Focussen alleen op opleiden in functie van onmiddellijke inzetbaarheid volstaat niet langer. De link tussen technologie, ecologie, economie en arbeidsmarkt op het jaarlijkse World Economic Forum in Davos wijzen ons de weg naar hoe het leren in de toekomst er kan uitzien. In tijden waar er unanimiteit is over het belang en de urgentie van levenslang leren, focussen we best op drie aspecten: combineer reskillen met aandacht voor adaptiviteit en vooral: leer het afleren aan.
Technologie en ecologie zijn twee grote drivers die economie en arbeidsmarkt grondig zullen beïnvloeden. Technologie verandert de organisatie van economische activiteiten - denk aan Uber, Deliveroo -, het soort jobs, de manier van werken (met behulp van technologie) en de plaats van tewerkstelling.
Klimaatverandering beïnvloedt de vraag naar andere ‘groene’ vaardigheden (bijvoorbeeld kennis over elektrische motors). De snelheid van verandering neemt toe en het samenspel tussen bovengenoemde drivers noopt tot meer dan reskillen alleen.
1. Reskilling is één piste
Het World Economic Forum voorspelt dat tweederde van de jongeren die een opleiding startten in 2016 in een job zullen terecht komen die vandaag nog niet bestaat. 133 miljoen nieuwe jobs zullen erbij komen, 75 miljoen bestaande jobs verdwijnen. Reskillen is met andere woorden essentieel.
Kennis bezitten is hierbij veel minder prioritair geworden, veeleer de toegang tot kennis wordt essentieel. Platformen waarop kennis altijd en voor iedereen toegankelijk is, zijn daarbij cruciaal. Ook het vroegtijdig instappen in alternerende systemen waarbij verschillende leeromgevingen met elkaar gecombineerd zijn, wordt noodzakelijk. De leercultuur wordt gestimuleerd doordat nieuwe kennis wordt binnengebracht.
2. Adaptiviteit is noodzakelijk voor inclusiviteit
De frequentie waarmee de nood aan reskillen zich zal voordoen, neemt toe. En hieraan wordt weinig aandacht besteed. Nochtans is adaptiviteit een voorwaarde om de nood tot reskillen te erkennen. Hoe gaan we ervoor zorgen dat werknemers proactief nadenken over mogelijke pistes?
Het is hoogtijd om op die adaptiviteit in te zetten. Vooreerst omdat adaptiviteit, veeleer dan vaardigheden, een gedragsattitude is en attitudes aanleren een veel grotere tijdspanne en andere leermethodes veronderstelt.
Daarnaast is het inzetten op adaptiviteit ook vanuit democratisch oogpunt essentieel. Het grootste risico van de snelheid van verandering is een nog grotere kloof tussen diegenen die de verandering en bijhorende transities zelfstandig managen en diegenen waarbij dat niet het geval is.
3. Afleren is de toekomst
Als nieuwe skills nodig zijn, is de belangrijkste vraag hoe we overbodige skills zullen identificeren en afleren. Succes is niet langer technologie incorporeren in bestaande dienstverlening of kennis van de laatste technologieën. Veeleer is het afleren de kerncompetentie van de toekomst.
Afleren is het constant in vraag stellen of de verworven kennis en competentie nog steeds up-to-date zijn, en of de gebruikte uitgangspunten of technieken nog toereikend zijn. Kortom, een constante herinvulling van wat écht nodig is .
Dit veronderstelt het kunnen verlaten van dominante modellen en bureaucratische organisaties en vooral streven naar multidisciplinair denken. Agile manieren van werken komen dus noodzakelijkerwijs niet enkel de wereld van dienstverlening en productieprocessen binnen, maar vooral van het leren van de toekomst.
Wie neemt tijd om te leren afleren?