Professor Lieven De Marez

Dit jaar blies VTM 30 kaarsjes uit. De deining in het medialandschap die de toen glamoureuze nieuwe zender met zich meebracht, staat in ons collectieve geheugen gegrift. Maar hebben de ‘klassieke’ mediamerken wel nog overlevingskansen met concurrenten zoals Netflix en YouTube? En hoe verslaafd zijn we eigenlijk aan onze smartphone? Het zijn prangende vragen die de Digimeter jaarlijks onderzoekt. Onderzoeksinstelling imec bevraagt de Vlaming jaarlijks over zijn technologie- en mediagebruik. Ik sprak erover met UGent-professor Lieven De Marez, bezieler van deze Digimeter. Die leverde dit jaar heel wat opvallende conclusies op. “Sommige dingen had ik zelf niet eens verwacht”, biecht De Marez op.

We zijn digitaler dan ooit. Amper 2% van de Vlamingen heeft geen smart device in huis. In haast elke Vlaamse huiskamer kan je dus wel een computer, tablet, smart tv, smartphone of slimme wearable vinden - bij meer dan de helft zijn dat er drie of meer. Ook 65-plussers zijn steeds sneller mee en hanger vaker rond op sociale media.

Mobiel wordt steeds belangrijker - voor bijna de helft van de Vlamingen vormt de smartphone het meest onmisbare toestel. Maar tegelijk vormt het ding ook een kwelling. De Vlaming beseft steeds beter dat het ding heel wat van z’n kostbare tijd afsnoept. Drie op vier Vlamingen leggen zichzelf dan ook regels op omtrent hun social media-gebruik. Dat kan gaan van het uitschakelen van notificaties tot de smartphone uit de slaapkamer bannen. “Het bewustzijn dat we afhankelijk zijn en daar zelf iets aan kunnen veranderen, stijgt”, vertelt De Marez. “Dat heeft onder meer te maken met het feit dat Apple en co ook zelf meer inzicht bieden in hoeveel tijd je op je smartphone spendeert. Denk maar aan Screen Time.” Kortom, we zijn ons steeds bewuster dat we aan ‘digibesitas’ lijden, maar beseffen ook alsmaar meer dat we daar zelf iets aan kunnen veranderen.

Van WhatsApp naar Facebook en terug

Wat we dan allemaal uitvoeren op onze smartphone? Volgens De Marez spenderen we onze tijd vooral aan twee dingen: social media en video. Vooral bij die eerste raken we veel tijd kwijt door zogenaamde ‘treintjes’ die we vormen: terwijl we wachten op een antwoord op WhatsApp, gaan we ondertussen enkele stories op Instagram checken en daarna kijken we even een leuke video op Facebook. We jongleren dus vlotjes met de verschillende sociale media, een gewoonte die ons erg veel tijd kost.

Opvallend is dat we ook steeds beter onze weg naar Instagram vinden, zowel jong als oud. “Het sociale aspect verschuift duidelijk naar Instagram, vooral voor jongeren. Maar dat wil niet zeggen dat Facebook uitgespeeld is. Jongeren zitten nog steeds op Facebook, maar wel passief. Ze posten nog maar weinig zelf, maar checken wel regelmatig hun nieuwsfeed. Ik zie Facebook steeds meer evolueren naar de rol van gatekeeper, die ons de weg toont naar interessante content”, aldus de Gentse professor.

Ik zie Facebook steeds meer evolueren naar de rol van gatekeeper, die ons de weg toont naar interessante content

Eén social medium dat in sneltempo aan populariteit verliest, is Snapchat. Volwassenen zaten er nooit echt op, maar tieners, de belangrijkste doelgroep van het platform, laten de app steeds meer links liggen. Waar jongeren dan wel graag vertoeven? WhatsApp, Instagram en… TikTok, een app waarmee je korte video’s kan maken en uploaden. “Dit jaar hebben we de app nog niet in onze vragenlijst opgenomen, maar in de data van de Mobile DNA-set zag ik bij sommige van onze jongste deelnemers dat ze veel tijd spenderen in de app.” Een app om in de gaten te houden, dus.

Wanneer is het nog prime time?

Een andere opvallende vaststelling van het Digimeter rapport is dat ‘tv-kijken’ alsmaar meer ‘video kijken’ geworden is. Voor de helft van de Vlamingen blijft televisie zoals we dat altijd al hebben gezien: kijken naar tv-content van tv-zenders op een tv-toestel. Voor een toenemend aantal Vlamingen echter, geldt dat “We niet meer gaan zappen tussen zenders zoals vroeger, maar tussen platformen en schermen. We switchen tussen onze smartphone en televisie als scherm, en kijken naar content van Netflix, YouTube of de klassieke televisiekanalen”, duidt De Marez. “De prime time van vroeger is nu veel langer geworden. Iemand kan nu om 17u30 beginnen kijken naar YouTube-filmpjes, om dan om 20 uur over te schakelen naar Netflix op een televisiescherm, en vervolgens in bed op de smartphone nog enkele filmpjes te bekijken.”

We niet meer gaan zappen tussen zenders zoals vroeger, maar tussen platformen en schermen

Maar kunnen de klassieke televisiekanalen nog overleven tussen al dat digitaal geweld? Het verrassende antwoord is ja. “Jongeren hebben de gevestigde zenders niet afgezworen, maar kijken die niet langer op de klassieke manier. Dat wil zeggen, niet altijd meer op een televisiescherm volgens het programma van de zender. Ze kiezen zelf wanneer ze wat kijken en op welk scherm. Jongeren vinden vlot de weg naar platformen zoals VRT NU. Die entry points zijn de nieuwe strijdplaats voor de zenders”, verzekert De Marez.

Netflix heeft de lat hoog gelegd voor andere platformen. Het moet gemakkelijk en slim zijn, en liefst ook voor een niet al te hoge prijs. Daarom zie ik wel brood in concepten zoals YUGO van Telenet, dat internet, een telefoonabonnement en Telenet Play bundelt. Met die laatste kan je onder andere HBO-series en Vlaamse series bekijken. Dat voor 50 euro per persoon, als je het met twee deelt tenminste. Nu, die prijs is wel op het randje, maar perfect voor cord cutters (mensen die geen klassiek televisieabonnement (meer) hebben; nvdr). Daarom denk ik dat het een slimme zet is van Telenet.”

Jongeren identificeren zich niet meer met merken, wel met vloggers, YouTubers, en influencers

Wat de professor nog een slimme zet vindt, is de carrière-ommezwaai van Linde Merckpoel. Het Studio Brussel-gezicht zal niet langer radio presenteren, maar vlogs maken voor de zender. “Dat heeft Studio Brussel goed gezien. Want jongeren identificeren zich niet meer met merken, maar wel met vloggers, YouTubers, influencers… Dus in dat opzicht is het goed dat de zender zich daarmee gaat bezighouden.”

De vlog van Linde Merckpoel

De klassieke nieuwskanalen kunnen ook juichen: jongeren vinden steeds meer de weg terug naar gevestigde nieuwswaarden zoals VRT en De Standaard. “De laatste jaren zagen we een onthechting van jongeren, waarbij ze nieuws vooral via social media en dergelijke binnenkregen. Maar in tijden van fake news, kregen ze de perceptie dat mobiel of social media nieuws minder betrouwbaar is. Dus grijpen ze terug naar namen die ze vertrouwen. Ze gaan minder op zoek naar nieuws via social media en Google, maar surfen vaker naar bijvoorbeeld de website van De Standaard, waarvan ze denken dat er wel correctie informatie gegeven wordt. Een opportuniteit voor lokale merken.”

Privacyparadox

Een ander feit dat Lieven De Marez aanhaalt, is de privacyparadox. “Die paradox bestaat uit het volgende: we weten steeds beter dat technologiespelers dingen doen met onze data die niet correct zijn, maar tegelijk houdt het ons niet tegen om hun platformen te blijven gebruiken”, schetst hij. Dat, in combinatie met onze digibesitas en het fake news-verhaal, zorgt ervoor dat bijna de helft van de Vlamingen een soort van haat-liefdeverhouding met technologie heeft. Ze willen al die nieuwe technologieën heel graag omarmen, maar blijven toch wat terughoudend omdat ze niet helemaal vertrouwen.

Ook twijfelen jongeren steeds meer over hun digitale vaardigheden. “Het ‘digital by birth’-verhaal klopt dus niet helemaal. Digitaal is niet per definitie normaal voor jongeren. De digitale kloof verschuift van oud naar jong. Want ouderen, die voelen zich steeds meer comfortabel bij al die nieuwe technologieën”, duidt De Marez.

Wie de resultaten van het Digimeter-rapport wil inkijken, kan dat hier.