Denken is een redelijk essentieel onderdeel van elke opleiding of elke studie. De School of Thinking gaat nog een stap verder. Het eenjarige postgraduaat aan de Vrije Universiteit Brussel leert de studenten (bedrijfsleiders, academici, overheidsmanagers,…) denken over denken. Daar is volgens één van de bezielers, filosoof en wiskundige Jean Paul Van Bendegem vandaag meer dan ooit nood aan. “Ons denken vertrekt vaak vanuit vooroordelen en foute inzichten, dat heeft de coronacrisis nog maar eens aangetoond. Terwijl wij met de School of Thinking net de comfortabele maar platgetreden paden willen verlaten. Hop, de jungle van het denken in.”
Foute denkkaders
Denken we te weinig na over denken? Jean Paul Van Bendegem, professor Logica en Wetenschapsfilosofie met emeritaat, vindt van wel. Hij moest niet lang nadenken - pun intended - om mee aan de kar van de School of Thinking te trekken. “We beschikken over heel veel wetenschappelijk onderzoek dat aantoont hoe vaak mensen fout denken. We vertrekken vanuit vooroordelen en foute inschattingen.”
De iniatiefnemers van de School of Thinking voelden een groeiende nood om meer en beter na te denken over denken, aldus Van Bendegem. “Er is al heel veel geschreven over de betekenis van goed, kwaliteitsvol en verantwoord denken. Maar er zijn geen opleidingen en trainingen om dat denken aan te scherpen.”
Gezond verstand gaat helemaal niet over goed of fout, maar dat is wel wat we ervan gemaakt hebben
“De coronacrisis heeft nog maar eens aangetoond hoe vaak we vanuit de foute denkkaders vertrekken. Ik heb me enorm gestoord aan al die oproepen om ons ‘gezond verstand’ te gebruiken. Want iedereen voelt dat anders in. Mensen die denken dat het geen kwaad kan dat ze hun bubbel een klein beetje vergroten, denken evengoed dat ze hun gezond verstand gebruiken. De Engelse vertaling van gezond verstand is ‘common sense’. Dat is precies wat het betekent: simpelweg iets delen met elkaar, iets ‘common’ dat we gemeen hebben. Gezond verstand gaat helemaal niet over goed of fout, maar dat is wel wat we ervan gemaakt hebben.”
“Ook de dood van George Floyd in de Verenigde Staten, en de protesten tegen racisme en politiegeweld die er wereldwijd op volgden, hebben ons nog eens met de neus op de feiten gedrukt. Mensen hebben terecht gezegd en geschreven dat we moeten nadenken over taal, over de impact van woorden. Zelfs als we racisme vanuit al onze vezels veroordelen, zijn er vaak ongewild toch nog restanten van overgebleven. Welke vooroordelen en stereotypes slepen we onbewust mee in ons denken? Daarbij stilstaan, dat is denken over denken.”
Van de woestijn naar het Amazonewoud
Denken is vandaag complexer dan ooit, geeft Van Bendegem toe. “Toen ik tussen 1979 en 1983 doctoreerde, was het moeilijk om aan informatie te geraken. Ik moest brieven schrijven naar professoren aan de andere kant van de wereld, en dan weken wachten op antwoord. Als dat al ooit kwam. Het was alsof ik rondliep door een woestijn. Af en toe zag ik een oase, en dan moest ik maar hopen dat het geen fata morgana was.”
“In 2020 is die woestijn het Amazonewoud geworden. Je moet je met een machete een weg door het regenwoud banen. Je ziet niet waar andere mensen je al zijn voorgegaan. En als je een stuk regenwoud wegkapt, is dat voor je het goed en wel beseft opnieuw dichtgegroeid.”
We trekken als het ware de jungle in. De jungle van het denken
Het is een uitdaging die ook in de School of Thinking aan bod komt: hoe gaan we om met de lawine aan data en informatie die op ons afkomt? “Tik ik vandaag een zoekterm in op Google Scholar, dan krijg ik 138.205 hits. Onderzoek heeft aangetoond dat alleen al in de filosofie 80 procent van alle wetenschappelijke publicaties nooit door iemand wordt geciteerd. De kans is reëel dat die nooit door ook maar één ziel worden gelezen”, zegt Van Bendegem.
Nagels in de muur kloppen
‘Develop the capacity for cultivating extraordinary intelligence’, dat is volgens de website de opperste ambitie van de School of Thinking. “Je moet niet hoogbegaafd zijn om je in te schrijven en we gaan zéker niet van elke student een genie kunnen maken”, lacht Van Bendegem. “De ‘extraordinary’ slaat hier op het buitengewone. Want dat is wel onze doelstelling: we willen de platgetreden, comfortabele paden verlaten. We trekken als het ware de jungle in. De jungle van het denken.”
“Maar om nieuwe denkmethodes en denktechnieken aan te leren, moeten we eerst onze huidige denkconcepten definiëren. Dat is een beetje mijn rol in de School of Thinking, vanuit mijn eigen vakgebied van de formele logica. Elke manager denkt vandaag out-of-the-box en elke vacature gaat op zoek naar mensen die out-of-the-box denken. Dan vraag ik me eerst en vooral af: weet je de box eigenlijk wel staan? Als je niet weet waar de box begint en eindigt, hoe kan je er dan buiten stappen?”
De geschiedenis van de hamer is ongetwijfeld razend interessant. Maar daar ben je op zich weinig mee als je niet leert hoe je een nagel in de muur moet kloppen. Zo is het ook met denken
Het postgraduaat is een mix van theorie en praktijk, legt Van Bendegem uit. “De geschiedenis van de hamer is ongetwijfeld razend interessant. Maar daar ben je op zich weinig mee als je niet leert hoe je een nagel in de muur moet kloppen. Zo is het ook met denken. We willen onze studenten een toolkit meegeven om zelf de klassieke denkpatronen in vraag te stellen en te verlaten. Ik hoop dat onze studenten diegenen zijn die in een vergadering tussenkomen: ‘Misschien moeten we het probleem anders bekijken en de redenering eens radicaal omdraaien?’ Diegenen die invalshoeken op hun kop zetten en ingewikkelde problemen op een totaal andere manier benaderen.”
‘Geloof geen woord van wat ik zeg’
De School of Thinking is een interdisciplinair postgraduaat. De professoren komen uit verschillende domeinen, van filosofen tot ingenieurs. Ook de studenten hebben totaal uiteenlopende achtergronden, legt Van Bendegem uit. “Er zitten academici tussen, maar evengoed overheidsmanagers en bedrijfsleiders. Het enige wat ze gemeen hebben, zijn een open blik en een grenzeloze nieuwsgierigheid. Ze zijn hongerig om nieuwe dingen te leren.”
“Het is voor mij als lesgever een totaal andere ervaring”, bekent Van Bendegem. “Als ik het even plastisch mag uitdrukken, dan zijn bachelorstudenten nog lege flessen die gevuld moeten worden met kennis. Bij de masterstudenten begint die fles volop te gisten. In het postgraduaat krijg ik de kurk nog amper terug op de fles (lacht).”
“Aan het begin van het academiejaar start ik mijn eerste les altijd met dezelfde zin: ‘Ik smeek jullie, geloof geen woord van wat ik zeg.’ Ik daag mijn studenten uit. Als ze denken dat ik me ergens vergis of als ik ergens zondig tegen de logica, mogen ze me dat komen zeggen. En dan ben ik niet te beroerd om voor een volle aula toe te geven dat een student me heeft doen inzien dat ik ik ergens een denkfout heb gemaakt. Blijven denken, je hele leven lang. Dat is de mentaliteit die ook de School of Thinking typeert.”
Een workout voor de hersenen
Van Bendegem beschouwt de School of Thinking als een ‘workout voor de hersenen’. “Geen marathon, ook geen sprint, maar iets tussen beide in. Het is vooral de bedoeling dat studenten de dingen die ze leren tijdens dit postgraduaat onmiddellijk kunnen toepassen. In hun professionele leven, maar evengoed in hun dagdagelijks leven. We denken allemaal, de hele dag door.”
“Ik vraag mijn studenten vaak of er volgens hen ook een mevrouw Kant of een mevrouw Hegel was. Dan zie ik ze vertwijfeld kijken, want het was nog geen seconden bij hen opgekomen dat die grote filosofen mogelijk ook gewoon een vrouw hadden waar ze ’s avonds aan tafel mee babbelden. Waarmee ik hen wil duidelijk maken dat denken over denken iets heel erg menselijks is. De ene denkt al wat meer na dan de andere, maar we zijn geen breinen op pootjes.”
“Weet je, als Immanuel Kant vandaag leefde, zat hij misschien ook gewoon ’s avonds voor de televisie te vloeken op Martine Tanghe”, eindigt Jean Paul Van Bendegem met een kwinkslag.