Wat vertelt de gemeenplaats ons over ‘creativiteit’? Dat het een aangeboren talent is, een voorrecht van kunstenaars en romantici. Dat een goed idee je overvalt op een onbewaakt moment. Of nog, dat creativiteit absolute vrijheid vraagt, een context zonder belemmeringen of grenzen. In zijn boek ‘When the box is the limit’ maakt Walter Vandervelde voor eens en voor altijd komaf met die premisses. “Creativiteit reikt veel verder dan het artistieke domein. Het is een vitaal gegeven. We kunnen er de wereld beter mee maken. Maar dan moeten we de beperkingen van elke dag leren zien als kansen. Out of the box, hoezo? Die box hebben we juist nodig om tot sterke, originele ideeën te komen.”
Frugal innovation: meer doen met minder
Walter Vandervelde is docent aan de Erasmushogeschool in Brussel en zelfstandig Business Creativity expert. Van zijn studenten verwacht hij geen thesissen volgeklavierd met theoretische inzichten. “Belangrijker,” vindt hij, “is dat ze zich een creatieve attitude eigen maken. Want daar heeft onze samenleving en bedrijfswereld nood aan, aan mensen die in staat zijn om creatieve processen vorm te geven. Ik ben een oprecht believer in maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zakendoen in een moderne wereld? Dat doe je niet meer enkel met het oog op winst. Het Trumpiaans model van conservatief protectionisme heeft geen toekomst. De nieuwe economie is groen, sociaal en innovatief. En daar is creativiteit een geweldige grondstof voor.”
Onze samenleving en bedrijfswereld hebben echt nood aan aan mensen die in staat zijn om creatieve processen vorm te geven
Het gaat dus om langetermijndenken. People, planet, profit, in die volgorde. De kunst om meer te doen met minder. Dat is ook het credo van frugal innovation, of zuinig innoveren. Voor Vandervelde is het misschien wel dé oplossing voor de toekomst. “Frugal innovation vindt zijn oorsprong in gebieden die wij ontwikkelingslanden noemen. Het is het soort vernieuwing dat weinig gemeen heeft met de innovatie die wij in onze westerse wereld kennen.”
“Wij leunen doorgaans op uitgebreide research, strategische beleidsvoering of technologische knowhow. Daar hebben ontwikkelingsgebieden simpelweg geen kansen toe. Er is geen geld, geen kennis of infrastructuur om innovatie te ondersteunen. En toch groeien uit deze beperkingen ontzettend mooie dingen.”
“In India bijvoorbeeld: een koelkast gemaakt van klei die geen elektriciteit verbruikt, maar groenten en fruit toch dagenlang vers houdt. Of in Lima, Peru: een reclamebord dat vocht onttrekt uit de lucht en omzet in drinkwater. Een ingenieus geschenk in een klimaat met weliswaar een hoge luchtvochtigheid, maar lange periodes van droogte. En weet je wat bijzonder is? Wij, met onze haast ongelimiteerde mogelijkheden, beginnen nu ook te beseffen dat wij uit frugal innovation kunnen leren.”
Creativiteit start niet van nul
Voor Vandervelde gaat creativiteit niet enkel om het bedenken van nieuwe ideeën . Wat telt, is dat deze ideeën ook nut hebben. Innovatie is broodnodig, want we raken stilaan uitgeconsumeerd en onze natuurlijke bronnen drogen op. Creatief denken heeft daarom wel degelijk een doel. “Creativiteit moet een natuurlijke, functionele reflex worden. Laat ons die mythe van het onbegrensde genie alsjeblieft klasseren.”
Totale vrijheid werkt verlammend. De creativiteit zit juist in de verbetering, in de oplossing van een reëel probleem
“Een nieuw idee betekent niet: alles overboord gooien en van voor af aan beginnen. Bijna elk origineel idee is gebaseerd op een ander origineel. Wie zou er elke dag willen starten met een blanco blad? Voor een schrijver is dat pure horror. Totale vrijheid werkt verlammend. De creativiteit zit juist in de verbetering, in de oplossing van een reëel probleem. Dat nutsverband is essentieel.”
Denken in alternatieven
Creativiteit is de vonk die een vernieuwingsproces in gang zet, maar ook de draaiende motor. In het beste geval is creativiteit volgens Vandervelde een mindset. Het is een attitude die ons helpt om uitdagingen op een positieve, vindingrijke manier aan te pakken. Zowel in een professionele context als in de samenleving en in ons dagelijks leven. Een basisvaardigheid voor creativiteit? Het denken in alternatieven.
“Dat is wellicht het meest wezenlijke verschil tussen een lineair – of noem het rationeel – en een creatief denker. De eerste is gedrild om zo snel mogelijk tot een oplossing te komen. Om geen tijd te verliezen, speelt hij op veilig en volgt het pad dat hij al kent. Hij is er zich nauwelijks van bewust dat hij steevast aanbelandt op hetzelfde punt. Het brandje is geblust, en dat is voor hem op dat moment het belangrijkst. En een creatief denker? Die is niet tevreden met een voor de hand liggende oplossing. Hij zoekt verder, exploreert de alternatieven en kiest daaruit de meest kansrijke.”
Toegepaste creativiteit of business creativity
Zoals gezegd, een creatief idee ontstaat niet vanuit het luchtledige. Toch zijn veel organisaties en bedrijven benauwd om te innoveren. Vandervelde stelt vast dat ze wel willen, maar vaak niet weten hoe. “Een creatieve, innovatiegerichte organisatie bouw je niet in een nacht. Dat vraagt tijd, moed en strategische planning. Voor heel wat bedrijven is radicale innovatie een moeilijke keuze. Begrijpelijk.”
“Grotere bedrijven kiezen daarom meer en meer voor het oprichten van kleine spin-offs. Die kunnen werken als start-ups, met een grote creativiteit en innovatiekracht en een beperkt risico. Voor kmo’s ligt dat anders. Daar is de financiële slagkracht kleiner en zijn er minder openingen te maken in de structuur. Daar is nog werk aan de winkel om verandering vorm te geven.”
Oefening baart kunst
Voor wie zich het creatief denken eigen wil maken, is het oefenen geblazen. “Het proces”, legt Vandervelde uit, “start altijd met het bedenken van zoveel mogelijk ideeën of opties. Dan selecteer je de beste ideeën eruit en ga je ze mogelijk ook combineren. Uiteindelijk vorm je ze om tot een haalbaar concept. Zo kom je van divergentie, over convergentie, tot activering. Ik beschrijf hiervoor in mijn boek heel concrete technieken. Je kan er individueel of in groep mee aan de slag. Dat leidt soms tot erg verrassende uitkomsten.”
The Propeller bijvoorbeeld, om maar een techniek te noemen. Het vertrekpunt is een banale vaststelling: we zien doorgaans makkelijker oplossingen voor andermans problemen, dan voor die van onszelf. Is het luiheid? Zijn we minder geneigd om onze eigen oplossingen te bedenken omdat we ze dan ook moeten uitvoeren? Of is het luxe, vinden we het bedenken van oplossingen voor een ander gewoon makkelijker omdat we toch geen hinder ondervinden als het fout uitdraait?
Volgens Walter Vandervelde speelt er nog iets anders. “Hebben we een probleem, dan zitten we in een doolhof. We zien alleen nog maar obstakels. Elke oplossing lijkt een beperking te hebben. Je zou graag even omhoog worden getild om te zien waar de uitgang zich bevindt. Wat helpt, is jezelf telkens opnieuw de waarom-vraag te stellen. Waarom liggen deze hindernissen op mijn weg? Zo krab je de emotionele laag weg. Je gaat je probleem heel analytisch bekijken.”
Alle ruimte is relatief
Maar om de raadsman van de duivel te spelen: maken we onszelf niet wat wijs? Zijn beperkingen niet gewoon heel erg lastig en vermoeiend? Geef ons meer geld, meer ruimte, meer tijd en we maken creativiteit overbodig. Toch? “Dat is een paradox. Zelfs al voorzien we onszelf van alle mogelijke middelen, dan geeft dat nog geen enkele garantie op een beter eindresultaat. Wel integendeel. Ik geloof in de wet van Parkinson die zegt ‘Work expands to fill the time available for its completion.’ Werk breidt zich uit naargelang de tijd die beschikbaar is om het af te maken.”
“En dat kan je ook opentrekken naar andere aspecten. Veelverdieners zullen doorgaans ook meer geld uitgeven. Onze spullen zullen de kamer altijd vullen, hoe groot of hoe klein die ook is. Ligt de deadline mijlenver weg, dan raken we onbewust gedemotiveerd. En er zijn nog zo ontzettend veel voorbeelden. We zullen altijd de ruimte vullen die ons gegeven wordt. Ook al hebben we plek genoeg. En ook al maakt het ons niet gelukkiger.”
Met een creatieve blik is zelfs lelijkheid een troef
Om creativiteit te stimuleren, zoek je dus best een evenwicht. De box moet precies groot genoeg zijn. En soms is ook humor is daarbij een goede bouwmeester. “Van een zwakte kan je ook een sterkte maken”, tipt Vandervelde. “Daar heb je bijvoorbeeld dat hotel in Amsterdam dat keer op keer beschamend slechte ratings kreeg. Samen met een bijzonder creatief communicatiebureau maakten ze een reeks affiches die juist hun slechte kwaliteit in de verf zetten. Het resultaat? Het hotel werd in geen tijd een hype bij jongeren. Met een creatieve blik is zelfs lelijkheid een troef.”
Creativiteit als missie
Met zijn boek en bijhorende website wil de auteur inspireren, faciliteren en activeren. “Die website heb ik vooral gemaakt met de bedoeling er een community te scheppen. Een online plek waar bezoekers hun eigen ervaringen kwijt kunnen, zowel met de technieken uit het boek als met hun persoonlijke verhalen. Als spreker en trainer help ik organisaties ook persoonlijk verder.”
Artificial Intelligence blijft zich exponentieel ontwikkelen. Maar Artificial Creativity hinkt achterop
“De boodschap die ik onveranderlijk breng: gebruik belemmeringen niet om vast te houden aan het status quo. Buig ze om naar opportuniteiten om nieuwe en verrassende ideeën te bedenken die écht werken. Dat is wezenlijk, wat mij betreft. Creativiteit is zowat de laatste voorsprong die we nog hebben op de digitale stormvloed die ons overspoelt.”
“Artificial Intelligence blijft zich exponentieel ontwikkelen. Maar Artificial Creativity hinkt achterop. Het creatief aanpakken van uitdagingen en het ontwikkelen van nieuwe oplossingen blijft voorlopig het exclusieve domein van de mens. Dat mogen we dus nog niet loslaten.”