(Photo ©Leen Wouters Fotografie)
Blowing in the wind. Dat doen zijn woorden wel eens in goede tijden, glimlacht de Nick Cave onder de psychiaters, in verwijzing naar die andere liedjesschrijver. ‘Verbinding’ is waar Dirk De Wachter de voorbije jaren en boeken zijn credo van heeft gemaakt. Ook in deze crisis predikt hij nabijheid, want moeilijk ís en wordt het nog voor velen. “Niet onmogelijk, we komen hier wel door. Maar wat als alles weer zijn gangetje gaat? Zullen we ons dan nog herinneren hoe belangrijk het is om onze bomma te bezoeken in het bejaardentehuis?”
Bezorgd over de meest kwetsbaren
Hij is Madame Soleil niet, hij heeft de wetenschap - en niet de sterren - als onderpand. Maar begin april van dit jaar waagde Dirk De Wachter zich in De Afspraak op Canvas toch aan een voorspelling. “Zo eentje waarvan je met stelligheid weet dat ze zichzelf zal bevestigen. (glimlacht) ‘Alle Kretenzers zijn leugenaars, zei de Kretenzer’. Ik heb daar gezegd: er zal een grote toename zijn van mentale problemen in heel de westerse wereld. Parameters als angst en depressie, middelengebruik, gezinsgeweld en suïcidaliteit zullen significant toenemen.”
De studies die tot hiertoe liepen over de gevolgen van lockdown en crisis geven de hoogleraar alvast gelijk. De psychische weerslag van isolement en vertwijfeling laat zich voelen, van Amerika tot China. Te pessimistisch wil De Wachter niet zijn over de lange termijn: als psychiater heeft hij de taak om het talent, de kracht en de hoop te promoten.
Én hij gelooft in de flexibiliteit van mensen. “Wat wel zeker is in een maatschappij onder grote druk: de meest kwetsbaren vallen het eerst uit de boot. Veel mensen zijn vandaag alleen of zitten opgesloten in een gezin of relatie die niet goed loopt. We leven allemaal wat op elkaars lip, de ontsnappingsmogelijkheden zijn gering. Mensen met een allochtone achtergrond, vluchtelingen, mensen in armoede of in kwetsbare beroepen worden vandaag heel erg geviseerd. Over hen ben ik het meest bezorgd.”
Goed leven in verbondenheid met elkaar
Kwetsbaarheid en beperking: we lijken er allemaal een beetje van te hebben. De Wachter schreef er samen met Manu Keirse een boek over, dat onlangs uitkwam. Bij de voorbereiding ervan was van het virus nog geen sprake. Maar soms ontmoeten inzichten elkaar in een onverhoedse realiteit.
“Ons boek ‘Goed Leven’ gaat over mensen die zwaar beperkt worden door een handicap of een medische aandoening. Wat doet een mens als hij maar één been heeft, blind is of in een rolstoel zit? En bij uitbreiding: hoe moeten we goed leven in een wereld die ons erg kwetsbaar maakt? Het is een vraag die we ons vandaag allemaal kunnen stellen, nu we zo door het virus belaagd worden.”
Het antwoord heeft De Wachter al meermaals weggegeven. Hij blijft met liefde op dezelfde spijker kloppen, zegt hij. “Ik herhaal mezelf vaak, daar ben ik met opzet heel hardnekkig in. Mijn stelling is eigenlijk precies dezelfde als die ik vorig jaar al gehanteerd heb in mijn boekje ‘De kunst van het ongelukkig zijn’: goed leven, dat doe je in verbondenheid met elkaar. De toverformule zit hem in het liefdevol omringd zijn door een netwerk van relaties en van zorg. Dat geldt zeker ook in deze tijd.”
Voelen, smaken, ruiken
De oefening wordt er niet makkelijker op, erkent de psychiater. Het virus heeft zijn stelling geattaqueerd. Zelfs wie over al zijn fysieke capaciteiten beschikt, kan vandaag niet vrij en voluit ‘nabij’ zijn. “Maar in alle bescheidenheid, ik denk dat deze crisis mijn pleidooi juist heel erg bevestigt. Waar hebben we op dit moment allemaal zo’n grote nood aan? Aan nabijheid, aan samenzijn. Sommigen van ons uiten dat dan een beetje op een vreemde manier, met lockdownparty’s en stiekeme feestjes. Maar in feite draait het hierom: we missen dat multizintuiglijke contact. Elkaar voelen, smaken, ruiken.”
Waar hebben we op dit moment allemaal zo’n grote nood aan? Aan nabijheid, aan samenzijn. We missen dat multizintuiglijke contact. Elkaar voelen, smaken, ruiken
“Ik probeer zelf met veel mensen veilig af te spreken, door te doen wat ik voordien heel kritisch benaderde, namelijk Skypen, Teamsen en Zoomen. Al die dingen die ik verschrikkelijk vind”, klinkt het met een knipoog. “Ik ben blij om jouw vriendelijke gezicht te zien op het scherm, maar eigenlijk zou ik veel liever hier met jou samenzitten, je een koffietje aanbieden en zeggen: ‘Hoe is het met u?’ Ook voor zoiets zakelijks als een interview is die nabijheid belangrijk. Dus hoe essentieel is het niet bij vriendschappen of in de relaties van mensen met verdriet, gebrek en miserie?”
“Twee maanden geleden ben ik voor het eerst in mijn leven grootvader geworden. Dat is van het mooiste wat je kunt voorhebben in het leven. Maar dat we nu bij mijn dochter op bezoek gaan zonder elkaar te mogen aanraken, dat is zo absurd en zo erg. Ik ben ongelooflijk blij met dat kleinkind, die vreugde neem je mij niet af, het virus mag doen wat het wil. Alleen is het toch allemaal wel heel ambetant, óók voor mij en ik ben geprivilegieerd, dat besef ik. Ik heb een vrouw die ik nog kan vastpakken en met wie ik het fijn kan stellen, noodlottige genade. Maar wat moet het niet zijn voor iemand die eenzaam op zijn studio zit, die het vooruitzicht heeft van een ontslag of faillissement, of die een geliefde heeft verloren aan COVID-19 en niet naar de uitvaart kan? Die mensen verdienen onze zorg en aandacht.”
Geestelijke gezondheidszorg
Al ondervindt hij veel weerklank van zijn boeken en voordrachten, af en toe heeft hij toch het gevoel dat hij staat te prediken in de woestijn, bekent De Wachter minzaam. “Men is altijd zeer sympathiek, men knikt en zegt: die man heeft wel een punt. En dan gaat men naar huis en doet als vanouds verder met zijn leven.”
“Ik wil er niet te ironisch over spreken”, mildert de psychotherapeut, “maar soms lijkt het wel of mijn woorden graag gehoord worden, maar niet echt impact krijgen. Ergens zou je toch hopen dat deze crisis, met al haar vreselijke miserie die ik niemand toewens, het tekort veel sterker doet doordringen dan mijn woorden in goede tijden.”
Hij is alvast voorzichtig optimistisch over de verschuivingen die hij vandaag ziet gebeuren in de politieke cultuur, over de partijen heen. “Er is in het regeerakkoord van deze nieuwe regering een hele paragraaf opgenomen over de geestelijke gezondheidszorg. Dat is nooit eerder gebeurd en het stemt mij bescheiden hoopvol. De nood aan een sterkere geestelijke gezondheidszorg dateert natuurlijk al van jaren, maar het is goed om te zien dat het thema nu meer vooraan op de agenda komt.”
Hij blijft wel kritisch, dat is nu eenmaal zijn aard en opdracht, vervolgt De Wachter. “Het geheugen van politici is vaak kort. Als het vaccin werkt en we allemaal weer normaal kunnen consumeren - en wees zeker, dat gaan we doen - zullen we ons bij de volgende begrotingsopstelling dan nog herinneren hoe wezenlijk de zorgsector en het onderwijs waren voor de maatschappij? Of gaan die zaken toch weer stiefmoederlijk achterop komen? (aimabel) Ik stel nu de vraag en je mag mij volgend jaar opnieuw interviewen.”
Terug naar Tenerife
Hij is bereid in vele dingen het goede te zien, maar maakt zich ook niet nodeloos illusies. De memorie van de mens in het algemeen is kort, weet De Wachter, dat bewijst de geschiedenis. “Als alles na vaccinatie - laat ons dat absoluut hopen - weer zijn gewone gangetje gaat; als we weer met duizenden mensen op elkaar gepakt aan het shoppen zijn op de Meir, of op de wei in Werchter staan, of in vliegtuigen dicht opeen naar Tenerife en andere oorden vliegen, waar we dan als samengebonden vlees liggen te braden op het strand, dan weet ik niet of we het ons nog wel goed gaan herinneren: hoe belangrijk het is om onze bomma te bezoeken in het bejaardentehuis.”
Ik ga niet met het vingertje zwaaien. ‘Moetigheid’ wekt weerstand op in menselijke relaties. Maar ik zou toch graag hebben dat het besef van nabijheid dat we nu ervaren, ons goed bijblijft
“(grinnikt) Pas op, van mij mag dat allemaal. Ik ga niet met het vingertje zwaaien. ‘Moetigheid’ wekt weerstand op in menselijke relaties. Maar ik zou toch graag hebben dat het besef van nabijheid dat we nu ervaren, ons goed bijblijft. Stel dat we tegen volgende zomer weer vrij zijn, dan is het mijn taak om te zeggen: ‘Hé mensen, maar nu moeten we opletten. Nu moeten we niet doen alsof alles terug fantastisch is, maar juist attent zijn voor zij die het moeilijk hebben: voor die twintig à dertig procent van de bevolking die het heel lastig hebben door angstgevoelens en de gevolgen van die langdurige lockdown. Nu moeten we zorgzaam, gehecht en medemenselijk met elkaar omgaan. Want dat hebben we toen toch gezegd?!’”
“Mijn wens”, geeft De Wachter mee voor het nieuwe jaar, “is dat we mekaar, als dat terug mag, nóg nadrukkelijker een hand geven, nóg intenser omhelzen. Dat we mekaar opzoeken en spreken als we merken dat iemand wat alleen is. Ik hoop vooral dat dat aan ons blijft plakken.”