Een klinische gevalideerde app die heup- en kniepatiënten sneller en efficiënter doet revalideren. En die onze ziekteverzekering jaarlijks ook een smak geld moet helpen besparen. De oprichters van de Brusselse start-up moveUP kunnen best wat troeven op tafel leggen, maar hun parcours toont ook aan hoe lastig innovatieve starters het in ons land nog altijd hebben. “Ergens spelen we een pioniersrol en daar betaal je soms ook een prijs voor.”

Ondernemersbloed kruipt waar het niet gaan kan: orthopedisch chirurg Philippe Van Overschelde runt al jarenlang een bloeiende medische praktijk in het Gentse, ingenieur Ward Servaes startte zijn carrière bij Philips en ging vervolgens bij elektronicareus Niko aan de slag. Eind 2014 leerden ze elkaar kennen in een MBA-opleiding van Vlerick, twee jaar later zag hun geesteskind moveUp het levenslicht.

“Tijdens dat bewuste MBA kregen we onder meer de opdracht om zelf een idee uit te werken tot een levensvatbare business case”, blikt Servaes terug. “Aanvankelijk waren we met zes enthousiastelingen, vier daarvan hebben het bedrijfje uiteindelijk boven de doopvont gehouden. Aan originele ideeën hadden we geen gebrek, maar finaal was het de grootmoeder van een van de medeoprichters die ons op het winnende idee bracht. Zij was gevallen en in het ziekenhuis beland, maar zat intussen opnieuw thuis. Een bejaarde die na een val opnieuw de draad moet oppikken, dat is natuurlijk nooit zonder risico’s, en zo ontstond het idee een wearable te ontwikkelen om haar continu te monitoren.”

“Tot we enkele dagen later in de krant lazen dat een handvol Belgische ondernemers, na een bezoek aan Silicon Valley, van net hetzelfde idee bevallen was. We hebben onze plannen dan nog enkele keren bijgestuurd, en tijdens een van de vele brainstorms legde Philippe een aangepast idee op tafel: waarom niet eens polsen bij zijn patiënten in hoeverre ze warmliepen voor een combinatie van een medische app en een slimme armband die hen kon helpen tijdens het revalidatieproces?

Orthopedisch chirurg Philippe Van Overschelde

Continue opvolging

“Daarop hebben we een bevraging opgezet bij 400 patiënten”, vult orthopedisch chirurg Philippe Van Overschelde aan. “Daaruit bleek dat flink wat mensen zelfs bereid zouden zijn om voor zo’n app te betalen, als die hun revalidatieproces kon versnellen. Via moveUP bezorgen we de patiënten na een knie- of heupoperatie nu een gepersonaliseerd revalidatieprogramma, inclusief interactiemogelijkheden met de arts en de kinesist.”

“Vandaag trekken patiënten reeds twee dagen na de operatie opnieuw huiswaarts, maar zie ik hen meestal pas zes weken later terug voor controle. In de tussentijd is er geen systematische interactie of feedback naar mij toe. Onze app speelt in op dat gebrek aan communicatie en de vaak niet optimale behandeling of opvolging die daaruit voortvloeit. Patiënten krijgen niet alleen dagelijks oefeningen voorgeschreven, via de wearable krijgen kinesisten of andere behandelende artsen ook dagelijks een rapport binnen over de vooruitgang die de patiënt maakt. Waar nodig kan er dan heel snel worden bijgestuurd. Patiënten moeten, net omdat ze op afstand worden opgevolgd, ook veel minder vaak langsgaan bij de kinesist dan in het huidige behandelingssysteem.”

Technologie tijdig kunnen anticiperen op problemen

In de wetenschap dat dat ons land jaarlijks zowat 55.000 knie- of heupoperaties telt, lijdt het geen twijfel dat deze, klinisch bewezen, revalidatietherapie een stevig potentieel heeft. En de app vandaag nog niet terugbetaald wordt door het Riziv - enkele privé-verzekeraars betalen het gebruik ervan wél al terug - maakten intussen al een duizendtal patiënten er gebruik van. Op basis van hun traject en na vergelijking met historische data over de revalidatie na dit soort operaties, becijferden de oprichters van moveUP dat onze sociale zekerheid wel wat te winnen kan hebben bij een erkenning van de app.

Zelfs als maar 20 tot 30 procent van de orthopedische patiënten in ons land de app zou gebruiken, spreken we al snel over een jaarlijkse besparing van enkele miljoenen

“Zelfs als maar 20 tot 30 procent van de orthopedische patiënten in ons land de app zou gebruiken, spreken we al snel over een jaarlijkse besparing van enkele miljoenen”, maakt Ward Servaes zich sterk. “Het grootste voordeel is dat we dankzij deze technologie tijdig kunnen anticiperen op problemen tijdens de revalidatie. Zo vermijden we uiteraard dure extra behandelingen.”

Terugbetaling

“De stap naar een echt medische app was aanvankelijk niet zo evident,” geeft Servaes aan. “Een app ontwerpen en die op de App Store gooien, dat kan iedereen. Een ander verhaal wordt het als die app ook medisch onderbouwd moet zijn. Tegelijk zit daarin natuurlijk ook de grootste toegevoegde waarde, en dat was ook het advies dat we van de begeleidende prof bij Vlerick meekregen.”

De combinatie van onze start-up met een voltijdse job bleek gewoon niet langer houdbaar

“Na een testperiode van zes maanden met een aantal patiënten - met opvallend goede resultaten – hebben we uiteindelijk beslist er volledig voor te gaan. We waren toen met vier: twee ingenieurs, een jurist en een orthopedisch chirurg. In onderling overleg heb ik in de zomer van 2016 als eerste besloten mijn baan op te zeggen en de grote sprong te wagen. Philippe vragen om zijn praktijk op te geven, dat zou met het oog op de verdere ontwikkeling van het bedrijf wellicht niet de meest intelligente zet zijn geweest (lacht). We hadden intussen ook al wat geld opgehaald bij familie en vrienden en de klinische studie naar de medische meerwaarde van onze app was toen net gevalideerd. De combinatie van onze start-up met een voltijdse job bleek gewoon niet langer houdbaar.”

In september van dat jaar – de eerste commerciële versie van de app was net klaar - diende moveUP, samen met een honderdtal andere start-ups, een dossier in bij het Riziv om als medische app erkend te worden en zo op termijn dus ook in aanmerking te komen voor terugbetaling. Philippe Van Overschelde: “Op basis van dat dossier, in het kader van de zogenaamde mobile health call, hebben we onze app in 2017 laten proefdraaien in drie ziekenhuizen.”

Ward Servaes, CEO & co-founder van moveUP

In oktober 2018 volgde dan het goede nieuws dat moveUP, samen met nog een handvol andere medische apps, effectief in aanmerking kwam voor terugbetaling door de Belgische ziekteverzekering. Intussen zijn we nog eens ruim een half jaar verder, maar is er nog altijd geen schot gekomen in die terugbetalingsprocedure.

“Eerlijk: ik had nooit verwacht dat heel dit proces zo lang zou aanslepen,” klinkt het. “De feedback van de proefpatiënten en zorgverstrekkers is immers overweldigend goed. We hebben intussen wel wat patiënten die bereid zijn de app ook zonder terugbetaling te gebruiken voor hun revalidatie – reken op 600 euro all inclusive voor een periode van drie maanden - maar ik hoef je niet te vertellen dat die terugbetaling een cruciale factor is, zeker voor een jong bedrijfje als het onze.”

Als start-up beschik je uiteraard niet over eindeloze financiële reserves, en we hebben onlangs dan ook beslist om de organisatie wat lichter te maken door een aantal medewerkers te laten vertrekken. Tegelijk willen we ons nu ook volop gaan focussen op het buitenland, in eerste instantie Nederland. Daar hebben we intussen al een aantal goede contacten gelegd, en het is de bedoeling dat onze business developers zich nu in eerste instantie op die markt gaan concentreren. Bijzonder jammer, maar we kunnen niet blijven wachten op die terugbetaling in België, dus moeten we schakelen.”

Durfkapitaal

MoveUP bestaat nog geen drie jaar, maar werkt intussen al samen met dertien voltijdse werkkrachten. Gevraagd naar de grootste groeipijnen – los van de Riziv-saga – volgt het antwoord even snel als unaniem. “Het is aartsmoeilijk om goede developers op de kop te tikken. Bovendien zijn die dan meestal ook onbetaalbaar. Vergeet ook niet wat dat wij in dezelfde vijver vissen als al wat grotere namen uit de regio, genre Showpad of Teamleader.”

Start-ups worden hier wel vertroeteld en vaak ook doodgeknuffeld met allerlei premies en kleine subsidies, maar eens je de lat wat hoger legt, wordt het een heel ander verhaal

“Daarnaast, en zo mogelijk nog lastiger: écht durfkapitaal vinden, dat is in België haast onmogelijk. Start-ups worden hier wel vertroeteld en vaak ook doodgeknuffeld met allerlei premies en kleine subsidies, maar eens je de lat wat hoger legt, wordt het een heel ander verhaal. Kapitaal genoeg in dit land, maar geen enkele zogenaamde durfkapitalist durft echt te springen. Of ze leggen de lat naar garanties toe zo gigantisch hoog dat geen enkele starter daarin ooit kan meegaan.”

De vaststelling dat wij als start-up maar moeilijk in een welbepaald hokje onder te brengen zijn, maakt het voor vele kandidaat-investeerders blijkbaar nog lastiger. Enerzijds zijn wij een softwarebedrijf dat ook gigantisch veel data verzamelt en op basis daarvan nieuwe inzichten probeer te ontwikkelen voor de revalidatie van knie- of heuppatiënten. Anderzijds zijn we natuurlijk ook een medical device, maar dan wel eentje dat niet echt tastbaar is. Die combinatie is behoorlijk onuitgegeven, en naar investeerders toe blijkt ook dat een stevige handicap.”

Zwaarste inschattingsfout

“Uiteraard speelt ook de onzekerheid over de terugbetaling niet echt in onze kaart. Potentiële geldschieters vinden het bijzonder lovenswaardig dat we de opvolging en behandeling van patiënten trachten te professionaliseren, maar schrikken tegelijk ook terug voor het lange traject dat we daarbij moeten afleggen.”

“Ergens spelen we een pioniersrol en daar betaal je soms ook een prijs voor. Gelukkig zijn onze huidige investeerders bijzonder geduldig en blijven ze in ons geloven. Als we nu terugblikken op ons traject, is dit misschien de zwaarste inschattingsfout die we gemaakt hebben: we hadden sneller de internationale kaart moeten trekken.”