België heeft de digitale trein nog niet gemist, alleen rijdt hij hier - hoe kan het anders? - met enige vertraging. In zijn nieuwe boek ‘Digitalis’ schetst Thierry Geerts, Country Director Google Belgium, hoe de razendsnelle technologische vooruitgang de wereld transformeert. België kan de hoofdstad worden van Digitalis, het land waar 4 miljard mensen allemaal via het internet met elkaar verbonden zijn, maar dan moeten we dringend een versnelling hoger schakelen. Met een gedeelde visie, een onderwijsrevolutie, en een Chief Digital Officer die naar de maan durft mikken.
Thierry Geerts heeft met Digitalis een ongegeneerd optimistisch verhaal neergepend. Uit het boek spreekt een heilig geloof dat technologie de wereld niet alleen gaat veranderen, maar vooral ook verbeteren. “Mijn techno-optimisme is alleen maar gegroeid sinds ik in 2011 bij Google aan boord ben gestapt. Ik heb de voorbije jaren vanop de eerste rij gezien welke concrete impact nieuwe, innovatieve technologieën op het leven van heel grote groepen mensen kunnen hebben.”
“Neem nu de titel van het boek, Digitalis. Ik heb het afgebakend als een land met vier miljard inwoners omdat dat land echt ‘bestaat’: wereldwijd hebben vier miljard mensen toegang tot het internet. Maar tegen 2020 zullen dat er al vijf miljard mensen zijn, en op relatief korte termijn zal de hele wereldbevolking online zijn. Dat is een onwaarschijnlijke doorbraak”, aldus de auteur.
Het probleem is dat we groene energie nog niet kunnen vasthouden. Maar technologie gaat ervoor zorgen dat dat binnen afzienbare tijd wél mogelijk zal zijn
“Technologie kan potentieel gigantisch veel, het is aan ons om het ook te laten gebeuren. Ik ben opgegroeid met de oliecrisis, met een permanent gevoel van schaarste. Ik kon me toen onmogelijk voorstellen dat een bedrijf als Google - met zijn enorme datacentra - sinds vorig jaar volledig op energie uit zon en wind draait. De zon produceert op één dag meer energie dan de hele wereldbevolking verbruikt op een volledig jaar. Het probleem is dat we die energie nog niet kunnen vasthouden. Maar technologie gaat ervoor zorgen dat dat binnen afzienbare tijd wél mogelijk zal zijn.”
Het nieuwe normaal
‘Futurist’ Ray Kurzweil voorspelt dat computers in 2029 slimmer zullen zijn dan mensen. In zijn boek stelt Thierry Geerts dat het zo’n vaart niet zal lopen, dat computers nog een hele reeks ‘menselijke’ eigenschappen missen die ze niet zo snel – misschien wel nooit – zullen adopteren. “Maar eigenlijk doet het er niet toe. Zelfs als je het wél gelooft, is dat een reden te meer om die evolutie zelf kordaat in eigen handen te nemen. Om de computers in de juiste richting te sturen, voor ze slimmer zijn dan geworden dan wij.”
“Toen de auto op het punt stond om door te breken, was er niemand die zich vragen stelde over de veiligheid of het milieu. Pas na miljoenen doden en een rampzalige luchtkwaliteit in onze steden zijn we heel erg langzaam wakker geschoten. En nu pas, na vele tientallen jaren, proberen we het tij te keren met zelfrijdende auto’s. Die fout zullen we niét maken met artificiële intelligentie. We zijn nu al volop aan het nadenken over ethische vraagstukken en over mogelijke negatieve side effects. We stellen ons nu al de vragen die we bij andere technologieën pas zijn beginnen stellen toen het al veel te laat was.”
“Zelfrijdende auto’s illustreren perfect hoe mensen en samenlevingen reageren op nieuwe technologieën. Eerst vindt iedereen het een gek idee, een fantasietje van een verwarde professor. Dan wordt duidelijk dat het idee lang niet zo gek is als het aanvankelijk leek, en probeert iedereen te bewijzen dat het gevaarlijk is. In dat stadium zitten de zelfrijdende auto’s vandaag: ‘kijk, ze rijden ook voetgangers omver’. Maar de beste, meest impactvolle technologieën komen ooit op een punt dat we ze doodnormaal gaan vinden. Kan er tijdens een storm ook op een autonoom rijdende wagen een boom vallen? Ja, natuurlijk. Maar zullen zelfrijdende auto’s net als de auto’s vandaag 1,2 miljoen dodelijke slachtoffers per jaar eisen? No way, verkeersdoden worden iets zeldzaam in Digitalis.”
Een moonshot voor België?
Ook voor België ligt de lat hoog. Volgens Geerts heeft ons land het in zich om uit te groeien tot hoofdstad van Digitalis: België als epicentrum van een land met vier miljard digitaal geconnecteerde inwoners. Voor wie dezer dagen zit te sukkelen om met zijn e-ID in te loggen op Tax-on-web of de 849 codes op zijn belastingbrief nog met pen en papier te lijf gaat, lijkt de ambitie van de pot gerukt.
“En toch is België géén digitale woestijn”, lacht de Google-baas. “De Belgische burger, de consument, is méé met de digitalisering. Dat blijkt ook uit onderzoeken. Het schoentje knelt vooral bij de ondernemingen en bij de overheid. Als ik ga spreken, vraag ik altijd wie in de zaal aankopen online doet. Hop, zo goed als alle vingers in de lucht. Dan vraag ik wie zijn producten ook online verkoopt. Bijna alle vingers terug naar beneden. We kopen onze schoenen bij het Duitse Zalando, onze boeken bij het Amerikaanse Amazon, onze elektronica bij het Nederlandse Coolblue. Niét bij Belgische webshops.”
Het schoentje knelt vooral bij ondernemingen en bij de overheid. En toch is België géén digitale woestijn
“En bij de overheid leeft wel het besef dat we dringend op de digitale trein moeten springen – voor hij definitief vertrokken is. Zeker Alexander De Croo is daarin een echte voortrekker. Maar dat besef leidt vooralsnog niet tot veel beweging. Politici beseffen dat ze veel ambitieuzer moeten zijn. Maar ze vinden vervolgens altijd wel een reden om het niét te zijn. ‘Ja, maar, het is niet mijn bevoegdheid’, hoor je dan vaak.”
“België snakt naar een moonshot, naar een totaal andere manier van denken. Ambitieuzer, grootser, futuristischer. Artificiële intelligentie is hét domein waar de vernieuwing zich de komende jaren zal afspelen. Daar bewegen in veel delen van wereld al heel wat dingen, maar het is zeker nog niet te laat om mee op die trein te springen. Het is zelfs niet te laat om in de locomotief te kruipen. Geld hebben we genoeg, onze spaarboekjes puilen uit. Onze universiteiten en onderzoeksinstellingen zijn top, ze trekken genieën aan uit de hele wereld. Als oude Belgische dinosaurussen als Solvay en Umicore – het vroegere Union Minière – zich kunnen omvormen tot innovatieve wereldleiders, waarom zou België het dan ook niet kunnen?”
Scholen tonen de wereld van gisteren
In Digitalis vergelijkt Thierry Geerts de rol van de overheid met die van een zip-blokje op de barbecue. De overheid moet het vuur aanmaken en aanwakkeren. Tot het zich voldoende verspreid heeft. Dan kan de overheid zich terugtrekken, zoals het zip-blokje opbrandt.
Ik heb tonnen respect voor al die leerkrachten die hun stinkende best doen, maar onze scholen tonen jongeren de wereld van gisteren. Niet die van morgen, niet eens die van vandaag
Maar daar zijn we nog lang niet. Eerst en vooral moet ons onderwijs op de schop. “De wereld is véél meer en véél sneller veranderd dan ons onderwijs. Ik heb tonnen respect voor al die leerkrachten die hun stinkende best doen, maar onze scholen tonen jongeren de wereld van gisteren. Niet die van morgen, niet eens die van vandaag.”
“Leerstof uit je hoofd blokken die je de volgende dag weer vergeten bent, en die je vandaag, morgen of binnen tien jaar gewoon op Google opzoekt, dat is niet meer van deze tijd. Mijn kinderen komen verveeld thuis van school. Ze bekijken thuis op YouTube een paar how-to-video’s, en ze hebben evenveel geleerd als op een hele schooldag.”
Aanvoerder van de Belgische digitale revolutie
Om naar de noodzakelijke hogere versnelling te schakelen, heeft België volgens Thierry Geerts nood aan een wervend toekomstplan. “Het is vandaag een beetje vergeten, maar ik herinner me nog altijd de impact van Flanders Technology begin jaren ’80. De overheid had een duidelijke toekomstvisie, ze ging volop inzetten op robotica en informatisering. Alle studenten werden uitgenodigd naar een grote beurs in Gent, langs de snelwegen hingen affiches om iedereen warm te maken voor die grote omwenteling, alle neuzen stonden in één richting. Expo 58 had dat ook, het riep het gevoel op dat er grootse dingen staan te gebeuren. Zo’n kantelpunt hebben we vandaag opnieuw nodig.”
Als aanvoerder van de digitale revolutie denkt Geerts aan een Chief Digital Officer voor België. “Een boegbeeld dat iedereen mee kan trekken. Een grote leider die alle regeringen, vakbonden, werkgevers,… op één lijn krijgt. Het maakt niet uit of hij of zij uit de politiek, uit het bedrijfsleven of uit de academische wereld is, als het maar iemand met expertise en autoriteit is. Of ik zelf kandidaat ben? Nee, met dit boek hoop ik vooral mensen te inspireren. Maar het is geen concrete handleiding, en al zeker geen sollicitatie (lacht)!”