“Het is hoog tijd dat het internet een verwijderknop krijgt,” zegt Eric Schmidt, topman van Google, op een boekpresentatie aan de New York University. Het internet vergeet immers nooit. Bovendien is het momenteel bijna onmogelijk om zaken van het internet te verwijderen eens ze online zijn geplaatst.
Vervelende zaak
Zelfs al heb je een vervelende foto of tweet verwijderd, de kans is groot dat iemand het nog kan terugvinden, zelfs jaren na ze voor het eerst op het internet zijn verschenen. ‘Het gebrek aan een delete knop is een vervelende zaak. Soms moet je in staat zijn om iets te verwijderen,’ zegt Eric Schmidt tijdens zijn boekpresentatie in New York.
Schmidt gebruikte een voorbeeld van iemand die een misdaad had gepleegd toen hij jong was. Later werd de misdaad van zijn strafregister gehaald wanneer hij volwassen werd. Toch bleef de informatie van de misdaad online staan, waardoor de persoon geen job meer kon vinden.
Privacy zal blijven, tenminste, als de overheid dat wil
Jared Cohen, de co-auteur van het boek en tevens directeur van Google-Ideas, verduidelijkt het standpunt van zijn baas. Volgens Cohen zal er in de toekomst zich een heel ecosysteem ontwikkelen rond de bescherming van afbeeldingen en informatie op het net.
"Privacy zal blijven bestaan, zelfs met de opkomst van draagbare apparaten. Elk land zal zelf beslissen hoe het daarmee wil omgaan," zegt Schmidt.
Opmerkelijke ommekeer van Schmidt
Het is opmerkelijk dat Eric Schmidt deze opmerking maakt. In 2009 kwam hij immers in het nieuws door privacy af te doen als iets uit het verleden. “Als je iets wil verbergen, had je dat iets maar niet moeten doen,” liet hij zich toen ontvallen. Bovendien vertelde hij toen dat Google ook moet ingaan op aanvragen van de autoriteiten als zij data van bepaalde personen willen inkijken. Vandaag heeft Schmidt dus zijn kar gekeerd. Niet toevallig brengt hij ook een boek uit “The New Digital Age”, waarin Schmidt beschrijft dat hij sterk gelooft in privacy en dat het nodig is om ervoor te vechten.
