten leerkrachten meer vrijheid geven in de manier waarop dingen worden georganiseerd. Pas dan zal het beroep ook een opwaardering krijgen
“Jammer genoeg wordt de motivatie van leerkrachten dikwijls onderuit gehaald door de zogeheten robotisering ervan”, meent Minister De Croo. “Van hogerhand hebben we nogal de drang om leerkrachten in een keurslijf te dwingen en hen allerlei procedures te laten doorlopen om hun beroep uit te oefenen. Ik vind dat we hen meer vrijheid moeten geven in de manier waarop dingen worden georganiseerd. Pas dan zal het beroep ook een opwaardering krijgen.”
Inclusie als streefdoel
Digitale Wolven richt zich op jongeren van alle leeftijden, ongeacht het geslacht of de afkomst. “Het niveau van dit soort projecten heeft weinig te maken met de leeftijd”, zegt Smits. “CoderDojo bestaat bijvoorbeeld ook al 5 jaar - en een kind van 7 jaar oud dat er sindsdien lessen volgt, gaat verder staan dan een twaalfjarige die er voor het eerst mee kennismaakt.”
“Inclusie is niet zomaar een streefdoel, voor mij is dat een evidentie”, voegt De Croo daar aan toe. “Als je kijkt naar de projecten die in BeCentral tot leven komen, dan kan je stellen dat diversiteit en inclusie basisvoorwaarden zijn voor de digitalisering. Ik ben geen minister van onderwijs, maar hoop toch iedereen warm te maken om van dichtbij kennis te maken met de digitalisering.”