Dat ons wagenpark groener moet als we de toekomst willen verduurzamen, is een feit. Ook het openbaar vervoer kan hiertoe fors bijdragen. Maar terwijl landen als Nederland, Duitsland en Zweden op dat gebied grote inspanningen doen en verregaande ambitie tonen, hinkt ons land hopeloos achterop. Peter Wouters, managing director van VDL Bus in Roeselare, Europees marktleider in productie van elektrische (stads)bussen, legt zowel de pijnpunten als opportuniteiten bloot.
We staan met z’n allen elk jaar langer in de file en pompen met onze wagens elk jaar meer CO2 in de atmosfeer. Openbaar vervoer kan op meer dan één manier het verschil maken: niet alleen door auto’s uit het verkeer te halen, maar ook door zelf ecologisch te rijden. Lead by example. Elektrisch aangedreven bussen zijn in dat opzicht het perfecte antwoord: geen uitstoot, snel oplaadbaar en – het oor wil ook wat – volkomen geruisloos. Maar terwijl onze buurlanden volop inzetten op deze duurzame en disruptieve technologie, schiet België flink te kort. En dat terwijl het mobiliteitsprobleem net hier steeds nijpender wordt. “Het is echt twee voor twaalf”, waarschuwt Peter Wouters.
Gebrek aan ambitie
“We lopen inderdaad sterk achter op koplopers Nederland en Scandinavië. Dat zijn twee landen die investeren in ecologisch openbaar vervoer én daar zelfs concrete ambities aan koppelen”, aldus Wouters. “Zo heeft Nederland gezegd: tegen 2025 moet elke nieuwe bus van het openbaar vervoer nul emissie hebben, tegen 2030 geldt dat ook voor elke rijdende bus. Die visie is ook nodig, want alleen als je een concreet en uitgesproken beleid hebt, kan je als land ook echt stappen zetten en kunnen regio’s al een en ander in beweging brengen door zelf elektrische bestellingen te plaatsen.”
“Dat duidelijke kader ontbreekt in België. Meer nog, zowel Vlaanderen, Brussel als Wallonië hebben onlangs beslist om eerst nog te investeren in hybride bussen. Toegegeven, het is een stapje in de goede richting en de elektrische autonomie van deze hybride bussen neemt gaandeweg toe, maar laten we niet vergeten dat hybride bussen nog voor een groot stuk afhankelijk van diesel zijn – verre van zero emissie dus.”
Beetje bij beetje schuift België in de richting van de goede oplossing, maar veel te traag. Andere landen zetten gewoon grotere en meer gedurfde stappen
“Daaruit blijkt toch een gebrek aan ambitie in ons land”, is Wouters streng. “We schuiven beetje bij beetje in de richting van de goede oplossing, maar veel te traag. Andere landen zetten gewoon grotere en meer gedurfde stappen. Of we nog een inhaalbeweging zullen maken, weet ik niet. Misschien dat de huidige klimaatacties één en ander in een stroomversnelling kunnen steken, maar dat valt nog af te wachten.”
Bussen met een bel
De vraag is dan natuurlijk waarom ons land achterblijft. Volgens Wouters is de reden niet ver te zoeken. “Vaak wanneer De Lijn in de media komt, is het in termen van besparingen. Dat getuigt niet van visie. Akkoord, elektrische bussen zijn duurder in aankoop dan hybride of dieselbussen en de kosten per kilometer liggen hoger, maar dat laatste is alvast binnen twee tot drie jaar uitgevlakt.”
“Ja, een elektrische bus zal duurder blijven, maar de brandstof- en onderhoudskosten liggen lager, dus als die omslag per kilometer is gemaakt, ga ik er van uit dat de keuze voor elektrische bussen niet minder dan logisch wordt. Tel uit je winst: zero emissie, een kost per kilometer die gelijk is aan een bus die op fossiele brandstof rijdt en veel minder lawaaihinder. Elektrische bussen zijn namelijk geluidloos. In die mate zelfs dat wij op onze voertuigen een bel moeten monteren, zodat mensen weten dat we eraan komen (lacht).”
24/7 inzetbaar
Ook op vlak van efficiëntie hebben e-bussen trouwens heel wat streepjes voor: de nieuwe generatie bussen wordt op amper 20 minuten tijd geladen, via oplaadpunten die op de busroutes zelf geplaatst zijn. Het tijdverlies is dus gering en bussen zijn in dit systeem dan ook 24/7 inzetbaar. “Dat is ook de reden waarom bussen volgens mij veel sneller de stap naar elektrisch zullen zetten dan auto’s: omdat ze in tegenstelling tot wagens tijdens de routes kunnen opgeladen worden”, beweert Wouters.
Dat is de reden waarom bussen volgens mij veel sneller de stap naar elektrisch zullen zetten dan auto’s: omdat ze in tegenstelling tot wagens tijdens de routes kunnen opgeladen worden
En het gaat nog verder: in Utrecht loopt een project waarbij bussen die ’s avonds nog energie in de batterij hebben, worden ingezet om aan het tekort op het net tegemoet te komen door die resterende stroom af te staan. “Dat is inderdaad nog een voordeel”, beaamt de managing director van VDL Bus. “Men spreekt er ook over om hetzelfde met auto’s te doen: de eigenaar van zo’n auto komt ‘s avonds thuis en tapt de resterende stroom in zijn batterij af voor andere doeleinden. Revolutionair, maar vooral hét bewijs dat we in de toekomst op een heel andere manier met onze energie zullen moeten omgaan.”
In 2017 kocht stad Gent zelf bussen aan, omdat De Lijn er toen de budgetten niet voor had. Komt de omslag met andere woorden van onderuit, vanuit de steden zelf? “Dat project in Gent draaide om kleinere stadsbussen”, nuanceert Wouters, “maar ik merk wel dat de honger van de steden om naar zero emissie en duurzaamheid te gaan, groot is. Daarom zijn ze maar al te bereid om zelf initiatieven te gaan nemen. Uiteraard is dat niet zo evident, zeker niet in termen van openbaar vervoer. Daarvoor zal er een goede verstandhouding moeten ontstaan tussen deze steden en De Lijn.”
China voorloper in duurzame mobiliteit
Even een vreemde tegenstelling aankaarten: China wordt overal neergezet als één van de grootste vervuilers ter wereld, maar alleen al in Shenzhen rijden wel 16.000 e-bussen rond. Bovendien komen alle cellen die VDL Bus gebruikt momenteel uit China. Dus de Aziatische tijger staat eigenlijk gewoon voor de groene toekomst. “China wordt vaak beschouwd als een land dat Europese technologie kopieert, maar op vlak van duurzame mobiliteit is het omgekeerd”, zegt Wouters. “Zij lopen op dat gebied mijlenver voorop, ook al omdat hun smogproblemen hen daartoe gedwongen hebben.”
“Het enige jammere is dat een aantal bestellingen voor elektrische bussen vandaag in China gebeurt, in plaats van in ons eigen land. Vooral ook omdat het oneerlijke concurrentie is, omdat de productie van die bussen zwaar gesubsidieerd wordt en de invoerrechten in Europa heel klein zijn.”
Bussen op waterstof
En wat dé toekomst van openbaar vervoer betreft? Zijn elektrische bussen het eindpunt? Verre van, aldus Wouters. “Momenteel zijn we volop aan het testen met bussen op waterstof. Niet als vervanging voor elektrische bussen, maar als aanvulling voor vervoer over grotere afstanden. Daar is intussen ook al een bestelling voor binnengekomen. Uit Nederland, inderdaad. Maar voor waterstofbussen zijn tankinfrastructuren nodig waar we nu nog niet aan toe zijn, en ook de technologie moet nog groeien.”
“Zelfrijdende bussen? Ook daar denken we over na, maar eerlijk gezegd: het moment dat de chauffeur fysiek uit de bus zal verdwijnen, is nog vér weg. Autonoom rijden is trouwens ook een beetje een buzzwoord. In elk geval gaat de toekomst van bussen over meer dan elektrisch rijden. Maar laten we nu toch eerst beginnen met dat duurzaamheidsverhaal.”