Camera’s, bewegingssensoren, slimme prullenbakken en een hele wijk als proeftuin: Antwerpen moet meer en meer een Smart City worden. Moderne technologie moet de omgeving efficiënter maken en het levensgemak van de inwoners bevorderen. Maar wat met de privacy van de inwoners?
Camera’s verhogen de veiligheid, een bewegingssensor regelt de verlichting van een basketpleintje en de burger kan online zijn mening geven. Voor deze toepassingen hebben innovatieve stadsontwikkelaars de term 'Smart City' bedacht. Ook de stad Antwerpen is een trotse City of Things, met Sint-Andries als vooruitgeschoven Smart Zone.
Eén van de vele Smart City-projecten
Over de hele wereld vind je Smart City-projecten. Bij het ene speelt de vrije markt mee, bij het andere houdt een centrale overheid de touwtjes in handen. Zo wil China in 2020 een sociaal kredietsysteem invoeren dat elke burger een score geeft, gebaseerd op gegevens uit de Smart City-toepassingen. Iemand met schulden en die veel verkeersovertredingen begaat, maakt minder kans op een mooie baan of om op de universiteit te worden toegelaten. In tech-hoofdstad Shenzhen worden dergelijke toepassingen nu al getest, maar ook een staatsgestuurd bedrijf als Alibaba maakt gebruik van big data om iemand die snel facturen betaalt bepaalde financiële voordelen te geven.
Ook in Toronto loopt een project. Het stadsbestuur, gesteund door de provincie Ontario en de Canadese staat, werkt daar samen met een zusteronderneming van Google aan de slimme wijk Quayside, een project dat vergelijkbaar is met Antwerpen Smart City.
Sint-Andries
In Toronto zijn er plannen voor een volledige nieuwbouwwijk, terwijl Antwerpen voorlopig slechts enkele toepassingen test in de Sint-Andriesbuurt. De tastbare Smart Zone is een onderdeel van City of Things, een project van de stad, het Leuvense onderzoekscentrum imec en het Vlaamse Gewest. Vlaanderen investeert jaarlijks acht miljoen euro, de stad en imec elk 650.000 euro. Dat geld gaat niet alleen naar de Smart Zone, maar ook naar andere ‘slimme’ technologieën zoals prullenbakken die doorseinen wanneer ze vol zitten.
Op het Sint-Andriesplein staan lantaarnpalen die door middel van sensoren en camera’s feller of minder fel schijnen bij menselijke beweging. Daarnaast krijgt de 'slimme verlichting’ een rode kleur als er overdag neerslag verwacht wordt, zodat mensen hun paraplu alvast kunnen klaar houden. Rond het drukke kruispunt bij het Tropisch Instituut vind je een tweede onderdeel: ‘Veilig Oversteken’. Hier wordt met behulp van slimme camera’s in de gaten gehouden wanneer mensen door het rood lopen.
Word ik herkend?
De passerende burger kan zich afvragen wie de beelden bekijkt en of hij of zij dan een verkeersboete krijgt. Claude Marinower, schepen voor Economie en Innovatie, stelt ons gerust: “De stad is enkel geïnteresseerd in aantallen en niet in de identiteit van de mensen op straat. Bij dit kruispunt worden geen individuele verkeersovertredingen geregistreerd om boetes uit te delen.” Imec bevestigt dat de camera’s in de Smart Zone niet uitgerust zijn met gezichtsherkenningssoftware.
We hebben geen zin om met een grote industriële partner in zee te gaan, zoals Toronto dat doet met Google
Maar wie beschikt er nu over de gegevens? City of Things wil de controle in ieder geval zoveel mogelijk behouden. “Wij als academisch instituut, in samenwerking met de stad, waken over onze onafhankelijkheid”, zegt Rob Heyman, privacy-onderzoeker bij City of Things. “We hebben geen zin om met een grote industriële partner in zee te gaan, zoals Toronto dat doet met Google.”
Zorgen bij de burger
Voormalig stadsdichter Maarten Inghels, bedenker van The Invisible Route, een wandelroute langs plekken zonder camera’s, voelt zich toch niet comfortabel bij de opslag en het gebruik van de gegevens uit de Smart Zone. “Natuurlijk ben ik blij als er een camera in de buurt hangt als mijn fiets gestolen is of ik overvallen word. Maar het stoort mij dat er geen transparantie is over wie de beelden bekijkt en wat ermee gedaan wordt.”
Antwerpen heeft nog een weg te gaan, voordat het zichzelf echt smart en transparant mag noemen
Er bestaat nochtans een wettelijke plicht om de burger hiervan op de hoogte te brengen. “De GDPR-regelgeving stelt dat passanten snel en correct geïnformeerd worden als we data over hen verzamelen”, zegt schepen Claude Marinower. Er werden al meermaals buurtvergaderingen gehouden waar burgers hun zegje konden doen. Rob Heyman van City of Things: “We voelden dat er inderdaad nood was aan meer transparantie.”
De Smart Zone startte in 2018. Op dit moment wordt het proefproject geëvalueerd. Voor concrete cijfers is het nog net iets te vroeg. De betrokken partijen hebben al wel iets gedaan aan de zichtbaarheid van de Smart Zone. Aan de rand van Sint-Andries geven 33 witte verkeersborden de buitengrenzen aan. Op twee plekken staan grote digitale informatieborden. Tijdens onze verkenning werkten die helaas niet. Antwerpen heeft nog een weg te gaan, voordat het zichzelf echt smart en transparant mag noemen.