Deze Vlaming verhuisde ruim 10 jaar geleden naar Silicon Valley en is nu met zijn start-up wereldleider in de foodindustrie: “Werelddominantie is echt wel het doel”

Raf Peeters, CEO van Qcify

Qcify is vandaag wereldleider op het gebied van geautomatiseerde kwaliteitscontrole van noten en gedroogd fruit, maar de kiem werd in 2006 gelegd in het sorteertechnologiebedrijf waar CEO Raf Peeters toen werkte als customer service-technieker. De vision-technologie die daar werd aangewend, redeneerde hij, kon evengoed worden ingezet in kwaliteitscontrole. Qcify focuste sinds de start in 2015 op VS en Australië, maar sinds vorig jaar is het bedrijf ook actief op de Europese markt. “We hebben nog enorm veel potentieel, dus world domination is echt wel het doel.”

Het eerste wat we in dit interview willen doen, is klaarheid scheppen: we bellen Raf Peeters in Silicon Valley, waar het voor hem 7 uur ’s ochtends is, maar het merendeel van Qcify werkt in Herentals. Hoe is die spreidstand te verklaren? “Dat is historisch gegroeid”, vertelt de CEO. “Visys, het sorteertechnologiebedrijf waar ik voor werkte, was in Hasselt gevestigd, maar besloot in 2010 om ook een kantoor in de VS op te richten.

Vooral omdat Visys toen al focuste op noten en gedroogd fruit, waar heel wat knowhow rond geconcentreerd is in Californië. Ik ben bijgevolg in 2010 naar Silicon Valley verhuisd, om vast te stellen dat we twee jaar later al bijna vijftig procent van onze omzet in Californië draaiden. In 2013 werd Visys aan een Amerikaans bedrijf verkocht en bleef ik er om dat in goede banen te leiden. Toen die transitie afgerond was, was dat het perfecte moment om daar met Qcify te starten – ik heb mijn retourticket naar België dus nooit verzilverd (lacht).”

Menselijke hand pickers

Zeker omdat Peeters intussen al enorm veel contacten had opgebouwd binnen de sector van noten en gedroogd fruit, besloot hij om met Qcify binnen dat segment te blijven. Maar om wat te doen precies? “Kwaliteitscontrole, omdat dit een proces is waar nooit écht veel interesse voor heeft bestaan: bedrijven focusten daarvoor te veel op de verbetering van hun grote productielijnen. Dus daar lagen mogelijkheden.

“We zijn begonnen met louter kwaliteitscontrole via een labo-samplingmachine, waar een klant een staal in kon laten controleren op de kwaliteit die de Amerikaanse voedingswetgeving vereiste. Maar meer en meer kregen we de vraag of we ook grotere productstromen konden analyseren. Bijgevolg heeft ons team, op basis van onze line monitoring-expertise bij Visys, een box ontwikkeld die over een bepaalde lijn kan gaan en dus in plaats van een sample van 500 gram hoeveelheden van 500 kilo tot 1 ton per uur kon analyseren.

Onze box kon heel gemakkelijk menselijke hand pickers vervangen, wat zeker sinds COVID een enorme vaart heeft gekregen – dat mag je dus echt als een accelerator van Qcify zien. Eigenlijk kan je onze box beschouwen als de hand picker van de toekomst. Niet alleen technologisch, maar zeker ook omdat elk bedrijf waar ook ter wereld – van Herentals tot Australië – issues heeft om personeel te vinden. En dan vooral in de voedingssector, die heel human intensive is. COVID en personeelstekort hebben ons met de neus op de feiten gedrukt: automatisatie is de enige oplossing. Dat of de deuren sluiten, maar dat is natuurlijk nooit het antwoord.”

Sales bullshit

“Onze missie is bijgevolg ook om de menselijke fouten uit het proces te halen, hoewel we niet de pretentie hebben om te zeggen dat onze oplossingen 100 procent foutloos zijn: wanneer iemand dat beweert, mag je ervan uitgaan dat het sales bullshit is (lacht).

Zeker als je in een sector met natuurlijke producten werkt. Van pakweg moeren en bouten weet je exact hoe die eruitzien of moeten zien, bij een amandel heb je ook een ideaalbeeld, maar daar beslist de natuur zelf over hoe die er uiteindelijk uit zal zien. Dat moet je allemaal in je modellen zien te verwerken, waardoor perfectie vrijwel onmogelijk is. Dat gezegd zijnde, zal een machine in tegenstelling tot een mens nooit het effect van een slapeloze nacht of lastige kinderen ervaren – dus die factor die vaak tot fouten leidt, kunnen we wél uitschakelen.

Wij leveren de klant dus vooral betere performance en veel meer consistentie. En voor alle duidelijkheid: perfectie blijft wel altijd onze ambitie, want er is heel veel instabiliteit in de wereld – kijk maar naar de energieprijzen of de oorlog in Oekraïne – die wij graag een heel klein beetje weg nemen met een zo robuust mogelijke oplossing. Daarom wordt er in de sector nog altijd veel geïnvesteerd in oplossingen als de onze, wat ik eerlijk gezegd totaal niet verwacht had.”

Niet schieten op alles wat beweegt

Over die natuurlijke producten gesproken waar het bedrijf met zijn box op focust: voorlopig blijft de focus van Qcify op noten en gedroogd fruit. “Vooral omdat ik uit ervaring heb geleerd dat je als bedrijf moet focussen, en niet moet schieten op alles wat beweegt. Want anders zit je op een bepaald moment met een amandel machine in Argentinië, een hazelnoten machine in Azerbeidzjan en een rozijnen machine in Zuid-Afrika en doet je team niets anders dan ongefocust de wereld rondvliegen.

Bovendien ontwikkel je op die manier wellicht verschillende applicaties, maar in geen ervan zal je leider worden. Het enige waar ik op toegeef, is de uitbreiding van het type noten dat we behandelen, als de technologieontwikkeling dat tenminste toelaat.

Samengevat: we willen eigenlijk heel goed worden in het segment van noten en gedroogd fruit, om daarna die technologie te kopiëren naar andere productgroepen en markten. En in die fase beginnen we nu stilaan te geraken. Om die reden hebben we vorig jaar de Europese markt betreden en kijken we nu ook naar de mogelijkheden in Afrika en Zuid-Amerika. Gezien het potentieel van onze oplossing durf ik gerust stellen dat world domination onze ambitie is. In omzet verdubbelen we nu al jaarlijks.”

Speciaal voor mij ontwikkeld

De grote troef van Qcify is gebruiksvriendelijkheid, omdat de service techniekers en salespersonen die er werken doorgaans veel ervaring hebben in de customer facing kant van de voedingsindustrie. “Ik vond het heel belangrijk dat ze daar thuis in waren, omdat ze dan des te meer in staat waren om oplossingen aan te bieden”, aldus Raf Peeters.

“Voor onze engineers, die de toestellen zelf ontwikkelen, was dat minder een must: daar had ik liever expertise in AI, deep learning of softwarearchitectuur. Die combinatie van industriekennis en knowhow van nieuwe technologie was ideaal om tot oplossingen te komen waar de klant nood aan heeft. In nauwe samenspraak en samenwerking met de klant, voor alle duidelijkheid: ik hou er niet van om oplossingen te ontwikkelen en vervolgens pas te zien aan wie onze salesmensen die verkocht krijgen. Ik wil liever dat de klant het gevoel heeft: Qcify heeft dit speciaal voor mij ontwikkeld. Wat niet per se betekent dat elke machine gecustomiseerd is: we opereren nog altijd in een sector van massaproductie.

Alleen geloof ik heel sterk in het concept van ‘laten we eens kijken wat het probleem is van alle bedrijven die in die sector actief zijn, om op basis daarvan tot een oplossing te komen die zichzelf verkoopt’. Om die reden werken we zo nauw mogelijk samen met klanten en hebben we een medewerker die speciaal naar Spanje is verhuisd om daar onze Europese marktbetreding op te volgen.”

Simpele user interface

Oplossingen die, we zeiden het al, gebruiksvriendelijk zijn. “Om het kordaat te stellen: de werking van de customer facing kant van onze machines moet bij wijze van spreken aan een driejarige kunnen worden uitgelegd. Zelfs wanneer die machines werken met AI, data flows, deep learning of ingewikkelde softwarearchitectuur. Zeker binnen de voedingssector staan we heel ver wat technologie betreft, en de backend mag wat mij betreft zo ingewikkeld mogelijk zijn. Maar het belangrijkste is dat de klant ermee kan werken, en dat maken we ook waar: als wij een training geven over een nieuwe machine, dan duurt die letterlijk vijf minuten.”

“Ik vind dat ook heel belangrijk: ik heb als service technieker bij Visys destijds installaties geplaatst waar ik de klanten drie dagen lang moest rond opleiden – waardoor je ook weet dat, op het moment je de fabriek uitstapt, het alleen maar downhill zal gaan. Hoe simpeler de user interface, hoe beter.”