Tientallen jaren lang werd in Genk steenkool opgegraven. Vandaag haalt een nieuwe generatie ondernemers op die oude mijnsites creativiteit en hernieuwbare energie naar boven. En als het van burgemeester Wim Dries afhangt, zal Genk ook een pioniersrol spelen in het ontwikkelen van een moderne maakindustrie. “We koesteren ons verleden. Maar de mijnen en Ford Genk waren wake-up calls om voluit de kaart van innovatie te trekken.”
Als Genk een vraag zou zijn in De Slimste Mens, dan zouden naast de voetbalclub ook de steenkoolmijnen en Ford gegarandeerd bij de vijf trefwoorden horen. De sluiting van de mijnen eind jaren tachtig en van de autofabriek in 2014 waren voor de Limburgse stad telkens een enorme klap.
“Vandaag is Genk nog altijd de derde industriële pool van Vlaanderen”, verduidelijkt burgemeester Wim Dries. “We koesteren wat er is, maar hebben geleerd dat niets voor eeuwig is. We moeten dus ook wendbaar zijn, het is cruciaal om te blijven vernieuwen. Enerzijds willen we bestaande industrieën kansen geven om verder te groeien, maar anderzijds innovatie en nieuwe groeisectoren aantrekken. Dat is echter een werk van lange adem. Al meer dan vijftien jaar geleden, bij de eerste grote herstructurering van Ford Genk, hebben we dat proces in gang gezet. We wilden af van de mono-economie, niet al onze eieren meer in één mandje leggen. Kortom, we willen niet meer afhankelijk zijn van één industrie.”
“Bij logistiek bedrijf Essers werken meer dan 2.000 mensen, bij staalbedrijf Aperam meer dan 1.000. Die grote werkgevers koesteren we. Maar daarnaast hebben we een uitgebreid netwerk van kmo’s, en staat een nieuwe generatie start-ups klaar om te schalen. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar ons economisch weefsel is veel diverser geworden.”
Oude mijnsites worden incubatoren
Vandaag zet Genk volop in op het ondersteunen van start-ups en scale-ups. De stad heeft al twee incubatoren op de oude mijnsites van Winterslag (het huidige C-mine) en Waterschei (tegenwoordig Thor). “Dat erfgoed blijkt nu een grote troef”, zegt Dries. “De grenzen tussen werk en privé vervagen. Mensen willen geen saai, grijs kantoor meer. Op de oude mijnsites combineren we werken met ontspanning – denk aan een cinema en horeca – en andere functies. Werknemers en toeristen ontmoeten elkaar. De locatie spreekt tot de verbeelding, ze oefent een speciale aantrekkingskracht uit.”
“Elke incubator heeft een andere focus. C-mine Crib richt zich op de creatieve economie. De incubator ligt naast de LUCA School of Arts, die een reputatie als een klok heeft tot ver buiten Genk en Limburg. Die kruisbestuiving doet start-ups ontstaan die zich bezighouden met productdesign, met video-animatie, met gaming, … Dezelfde site huisvest ook grotere creatieve ondernemingen, zoals Studio Pieter Stockmans of de decorbouwers van Deusjevoo.”
“Vijf kilometer verderop krijgt de energietoekomst vorm bij Incubathor. Die incubator is gekoppeld aan Energyville, hét Vlaamse onderzoeksinstituut voor alles wat met energie te maken heeft. Met de klimaatopwarming is energie zonder twijfel één van de belangrijkste sectoren. Voor start-ups die innovatieve oplossingen uitwerken om op een andere manier met energie om te gaan, is het een buitenkans om een beroep te kunnen doen op de expertise van de wetenschappers die bij Energyville aan de slag zijn. Die mix van wetenschap en ondernemerschap, van expertise en jong geweld, kan de noodzakelijke innovatie in het energielandschap versnellen.”
Maakindustrie van de toekomst
Gigantische fabrieken die op één plek massaal veel produceren en die producten van die ene plek de hele wereld over transporteren, zijn niet meer van deze tijd
Incubator nummer drie, die binnen twee à drie jaar operationeel moet zijn, borduurt voort op het roemrijke industriële verleden van Genk. “Ik ben er rotsvast van overtuigd dat de maakindustrie nog altijd een toekomst heeft in onze stad”, benadrukt Dries. “Alleen zal die er helemaal anders uitzien. Het model van Ford, waar op een bepaald moment 13.000 mensen werkten, dat is definitief voorbij. Gigantische fabrieken die op één plek massaal veel produceren en die producten dan van die ene plek de hele wereld over transporteren, zijn niet meer van deze tijd. De toekomst is aan decentrale productie, in kleinere hoeveelheden maar veel dichter bij de consument. Nieuwe productietechnieken zoals 3D-printing of molding, waarbij je veel minder materialen nodig hebt, maken dat ook mogelijk.”
“Als we start-ups en scale-ups clusteren in de nieuwe incubator op Thor Park, kunnen we ook gedeelde services aanbieden. Waarom zouden ze geen machines delen? Waarom zouden ze niet samen aan prototypes bouwen? We kunnen een pioniersrol opnemen in het transformeren van de maakindustrie.”
Stadsfabriekjes
Dries gelooft sterk in wat hij de triple helix noemt. “Ondernemers, kennisinstellingen en overheid bundelen de krachten. We gaan daar als overheid behoorlijk ver in: we faciliteren niet alleen, we participeren ook echt. En we proberen van die triple helix een quadruple helix te maken, door ook de bewoners te betrekken. We hebben een enorme inhaalbeweging gemaakt, maar Genk blijft worstelen met een te hoge werkloosheid en een te lage werkzaamheidsgraad. Eén van de antwoorden daarop is het aanzwengelen van het ondernemerschap bij de Genkenaren.”
“Dat doen we via de incubatoren, maar ook elders in Genk. Bijvoorbeeld met de Stadsfabriekjes. Genkenaren en niet-Genkenaren met een ondernemend idee kunnen goedkoop een leegstaand handelspand huren. We helpen hen om een businessplan op te stellen en ondersteunen hen financieel in de startfase. En als ze na verloop van tijd een eerste werknemer uit een kansengroep aan de slag willen helpen, helpen we hen samen met onze jobcoaches om die op te leiden en betalen we een tijdlang een stuk van hun loon. Zo slaan we verschillende vliegen in één klap: we dringen de werkloosheid en leegstaande panden terug en we creëren rolmodellen die op hun beurt andere Genkenaren inspireren om de stap naar het ondernemerschap te zetten.”
Meer weten over de aanpak van Stad Genk en hoe Stad Genk jou als ondernemer kan helpen? Neem dan snel een kijkje op de website.