Artificial Intelligence is overal, maar waar de ene persoon enthousiast al z’n boodschappenlijstjes door ChatGPT laat maken, hoort de andere vaak het nog in Keulen donderen. Ook op de werkvloer, zo blijkt uit de European AI Barometer van EY. De helft van de Belgen geeft aan dat AI hun werk vandaag al beïnvloedt, voor de andere helft is dat nog toekomstmuziek. Dat artificiële intelligentie een flinke impact zal hebben op de arbeidsmarkt is duidelijk, maar op welke manier en met welke gevolgen? Hendrik Serruys van EY laat zijn licht schijnen over de cijfers en verklapt hoe zij zelf aan de slag gaan met de implementatie van AI.
Een eerste opvallend cijfer uit de European AI Barometer van EY: 74% van de Belgische werknemers is ervan overtuigd dat bedrijven minder personeel zullen nodig hebben door AI-toepassingen. Een onterechte vrees, stelt Hendrik Serruys meteen gerust. “Er is sowieso een blijvende nood aan werkkrachten in elke organisatie - kijk maar naar de openstaande vacatures. Niet dat die allemaal met AI ingevuld kunnen worden, maar er kan zeker een stuk overgenomen worden.”
Het is vooral de manier van werken die zal veranderen, vervolgt hij. “Als je hetzelfde blijft doen als tien jaar geleden terwijl het met AI anders, beter en performanter kan, wordt het uitdagend. Daarom moet je als werkgever inzetten op die transformatie, op de positieve meerwaarde die AI kan betekenen voor je werknemers. Iedereen heeft drukke periodes of krijgt te maken met repetitief werk. Als dat al door AI kan overgenomen worden, dan verbeter je de jobbeleving en neemt de werkvreugde toe.”
Als je hetzelfde blijft doen als tien jaar geleden terwijl het met AI anders, beter en performanter kan, wordt het uitdagend.
Om te leren zwemmen, moet je in het water springen
Dat besef lijkt nog niet helemaal doorgedrongen bij werknemers, want volgens het onderzoek denkt in Europa maar 14% van de werknemers dat AI snel een deel van hun taken zal overnemen, terwijl 51% gelooft dat dit enige tijd zal duren. Dat zou te maken kunnen hebben met een gebrek aan training, want daar blijken Belgische werknemers ontevreden over. Managers daarentegen vinden het niveau van AI-training dat op het werk wordt aangeboden, wel voldoende.
De verantwoordelijkheid voor het doorvoeren van de transformatie ligt bij de beide partijen, zegt Serruys. “Wat we vaststellen is dat veel werknemers aangeven dat ze potentieel zien in het gebruik van AI, maar dat het vandaag niet of onvoldoende wordt geïncentiveerd of ontwikkeld. Er wordt wel nagedacht, gezocht en gebrainstormd, maar in de praktijk worden de resultaten daarvan in bedrijven te weinig ter harte genomen.”
En dat is zonde: “90% van de werknemers is enthousiast over technologie zoals genAI, maar vandaag wordt het nog maar door 23% effectief gebruikt.” Terwijl je dat enthousiasme net goed kan gebruiken, zegt hij. “Als werkgever heb je de taak om mensen kennis te laten maken met de mogelijkheden, zodat ze de technologie begrijpen en de voordelen ervan kunnen inschatten. Maar de beste manier om te leren zwemmen, is niet door trainingen te volgen aan de kant, maar door in het water te springen.”
Jonge enthousiastelingen op zoek naar use cases
Vandaar dat bij EY de jongere generatie de vrijheid krijgt om het voortouw te nemen, vervolgt hij. “Bij zo’n transitie zijn geëngageerde, zeer jonge mensen de drijvende motor om op zoek te gaan naar use cases, zodat de toepassingen ook voor anderen in de organisatie betekenisvol worden. Ook voor zij die bij wijze van spreken net de fax hebben losgelaten.” Want in traditionele bedrijven zit de hiërarchie soms een beetje in de weg. “Leidinggevenden die al vele jaren op de teller hebben, hebben soms iets meer moeite met het loslaten van oudere gebruiken.”
Door jonge enthousiastelingen de theorie te laten vertalen in praktische voorbeelden, proberen ze bij EY een cultuur te creëren waarin nieuwe technologie snel en breed omarmd wordt: “Je moet aantonen wat de obstakels waren qua tijd, energie, enzovoort, en dan laten zien wat je vandaag anders doet. Door dat verschil tussen voor en na te tonen, groeit het besef dat een bepaalde tool kan helpen de dingen die je gewoon bent, sneller én beter te doen verlopen. Zo’n use cases maken het meteen heel concreet en dat helpt.”
Als mensen naar mij komen met de vraag of dit of dat niet anders zou kunnen, laat ik alles vallen om te luisteren.
Om die cultuur waar te maken moet je als management ook wel openstaan voor de input van je medewerkers, benadrukt Serruys. “Als mensen naar mij komen met de vraag of dit of dat niet anders zou kunnen, laat ik alles vallen om te luisteren.”
Spelen, exploreren, experimenteren
De training waar Belgische werknemers op zitten te wachten, is dus maar het begin. “Training helpt om mensen kennis laten maken met de mogelijkheden - zonder té technisch te worden - maar je moet vooral inzetten op de relatie tussen de mogelijkheden van verschillende tools en de dagelijkse werkzaamheden. Wat er daarna on the job gebeurt, is het belangrijkste.” Hierbij refereert hij naar het 70-20-10-model: 70% van het bijleren gebeurt tijdens het uitvoeren van je job, 20% door sociale interacties met collega’s en vrienden en 10% via formele trainingen en opleidingen.
“Ik kan mensen dus wel 4 uur per dag naar een opleiding sturen, maar het zijn de weken daarna die cruciaal zijn, waarin ze de tijd en mogelijkheid hebben om zelf wat te knutselen.” Dat is een uitdaging, want daarvoor moet je dus afstand nemen van de klassieke vorm van opleiding geven. “Normaal deelt een facilitator kennis, terwijl de medewerker aanhoort en opslaat om misschien later te gebruiken, maar hier moet je eigenlijk tools aanreiken waar onmiddellijk mee gespeeld, geëxploreerd en geëxperimenteerd kan worden, zonder dat je weet waar het naartoe gaat.”
Je moet je blijven afvragen of er bepaalde technologieën zijn waar je misschien vandaag nog te weinig op inzet omdat je te gefocust bent op quick wins, terwijl er op de lange termijn misschien meer return te behalen valt.
De grootste uitdagingen vandaag
Ruim de helft van de Belgen geeft aan dat AI hun werk vandaag al beïnvloedt, 10% zegt dat de technologie hun job ingrijpend veranderd heeft. De manier waarop verschilt van sector tot sector en van bedrijf tot bedrijf, want zoals met elke transitie, hangt veel af van de keuzes die je maakt. En dat is, samen met de snelheid waarmee AI evolueert, meteen ook de grootste uitdaging vandaag.
“ChatGPT uit december 2022 is een heel andere toepassing dan de ChatGPT van vandaag. En ook wat alle grote spelers ondertussen hebben doorontwikkeld is gigantisch. Daarin moet je de juiste keuzes maken: wat willen we, waarmee willen we de toekomst aangaan? Het risico is dat je nu bepaalde keuzes maakt die je later zal moeten laten varen omdat ze alweer achterhaald zijn. Vergelijk het met surfen: als je een grote golf ziet en daarop meesurft, kan dat je positieve dingen opleveren, maar het risico bestaat ook dat er ondertussen ook een nog grotere gepasseerd is.”
Daarom moet je naast openminded en leergierig vooral ook kritisch blijven, besluit hij. “Je moet je blijven afvragen of er bepaalde technologieën zijn waar je misschien vandaag nog te weinig op inzet omdat je te gefocust bent op quick wins, terwijl er op de lange termijn misschien meer return te behalen valt.”