Voor wie het woord ‘corona’ nog niet is beu gehoord: ik ga m’n best doen om het maar één keer in deze tekst te laten vallen. Maar het is wel de reden van dit schrijven. Misschien wordt Pasen wel eens het moment van bezinning voor alle betrokken partijen. Want hoe je het ook draait of keert: iedereen heeft boter op zijn of haar hoofd!
NV België
Vanuit begrotingsperspectief is het verhaal van de NV België al een aantal keren gevoerd. Maar ook op vlak van ‘leidinggeven’ krijgen we vandaag een masterclass in onbekwaamheid. Eerst even de situatieschets – de NV België wordt geleid door een management met als CEO Alexander De Croo, bijgestaan door een aantal andere C-levels. De andere regeringen gaan we beschouwen als middle management verantwoordelijk voor hun eigen business unit.
Net als ieder verantwoord bedrijf doet onze NV een beroep op externe adviseurs (in de volksmond wel eens experten genoemd). Dan heb je de werknemers en vakbonden (en die laatste zie ik als de spreekbuis – ofwel de media). En tot slot zijn er de aandeelhouders die in dit geval gelijk staan aan de politieke partijen.
Het nieuwe normaal
Tijdens een crisis zijn alle bovengenoemde partijen uiteraard betrokken – elk met hun eigen noden en wensen. Het management stelt de werking van het bedrijf voorop, iedere business unit manager komt op voor de belangen van zijn of haar afdeling, de vakbonden vormen de kritische stem van de werknemers en de adviseurs proberen een kader te scheppen waarbinnen ratio en emo elkaar ontmoeten. En dit allemaal met de goedkeuring van de aandeelhouders.
In een ideale wereld krijgt het management de business unit managers mee in haar verhaal en bouwen ze samen met de experten een degelijke case study uit. Die wordt afgetoetst bij de werknemers zodat het verhaal sluitend is. Op dat ogenblik kan je eigenlijk zonder zorgen naar de vakbond en aandeelhouders gaan, want je hebt de bedrijfsbelangen in lijn gelegd met de werknemersbelangen – en je houdt bovendien nog eens rekening met het kader dat de experten hebben geschapen.
Er zijn echter zoveel mogelijke valkuilen aanwezig in deze paragraaf:
- Het management moet bestaan uit leiders die geloven in hun verhaal, die op eenzelfde lijn zitten en mensen kunnen meetrekken
- De business unit managers moeten in de mogelijkheid zijn om de eigen oogkleppen af te zetten en verder te kijken dan hun eigen afdeling.
- De adviseurs moeten in staat zijn een kader te scheppen zonder op de beslissingen te wegen. Het is immers het management die op bedrijfsvlak de strategie heeft uitgestippeld en die zich doorheen dit parcours laat uitdagen door experten in een vakgebied. Dus ook hier geldt net als bij de business units – de oogkleppen moeten soms verwijderd worden.
- De werknemers moeten op één of andere manier gehoord worden. Of de input komt binnen via de vakbonden, externe adviseurs, het middel-management,… Maar je kan niet blind zijn voor het welzijn van de werknemers, want zonder hen geen bedrijf.
- De vakbond en aandeelhouders tot slot moeten kritisch zijn, maar niet hardhorend. Ook daar is een zeer dunne scheidingslijn tussen zaken in vraag stellen en daardoor het management doen nadenken over hun te volgen strategie of worden gepercipieerd als ‘de beste stuurlui staan aan wal’
Ik wil niet elk lijntje individueel behandelen en in lijn leggen met de huidige situatie. Feit is dat ons bedrijf in crisis zit en puur rationeel weet iedereen dat de crisis op (heel lange) termijn kan worden weggewerkt.
Alleen heb je daarvoor leiders nodig die het schip sturen, business unit managers die mee de kar trekken, adviseurs die op de achtergrond blijven, vakbonden die onderhandelen en zich neerleggen bij een beslissing, werknemers die zich inzetten om de komende jaren nog een werkgever te hebben en aandeelhouders die hun management 100% steunen.
Tijd voor wat rust
Wat is nu het grootste probleem? Het antwoord is eenvoudig: desinformatie. Als je als werknemer naar je vakbond trekt en je hoort verhaal A, je spreekt je directe manager en hoort verhaal B, je krijgt een bedrijfsupdate (inclusief PowerPoint) en je ziet daar visie C en toevallig sta je in het toilet naast een vloekende adviseur…
Alle ingrediënten zijn aanwezig om een roddelcultuur te starten op de werkvloer waarbij ‘wij’ versus ‘zij’ het gevolg is. Hiermee wil ik niet zeggen dat je op je werkvloer moet zorgen voor een dictatuur, maar wanneer je dag in dag uit je werknemers confronteert met verschillende meningen en niemand is in staat om de eindbeslissing (en verantwoordelijkheid) te dragen, dan weet je dat dit vroeg of laat ontploft. En dat is waar we ons vandaag bevinden. En dan rest er wat mij betreft maar een aantal oplossingen:
- Je neemt afscheid van de rotte appels en bouwt aan een nieuw bedrijf.
- Je zoekt een status quo, stopt met de communicatie en je maakt van het rustmoment gebruik om een gedegen plan van aanpak te presenteren over hoe het verder moet – met ijkpunten en reviewrondes om in de toekomst de huidige situatie te vermijden.
Welverdiende plaspauze
Alles is gezegd. Alle meningen zijn gegeven. Met De Ronde van Vlaanderen in het verschiet roep ik op om van het paasweekend gebruik te maken van een welverdiende plaspauze.
De enige cijfers die ik wil bespeuren, zijn de getrapte wattages, de enige experten die ik wil horen, heten Wuyts en De Cauwer, het enige geruzie dat ik wil zien, gaat tussen een gele trui, een witte broek en hopelijk een derde hond…
En na het paasweekend kijk ik dan wel uit naar de verrijzenis van ons bedrijf met een eensgezind verhaal!