Vandaag voeren UAntwerpen, UGent en imec een unieke test uit langs de E313. Die bestaat uit twee geconnecteerde auto’s, die draadloos met elkaar communiceren en zo met elkaar samenwerken. Zo wordt er gekeken wat de impact is van communicerende voertuigen op onder andere de verkeersveiligheid.
Geconnecteerde auto's weten meer
Kettingbotsingen en andere ongevallen ontstaan vaak omdat chauffeurs geen zicht hebben op wat er gebeurt voorbij het voertuig onmiddellijk voor hen. Daardoor reageert een chauffeur mogelijk te laat, of foutief. Auto’s die met elkaar communiceren, moeten dat probleem oplossen. “Vandaag bestaan er verschillende technologieën voor korteafstandscommunicatie tussen auto’s en met de weginfrastructuur”, benadrukt Bart Lannoo, Business development manager bij imec/UAntwerpen. “Zo zijn er twee grote technologiestrekkingen, met een WiFi-variant (ITS-G5) en een 4G-variant (C-V2X). Daarnaast kan ook de commercieel beschikbare 4G-communicatie gebruikt worden."
Bij de test van vandaag zullen drie auto’s achter elkaar rijden. Twee ervan zijn uitgerust met radiomodules, tussenin rijdt een gewone auto. Wanneer de eerste auto een noodstop uitvoert, zal die informatie razendsnel worden doorgegeven aan de andere uitgeruste auto. Dat kan zelfs wanneer de gewone auto zich tussen de twee geconnecteerde auto’s bevindt, of wanneer die zich buiten het zicht van de eerste auto bevindt. De tweede geconnecteerde auto zal daarop ook onmiddellijk een waarschuwing krijgen om te remmen. Het is de bedoeling om die soort informatie in de toekomst te gebruiken als extra databron om zelfrijdende wagens aan te sturen.
3,5 miljoen euro voor uniek project
“De technologieën die hier getest worden, kunnen de verkeersveiligheid verbeteren en het fileprobleem verlichten. Daarom investeert Vlaanderen 3,5 miljoen euro in dit project en in de ‘smart highway’, een permanente testsite langs de E313/E34, die toelaat om op een flexibele manier nieuwe communicatie-, data- en sensortechnologieën te testen en valideren. Een volgende fase voorziet uitbreiding naar de Antwerpse ring. Dit is een belangrijke stap naar zelfrijdende wagens in ons verkeer”, benadrukt Philippe Muyters, Vlaams minister van Economie en Innovatie.
De verwachting is dat geconnecteerde en straks mogelijk zelfsturende auto’s zullen compenseren voor menselijke fouten en daarmee het aantal en ernst van ongevallen zullen terugdringen. Dat kan doordat de auto meer weet, ziet en kan verwerken dan de bestuurder dankzij technologie. Doordat er beter geanticipeerd kan worden, zal bruusk remmen en harmonicafiles worden tegengegaan, zullen manoeuvres vlotter gebeuren en kunnen auto’s op een veilige manier dichter tegen elkaar rijden.
"Vlaanderen mag deze trein niet missen"
“We moeten steeds inventiever worden in onze strijd voor vlotter en veiliger verkeer”, zegt Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts. “Zeker in het geval van verkeersveiligheid is het laaghangend fruit nu wel geplukt. Om het aantal ongevallen en slachtoffers verder te laten dalen zullen we creatief en innovatief moeten zijn. Gelukkig hebben we in Vlaanderen de nodige inventiviteit bij de vleet. Communicerende voertuigen die informatie uitwisselen zijn veelbelovende innovatie. Vlaanderen wil en zal deze trein niet missen.”
Toch is het nog niet helemaal duidelijk wat de toekomst precies zal brengen."Autofabrikanten hebben nog geen keuze gemaakt over de meest geschikte technologie. Nochtans is het voor de interoperabiliteit tussen auto’s van verschillende automerken belangrijk dat ofwel de autosector een keuze maakt voor één welbepaalde technologie die dan overal gebruikt wordt, ofwel dat de interoperabiliteit tussen de technologieën gegarandeerd wordt", schets Lannoo.
"Binnen het Smart Highway project testen we de verschillende technologieën en bieden we een flexibel platform aan om eenvoudig volgende generatie technologieën toe te voegen, en dat in een real-life omgeving. Dit platform biedt ook de mogelijkheden om toekomstige use cases te ondersteunen die veel data processing vergen, bijvoorbeeld door gebruik van artificiële intelligentie", besluit Lannoo.