Bert Smits is sociaal pedagoog, onderwijstransformator en ondernemer. Een duizendpoot, waarmee je in een gesprek alle kanten op kan. Mischa Verheijden sprak met hem over de toekomst van onderwijs. “Wat ik je nu vertel, daar gaat het voor mij om. Dat is de inzet van onze toekomst. Maak er lerende, levende, voelende wezens van. Dat is het allerbelangrijkste.”

Bert Smits is naar eigen zeggen altijd bezig geweest zich op een of andere manier met de wereld te moeien. “Een socioloog kijkt ernaar, een pedagoog peutert er graag in”, lacht hij. “Ik heb altijd op twee sporen gewerkt”, aldus Smits die zichzelf ‘zo’n cross-overfiguur’ noemt. “Enerzijds onderwijs en onderwijsontwikkeling, anderzijds ben ik vertrokken vanuit de wereld van de participatiekunde.”

Participatie mainstream gemaakt

Dat drukt de duizendpoot nogal bescheiden uit, omdat Smits participatie in Vlaanderen mee op de kaart heeft gezet. ‘Mee bekrachtigd en mainstream gemaakt’ in zijn eigen woorden.

Hij was zijn tijd ver vooruit. Zo’n vijftien jaar geleden adviseerde Bert Smits lokale bestuurders en schepenen rond participatie. Dan heeft hij het Netwerk Participatie opgericht en was hij nauw betrokken bij het G1000-initiatief van schrijver David van Reybrouck.

Maar parallel heeft de sociaal pedagoog het onderwijs nooit losgelaten. Ik zoek hem op in zijn thuisbasis Tweeperenboom, een -hoe kan het anders- coöperatie gespecialiseerd in transitie- en doorbraaktrajecten. Die plek tegenover de kerk in Winksele is ook de thuishaven van het ‘Mysterie van Onderwijs en Schoolmakers’, waarvan hij de trotse voorzitter is.

Het Mysterie van Onderwijs

Het Mysterie van Onderwijs is een vzw met de ambitie onderwijsinnovatie van onderuit zichtbaar te maken. “Er gebeurt en verandert veel in het onderwijs”, zegt Smits. “Ik zie ontzettend veel goede inspanningen en heel kwaliteitsvolle, gedreven mensen. Maar het zijn allemaal individuen of kleine groepjes leerkrachten die echt wel dingen uitproberen, maar van mekaar niet weten dat ze aan het struggelen zijn.”

“Dat willen we zichtbaar maken en versterken. Heel discreet met anderen leren en dingen aftoetsen. Het is een soort van vrijplaats. Zo kunnen vitale coalities ontstaan, waardoor nieuwe dingen mogelijk worden en we echt wel een stuk dynamiek creëren.”

Schoolmakers

“Er is echt iets aan het kantelen in de professionalisering van het onderwijs: het besef ‘wij moeten gaan investeren’ wat wil zeggen over meerdere jaren gaan denken, dringt door”, aldus Smits.

“En als je denkt in termen van meerdere jaren zie je dat scholen best wel wat investeringsruimte hebben om te focussen op wat ze in de komende twee tot drie jaar willen realiseren. Au fond kun je als school gewoon je goesting doen. Je hebt ik-weet-niet-hoeveel vrijheid om het anders te doen.”

Daarbij is er volgens Smits behoefte aan begeleiding, die de bestaande koepelstructuur en begeleidingsdienst onvoldoende bieden. “Daarom hebben we Schoolmakers opgericht. De ambitie is om alles wat met pedagogisch-didactische processen en innovatie te maken heeft te verzoenen met het organisatorische.”

“Onderwijs is een heel specifieke sector waar je voldoende de taal moet spreken. Dat je niet te veraf staat van wat er daar gebeurt, maar toch ver genoeg om het wel anders te bekijken. Daar slagen we goed in.”

Ruimte maken

“De huidige structuur van al die blokjes moet op de schop”, stelt Smits. “Er is geen enkele reden te bedenken waarom we het vandaag nog zo organiseren. Leerkrachten moeten gaan samenwerken: het is een veel te complexe job om alleen te kunnen. Zowel om goed onderwijs te produceren, maar ook om een multi-aanpak naar leerlingen te hebben. Dat is één aspect.”

“Het tweede aspect heeft te maken met tijd. Tijd is een heel belangrijke factor. Vooral vanuit het industrieel tijdperk, waarin efficiëntie echt samenhing met de kloktijd. Terwijl we nu evolueren naar zodanig snelle veranderingen dat dat soort tijd ons alleen maar stress bezorgt en afleidt van de essentie. Er moet echt ruimte worden gemaakt.”

Leerkrachten zijn zeer essentieel voor goed onderwijs, maar we geven ze veel te weinig ruimte

“Leerkrachten zijn zeer essentieel voor goed onderwijs, maar we geven ze veel te weinig ruimte”, meent Smits. “Tijd en ruimte voor leerkrachten om samen te overleggen, voor te bereiden, te kijken hoe hun leerlingen het hebben gedaan en wat ze daaruit kunnen leren om bij te sturen, individuele gesprekken met leerlingen,… Dat zijn de activiteiten waar we naartoe moeten.”

Stabiele leider met langetermijnvisie

Wat er nodig is om die ruimte te creëren, daar hoeft de sociaal pedagoog niet lang over na te denken: “Leiderschap. Heel duidelijk. In eerste instantie leiderschap op school.”

“Omdat we eigenlijk een zeer ruim kader hebben waarbinnen gewerkt kan worden. De minister zegt eigenlijk: ‘Regel het. Doe maar. We hebben wel inspecties, je moet je doelen behalen, maar hoe je die behaalt: organiseer het maar, beste school’.”

Dan heb je leiders nodig die in een veranderproces durven gaan met de leerkrachten, wetende dat dat natuurlijk heftig ingrijpt op het leven van die mensen. Want hoe je job eruit ziet, hoe je daginvulling is, is op dat moment allemaal potentieel veranderbaar.”

“Maar dat is het sowieso. Het is onhoudbaar nu. We kunnen het gewoon niet meer georganiseerd krijgen. Dat betekent wel dat je stabiele leiders met een langetermijnvisie nodig hebt. Een perspectief waar je de komende drie tot vijf jaar naartoe wil.”

“Coöperatief ook, dus betrokkenheid van leerkrachten organiseren om hun eigen leerproces vorm te geven. Dat wil zeggen dat er meer teacher-leaders komen: mensen die zelf beslissingen durven nemen, die niet afhangen van een of ander imaginair beeld van de ‘inspectie’, ‘Brussel’, ‘leerplannen’,… “We leggen het allemaal daar, terwijl ik zeg: Het is hier. Jullie. Wat willen jullie?”

Samenleving van morgen heruitvinden

Bert Smits stelt dat de grootste beperking van vrijheid om te innoveren -en niet alleen in het onderwijs- in ons hoofd zit, omdat we vooral naar de paaltjes, de grenzen, kijken. En niet naar de ruimte ertussenin. Als ik opper dat dat een gevolg is van ons huidig onderwijs, beaamt hij dat. “Natuurlijk, maar dat is altijd de eeuwige kip-en-ei-discussie. Ik ben ook een product van het onderwijs dat er was. Het is heel belangrijk dat het onderwijs je zodanig vormt dat je in staat bent om de samenleving van morgen te heruitvinden.”

Het is soms ondanks dit soort van onderwijs in het verleden dat we mensen kregen die creatief zijn geworden of verantwoordelijkheid nemen. Misschien omdat ze zich uitgedaagd voelden om het systeem te omzeilen.”

“Maar ik ben ervan overtuigd dat er andere manieren zijn om meer mensen in dat soort mindset te krijgen en hen het gevoel te geven dat ze zelf aan het stuur zitten”, zegt Smits.

Een ideale mix is net leerkrachten die initiatief nemen en de context creëren, waarbij leerlingen ook echt verantwoordelijkheden nemen

“Tegelijkertijd ben ik niet voor 100% zelfsturing. Ik ben niet het type die zegt: ‘We geven ze enkel een iPadje en dan gaat het vanzelf.’ Zo werkt het niet. Het onderwijs moet echt leerlingen dingen aanreiken. Want je wereld gaat geleidelijk aan open. Wat iemand er uiteindelijk mee doet, is eigen aan die persoon.”

“Een ideale mix is net leerkrachten die initiatief nemen en de context creëren, waarbij leerlingen ook echt verantwoordelijkheden nemen. Maar zich evengoed ook soms afzetten tegenover wat er aangeboden wordt.”

“Je kunnen afzetten tegen iets is ook nodig om een soort kritische zin te ontwikkelen en creatief te worden”, vindt hij. “Als ik kijk naar het succes van de klimaatprotesten nu, dan doen we het als Belgen niet zo slecht met die kritische geest van jongeren. Je voelt dat die jonge generatie, als het er echt om spant, wel in gang komt.”

Plaats van de mens

Als we vandaag het onderwijs veranderen, dan hebben we over tien jaar een nieuwe maatschappij. Wat moet er veranderen om klaar te zijn voor de maatschappij die we misschien eigenlijk vandaag al hadden moeten zijn? “Eén” zegt Smits die vaak in opsommingen praat, “Ik denk dat het belangrijk is dat we niet in populistische debatten verzanden over of er nog kennis moet zijn.”

We weten dat kennis relevant is om kennis te ontwikkelen, maar dat je ook niet ongebreideld lijsten van buiten moet gaan leren. Je moet vooral de grammatica, de taal van bepaalde vakken begrijpen en dan kun je van daaruit weer aan de slag.”

“Het tweede heeft te maken met een meer fundamentele vraag, waar ik me de laatste tijd veel meer mee bezig ben gaan houden: wat is de plaats van de mens in onze samenleving? We zien dat technologie alsmaar intelligenter wordt en er meer en meer versmeltingen tussen mens en technologie komen. We zijn werkelijk naar een nieuw soort van mens-zijn aan het evolueren.

Kritisch denkende en voelende geesten

“Laat ons wel wezen: we hebben gewoon hyperintelligente machines en geweldige toepassingen die we gewoon super gemakkelijk vinden. Als we ons daarvan echt willen onderscheiden en ze ook een stuk voor ons willen laten werken, moet je de vraag stellen: wat voor soort mensen hebben we dan nodig?”

Dan heb je kritisch denkende en voelende geesten nodig. Om technische problemen op te lossen, zullen we wel de nodige artificiële intelligentie en zelflerende systemen hebben.”

Uiteraard moet je kinderen voorbereiden op de arbeidsmarkt. Maar ja, het is een arbeidsmarkt die je niet kent. Je moet je voorstellen dat er straks één menselijke arts is tegenover 16 miljoen artificiële artsen die 16 miljoen diagnoses stellen en constant van elkaar leren. Ja, wie wint?”

“Dat er een kwantumgat gaapt met leerkrachten die nu nog koudwatervrees moeten overwinnen voor het gebruik van een tablet in de klas is nog niet zo erg. Zolang we er maar voor zorgen dat we jongeren en kinderen krijgen die zichzelf in balans houden en weten wat ze voelen. En dat soort zaken ook echt kunnen inbrengen en daarover kunnen communiceren.”

“Dat wordt een belangrijke sleutel. Beleidsmatig hoor je daar niks van. We hebben het maar over wat er in het curriculum moet aan kennis. Uiteraard moet je kinderen dingen laten leren, maar niet de breinen volstoppen. Dat krijg je toch niet gedaan. Wel genoeg om voeding te zijn om te kunnen voelen en begrijpen en communiceren wat er allemaal gebeurt. Dat is het. Daar moeten we de kinderen nu op voorbereiden.”

Niet alleen weten, ook voelen

Met het industriële onderwijs en de focus op efficiëntie hebben we vooral ons hoofd getraind, maar zijn we het hart vergeten. En zoals, ook op de website van het Mysterie van Onderwijs aangehaald, zei de Griekse filosoof Aristoteles al: ‘Educating the mind without educating the heart is no education at all’.

Het hart ontbreekt in het huidige onderwijs, meent ook de sociaal pedagoog: “Het hart, de buik, alles wat eigenlijk slaat op een ander soort kennis ontbreekt vandaag. Een intelligentie die we als soort hebben, maar heel erg zwaar onderontwikkeld is. Waarvan ik zelfs zou durven denken dat degenen die vroeger niet naar school gingen soms nog meer die connectie hadden.”

Als je het puur alleen cognitief probeert te doen, kun je het niet allemaal meer bevatten

“We hebben heel lang in een soort dissociatieve context geleefd. Zelf ben ik al heel lang van de synthese. Integreren, het bij mekaar brengen, een geheel bekijken. Heel zijn betekent ook dat je niet alleen moet weten, maar ook moet voelen. Als je het puur alleen cognitief probeert te doen, kun je het niet allemaal meer bevatten.”

Bevrijding van de leerkracht

“Daarom is ‘de bevrijding van de leerkracht’ al een paar jaar een soort leus van mij”, verduidelijkt Smits. “Ik pleit ervoor dat leerkrachten hun professionele intuïtie gebruiken en inzetten.”

“Dat je als leerkracht de vrijheid voelt om initiatieven te nemen die vertrekken vanuit je professionaliteit. Ik vind dat te veel leerkrachten verlamd zijn door uitgeverijen, door leerplannen, boetes,…”

“Dat is helemaal niet nodig: neem initiatief. Als je voelt dat het de juiste stap is, doe het. Je mag. Je kan. Geef ook aan hoe het voelt. Ik vind het doorontwikkelen van de intuïtie, het gevoel, de betekenis van de dingen super cruciaal.”

“Dat is waar we in het onderwijs, maar ook in de samenleving ruimte voor nodig hebben. Dat is wat we onze kinderen moeten aanleren. Het is een vaardigheid die zij nodig hebben om veranderingsbekwaam te zijn in een constant schuivende setting.

“Dit wat ik je nu vertel, daar gaat het voor mij om. Dat is de inzet van onze toekomst. Leren in de meest brede zin van het woord. Maak er lerende, levende, voelende wezens van. Dat is het allerbelangrijkste. Voilà.”