Waar liggen de groeikansen voor (jonge) EdTech bedrijven? En hoe zorgen we ervoor dat ideeën aangereikt door leerkracht-ondernemers alle kansen krijgen om uit te groeien tot succesvolle commerciële verhalen? Een dubbelgesprek met Frederik Cornillie, onderzoeks- en valorisatiemanager bij itec (imec onderzoeksgroep aan KU Leuven) en Tim Rootsaert, EdTech-coördinator van het imec.istart-ondernemerschapsprogramma.
Onder druk van de coronapandemie is er de voorbije maanden in heel wat sectoren (versneld) werk gemaakt van een doorgedreven digitalisering. Niet alleen entrepreneurs hebben zichzelf, hun business en hun manier van werken moeten heruitvinden. Hetzelfde geldt voor scholen, universiteiten en opleidingscentra die noodgedwongen moesten overschakelen op digitale platformen om (vol- of deeltijds) afstandsonderwijs te kunnen aanbieden.
Op het kruispunt van beide werelden bevindt zich de EdTech-sector. Het is een domein waarin Vlaanderen de voorbije jaren heel wat expertise heeft opgebouwd, en in de toekomst wil onze regio zich op dat vlak zelfs nog meer profileren.
EdTech of toch beter LearnTech?
Hét voorbeeld van een EdTech-oplossing die ondertussen massaal in Vlaanderen werd uitgerold, is Smartschool - een digitaal schoolplatform dat de interactie-op-afstand tussen leerlingen en leerkrachten bevordert. Maar eigenlijk is EdTech allesbehalve beperkt tot ‘schoolse’ toepassingen.
“Het begrip dekt effectief een veel bredere lading”, zeggen Frederik Cornillie en Tim Rootsaert eensgezind. “Slimme EdTech-toepassingen worden niet alleen ingezet tijdens de verschillende stadia van een klassieke schoolloopbaan - van de kleuterklas en de lagere school tot het secundair en het hoger onderwijs - maar bijvoorbeeld ook in het kader van levenslang en werkplekleren.”
Vandaar dat steeds meer experts de term ‘LearnTech’ beginnen te omarmen. LearnTech legt immers de focus op de leerder, en niet op de instructie(vorm). Bovendien benadrukt LearnTech het belang van bijscholing en het verwerven van (nieuwe) skills om optimaal te kunnen inspelen op een maatschappij die continu verandert.
De Vlaamse leerkracht-ondernemer
Maar hoe we de technologie ook benoemen, feit is dat de sector nog heel wat groeipotentieel heeft. Ook in Vlaanderen. “Momenteel telt onze regio een 35-tal start-ups die vol inzetten op de ontwikkeling van educatieve technologie. De afgelopen jaren lieten zij - ondanks de coronapandemie - een mooie groei optekenen, maar nu is het moment aangebroken om de volgende stappen te zetten”, aldus Cornillie.
Momenteel telt onze regio een 35-tal start-ups die vol inzetten op de ontwikkeling van educatieve technologie
“Zo is de EdTech-markt, zowel in Vlaanderen als internationaal, nog steeds erg gefragmenteerd. Op zich biedt die diversiteit uiteraard een grote toegevoegde waarde, vooral wanneer een sector zich in de opstartfase bevindt. Maar misschien is de tijd rijp om elkaars activiteiten wat meer te versterken en - over de (bedrijfs)grenzen heen - te bekijken op welke domeinen kan worden samengewerkt.”
“Vlaanderen staat bijvoorbeeld erg sterk wat de ontwikkeling van AR/VR-toepassingen betreft. En ook artificiële intelligentie staat hoog op de agenda van de Vlaamse kennisinstellingen. Van die expertise zouden EdTech-starters nog meer gebruik moeten maken om zich (internationaal) te positioneren”, klinkt het.
Maar aan de basis zit het alvast goed, merkt Cornillie op. “We merken immers dat heel wat start-ups concreet aan de slag gaan met de bottom-up ideeën van zogenaamde teacherpreneurs, of leerkracht-ondernemers. En dat biedt heel wat voordelen. Zij zijn namelijk niet alleen perfect geplaatst om te beoordelen waar het vandaag in de praktijk soms nog fout loopt, maar kunnen tegelijk werkbare oplossingen aanreiken.”
“Xnapda, een platform dat educatieve filmpjes voor lagereschoolkinderen aanbiedt, en Smart Symbols, een start-up die kleuterleerkrachten ondersteunt bij het organiseren van hoekenwerk, zijn mooie voorbeelden van technologieën die door teacherpreneurs werden aangebracht en verder ontwikkeld.”
Valkuilen en kritieke succesfactoren
Blijft uiteraard de vraag aan welke kritieke succesfactoren (Vlaamse) EdTech-oplossingen moeten voldoen om internationaal door te kunnen breken. “Net zoals in andere applicatiedomeinen is het in de eerste plaats belangrijk over een origineel idee en unieke technologie te beschikken, en voldoende voorsprong te hebben op de concurrentie”, benadrukt Cornillie.
Of een oplossing gericht is op het onderwijs of het bedrijfsleven maakt volgens hem niet echt een verschil. Maar feit is uiteraard wel dat een schoolcontext meer onderworpen is aan lokale en regionale standaarden - wat zich vertaalt in een grote verscheidenheid aan curricula, leerdoelstellingen, evaluatiecriteria, enzovoort.
“Ondernemers moeten zich er dus van bewust zijn dat in een dergelijke omgeving content-onafhankelijke oplossingen makkelijker schalen. Bovendien moet er werk worden gemaakt van lokale partnerships: dat is van cruciaal belang om de technologie af te stemmen op de lokale context”, zegt Cornillie.
Sowieso kiezen start-ups die zich exclusief op scholen richten niet meteen voor de makkelijkste weg. De bedrijfsmarkt is nu eenmaal een stuk lucratiever en biedt typisch hogere winstmarges
Sowieso kiezen start-ups die zich exclusief op scholen richten niet meteen voor de makkelijkste weg. De bedrijfsmarkt is nu eenmaal een stuk lucratiever en biedt typisch hogere winstmarges. Daarnaast zijn de beslissings- en aankoopprocessen in het onderwijs een stuk tijdrovender en uitdagender: je moet namelijk niet alleen de scholen maar ook het onderwijsbeleid meehebben, zoals de onderwijskoepels in Vlaanderen.
Anderzijds blijkt dan weer dat de laatste maanden, onder druk van de coronapandemie, toch een aantal nieuwe evoluties in gang zijn gezet. Zo blijkt uit het European EdTech Funding Report 2021 van BrightEye Ventures dat het aantal EdTech start-ups die focussen op de ontwikkeling van oplossingen voor het onderwijs in 2020 bijna verdubbelde ten opzichte van het jaar daarvoor, en dat zij zes maal meer investeringen konden ophalen dan in 2019.
Een mogelijke valkuil is dat iedereen denkt een ervaringsdeskundige te zijn op het vlak van educatieve technologie
“Een laatste valkuil, tenslotte, is dat iedereen denkt een ervaringsdeskundige te zijn op het vlak van educatieve technologie”, zegt Cornillie. “We zijn immers allemaal naar school geweest, toch? Maar zo werkt het uiteraard niet. Iets leren of iets aanleren zijn twee totaal verschillende dingen. Het is voor EdTech-start-ups dan ook fundamenteel om voortdurend op te lijnen met de gebruikers - leerkrachten/trainers en leerders - die uiteindelijk met de oplossingen aan de slag moeten. Maar bijvoorbeeld ook met instructional design specialisten die weten aan welke voorwaarden een leeromgeving moet voldoen om het leerproces maximaal te ondersteunen.”
“Rekening houden met al die factoren - en actoren - is een complexe oefening”, besluit hij. “Maar zoals zo vaak geldt ook hier het spreekwoord: waar een wil is, is een weg. Als je een uniek product hebt dat aan een duidelijke nood beantwoordt, dan kom je er wel.”
Imec.istart: samenwerken werkt
Gelukkig staan Vlaamse EdTech-start-ups er niet alleen voor. Ze kunnen bijvoorbeeld rekenen op de steun van het imec.istart-acceleratieprogramma. “Imec.istart omringt startende ondernemingen in de eerste plaats met een netwerk dat met hen meedenkt op technologie-, onderzoeks- en businessvlak”, legt Tim Rootsaert uit.
“De belangrijkste reden waarom start-ups het uiteindelijk niet halen, heeft vaak immers niks met de technologie of de markt te maken - maar wel met het gebrek aan bepaalde competenties.”
“Daarom zien wij het als onze taak om mensen bij elkaar te brengen zodat zij hun kennis kunnen delen. Want samenwerken werkt”, vult Cornillie aan.
“In de praktijk zien we twee soorten vragen op ons afkomen”, aldus Rootsaert. “Enerzijds zijn er de teacherpreneurs die een idee hebben maar niet goed weten wat ze ermee moeten. Bij hen gaan we focussen op het ondernemersluik en bedrijfsaspecten zoals prijszetting, het schalen van hun technologie, enzovoort.”
“Anderzijds zijn er de ingenieurs die een oplossing hebben ontwikkeld die ze in de EdTech-sector willen introduceren. Hen moeten we vooral de dynamiek van die specifieke markt uitleggen - zoals de financieringsmodellen en aankoopmechanismen.”
“Dankzij onze communitywerking, waarbij gevestigde bedrijven en start-ups gedurende twaalf maanden samen een traject afleggen, kunnen we onze starters de broodnodige ondersteuning-op-maat bieden”, klinkt het.
De gouden tip
Tenslotte willen Cornillie en Rootsaert EdTech-starters in spe nog volgende gouden tip meegeven: overstijg het niche-denken en durf, letterlijk en figuurlijk, over de grenzen heen te kijken! “Vaak wordt in de EdTech-sector op eilandjes gewerkt”, aldus Rootsaert. “Het gevolg daarvan is dat scholen en bedrijven, ieder voor zich en parallel, hun eigen oplossingen uitwerken - vaak voor hetzelfde probleem.”
“In het geval van scholen hoeft dat misschien niet te verbazen, want uiteindelijk is het niet hun opdracht om educatieve technologie te commercialiseren. Maar het netto resultaat is dus wel dat er heel wat gedupliceerd wordt.”
“Precies daar spelen projecten zoals i-Learn op in: het portaal brengt gepersonaliseerde, digitale leeroplossingen van EdTech-spelers naar de Vlaamse scholen, in nauwe samenwerking met het lokale onderwijsbeleid”, vilt Cornillie aan. “Op die manier krijgen gebruikers makkelijker toegang tot de Vlaamse EdTech-sector. En door verschillende tools onder één dak aan te bieden, wordt de impact van die oplossingen versterkt.”
“Ook binnen imec.istart besteden we veel aandacht aan het overstijgen van grenzen”, besluit Rootsaert. “Zo hechten we veel belang aan de ontwikkeling van internationaal schaalbare businesscases en technologieën die multi-inzetbaar zijn – over het klassieke onderwijs en nieuwe individuele en corporate leerbehoeften heen.”
“Dat is bijvoorbeeld één van de sterke punten van DataCamp, toch wel hét voorbeeld bij uitstek van een Vlaamse EdTech-start-up die het internationaal gemaakt heeft en intussen enkele miljoenen mensen heeft opgeleid in het domein van de data sciences. Uit dat soort cases en ervaringen kunnen de EdTech-starters van vandaag heel wat lessen trekken - no pun intended.”