Je geluk, dat maak je zelf. Maar hoe hard is het werken? En klopt die zinspreuk eigenlijk wel, voorbeschikt als we zijn door onze genen en gewoonten? Met het Nationaal Geluksonderzoek brengt Lieven Annemans, professor in de gezondheidseconomie en titularis van de NN-leerstoel, het geluk van de Belgen in kaart. “Ons geluk is voor een groot deel maakbaar. Maar vooral is het een prettig nevenverschijnsel van het werken aan andere dingen.”

“Beeld je een ladder in met genummerde traptreden, waarbij 0 het slechtst mogelijke leven is dat je jezelf kan indenken en 10 het best mogelijke. Op welke trede bevindt je leven zich vandaag?” Er komt een tijd dat we uit enkele scans van onze hersenen kunnen afleiden hoe gelukkig je wel bent, voorspelt UGent-hoogleraar Lieven Annemans. Maar tot het zover is, doet hij het in zijn onderzoek nog met dit soort vragen. “Objectief wetenschappelijk onderbouwd, uiteraard. En anoniem, want praten over ons geluk – en de mate waarin we soms ook ongelukkig zijn – stoot toch nog altijd op een zekere schroom.”

Bruto nationaal geluk

Wat ons (on)gelukkig maakt, is de voorbije tien jaar geëvolueerd tot een ernstig wetenschappelijk onderwerp, stelt Annemans vast. “Verschillende landen en ontwikkelingsfilosofen zijn inmiddels overtuigd dat de klassieke manieren om welvaart te meten, zoals het bruto nationaal product, eigenlijk achterhaald zijn. Beter zouden we onze aandacht richten op het ‘bruto nationaal geluk’, want daar kan je pas echt de kwaliteit van een samenleving aan ophangen.”

Het niveau van een samenleving heeft een enorme impact op de gelukservaring, legt de hoogleraar uit. “Hoe beter we het doen als maatschappij, hoe gelukkiger mensen ook individueel zijn over hun bestaan. En vice versa: wanneer meer mensen hoog scoren op de geluksladder, dan stellen we vast dat er in die samenleving minder geweld is, minder criminaliteit en een hogere gezondheidsgraad.”

Voor 60% maakbaar

Met een matige 6,5 op 10 scoren de Belgen niet bepaald torenhoog op de geluksschaal. Terwijl één op drie zichzelf weliswaar zeer gelukkig noemt, is een kwart van onze landgenoten uitgesproken ongelukkig over de gang van zijn leven. “De resultaten uit de eerste fase van ons onderzoek, dat gestart is in 2018, hebben ons ertoe aangezet om bepaalde aanbevelingen te gaan formuleren. Niet alleen naar medeburgers zelf, maar ook naar het beleid en werkgevers. De centrale vraag: wat kunnen we doen om het gemiddelde geluksniveau op te krikken? Want hoe meer we erin slagen om ieder van ons een gelukkig bestaan te geven, hoe beter ook onze samenleving gaat functioneren.”

Het antwoord zit voor een deel in wat we alvast níet kunnen doen. Waarom de een gelukkig is in zijn leven en de andere niet, heeft voor 40% te maken met onze genen, verklaart Annemans. “Op die genetische component valt in principe niet in te grijpen. Het goede nieuws is: zeker 60% van ons geluk kunnen we wél beïnvloeden.”

Er zijn heel wat variabele factoren die bepalend zijn voor ons geluk. “Allereerst is er de financiële situatie waarin we ons bevinden. Wie in erbarmelijke financiële omstandigheden moet leven, zal het vanzelfsprekend heel moeilijk hebben om een gelukkig bestaan te leiden.”

“Naast een menswaardig inkomen maakt ook een goede gezondheid het makkelijker om gelukkig te zijn, wat niet wil zeggen dat dit in een één-op-één verhouding staat. Sommige mensen kunnen hetzelfde probleem blijkbaar beter plaatsen dan anderen. In het algemeen stellen we vast dat mensen die erin slagen om voldoende rust in hun hoofd te brengen – en dat is iets wat je kan leren – gemiddeld ook gelukkiger zijn.”

ABC van sociale relaties

Er zit bovendien een soort van wederkerigheid in ons geluk, wijst de geluksprofessor aan. “Uit ons onderzoek bleek dat mensen die vrijwilligerswerk doen, door de band genomen gelukkiger zijn dan zij die het niet doen. Wie anderen gelukkig kan maken, ziet dat als een positief effect terugkeren naar zichzelf.”

Warme sociale relaties zijn dan ook één van de meest bepalende factoren voor ons geluk. Dan gaat het niet alleen over de relatie met onze partner, maar ook met vrienden, buren of collega’s. Of we gelukkig zijn in die relaties, hangt voor een belangrijk deel af van onze score op het fameuze ABC.

“Daarbij staat A voor autonomie, B voor betrokkenheid en C voor competentie. Hoe vaak word je, tegen je wil of eigenheid in, geforceerd om dingen te doen? In welke mate ondervind je warmte en vriendelijkheid in je dagelijkse relaties? In hoeverre voel je je bekwaam en zelfzeker in wat je iedere dag doet? Als je duidelijk negatief moet antwoorden op een of meerdere van die vragen, dan lijdt je geluk daaronder.”

Gratis fruit en fitness

Ook op ons werkgeluk heeft de ABC-driedeling een grote impact. De moeite waard dus om erin te investeren, zeker als je weet dat ‘werk’ een aandeel heeft van bijna 20% in ons totaalgeluk, of zelfs meer dan 30% bij zelfstandigen. “Ook de jobinhoud en de jobvereisten spelen mee: is je job gevarieerd en leerrijk, wat is het opgelegde werkritme en in welke mate wordt je eigen resultaat bepaald door anderen en kan dat tot frustratie leiden? Nog een belangrijk element is je leidinggevende. Is dat iemand die ondersteunt en vertrouwen geeft, die rechtvaardig is en voorspelbaar in zijn beslissingen?

Belangrijk is ook hoe veerkrachtig je zelf bent, zowel fysiek als mentaal, bevestigt Annemans. Maar dan moet de essentie wel goed zitten. “Daarrond bestaan toch nog altijd heel wat misvattingen bij werkgevers. Sommige denken: we stellen gratis fruit ter beschikking of we betalen onze medewerkers een stukje van hun fitnessabonnement terug en voilà, dan moeten ze toch wel enthousiast en bevlogen zijn ‘want er wordt toch heel veel voor hen gedaan’. Het effect is vaak omgekeerd.”

Door fundamenteel te werken aan het welzijn en de werktevredenheid van mensen, creëren werkgevers een positieve spiraal

Ik herinner mij een bedrijf waar het op een bepaalde dienst echt niet goed ging. Dat had alles te maken met de leidinggevende, die over weinig emotionele intelligentie beschikte. Het management had er niet beter op gevonden dan iedereen van de afdeling een weerbaarheidscursus te geven, een beetje in de redenering van: ‘We weten wel dat het niet oké zit met jullie baas, maar zo kan je er toch wat beter mee om. Een doekje voor het bloeden, met juist nog meer frustratie tot gevolg.”

Om gelukkige werknemers te krijgen, moet het hele bedrijfsklimaat onder de loep, benadrukt de hoogleraar. “Die aandacht verdient zich terug. Door fundamenteel te werken aan het welzijn en de werktevredenheid van mensen, creëren werkgevers een positieve spiraal. Onderzoek bewijst dat daarmee ook de motivatie en creativiteit in de organisatie stijgt en dat het ziekteverlet daalt.”

Rol van de overheid

Intermediairen zoals werkgevers, scholen en verenigingen hebben een belangrijke rol in ons geluk. Maar ook de overheid neemt een beslissende positie in. Het benieuwt de hoogleraar alvast welke impact de huidige crisis zal hebben op ons geluksniveau. “In februari van dit jaar hebben we fase twee aangevat in ons onderzoek. Toen brak de coronacrisis uit. We hebben beslist om gewoon verder te gaan met onze enquête, waardoor we nu een vergelijking kunnen maken tussen een representatieve periode voor en na de lockdown.”

“Een recent rapport van het Federaal Planbureau toont aan dat het aantal mensen in materiële ontbering – die dus echt te weinig hebben om gelukkig te kunnen zijn – met minstens 200.000 zal toenemen als gevolg van deze crisis. Uiteraard heeft COVID-19 ook een invloed op onze fysieke en mentale gezondheid. Gevoelens van stress, angst en depressie gaan in stijgende lijn. Om over ons geluk te waken, zal de overheid maximaal moeten inzetten op preventieve gezondheidszorg en op een betere sociaaleconomische verdeling van de middelen. Ook op lokaal vlak kan er veel gedaan worden om te verhinderen dat mensen in de vergetelheid en eenzaamheid terechtkomen”, aldus professor Annemans.

Nevenwerking

Sommige mensen benutten de crisis om voor zichzelf een aantal dingen op een rij te zetten, merkt de gezondheidseconoom op. “Ze bedenken zich dat ze het voortaan anders willen aanpakken, dat ze minder gejaagd door het leven willen gaan. Een zinvolle oefening, en in elk geval een beter idee dan expliciet te gaan zoeken naar het geluk. Want zo zit het nu eenmaal niet in elkaar.”

Geluk is in feite een positieve nevenwerking van het werken aan een aantal andere hefbomen”, vat Lieven Annemans samen. “Nogmaals, je kan die niet allemaal zelf bedienen. Maar er zijn wel enkele ‘trucs’ die je vooruit kunnen helpen. Probeer bijvoorbeeld meer rust te bouwen in je hoofd, werk aan je sociale relaties en aan je gezondheid, probeer meer nuttige dingen te doen in je leven en doe ook eens wat meer dingen voor een ander. Het zal je indirect gelukkiger maken.”