“Ik ontdekte mijn echte passie toen mijn zoontje een motorische beperking bleek te hebben.” Achter het succesvolle Belgische healthtech bedrijf Ontoforce, door de Vlaamse Regering uitgeroepen tot 'Scale-up van het Jaar', schuilt een ongelooflijk transparante, maar ambitieuze ondernemer. CEO & founder Hans Constandt ontwikkelde samen met zijn team de technologie Disqover, een integratie en zoekrobot die data uit wetenschappelijke publicaties, klinisch onderzoek en andere interne en publieke databases bundelt om zo snel de juiste antwoorden te vinden. Welke persoonlijke en professionele uitdagingen de ondernemer heeft overwonnen? En waar hij zijn snelle groei aan te danken heeft? Ik vroeg het hem allemaal.
Leergierige autodidact met vechtlust
“Al van kindsbeen af wilde ik gewoon mensen helpen”, start Constandt zijn verhaal. “Mijn ambitie om arts te worden was daar een logisch gevolg van. Daarnaast had ik ook een enorme fascinatie voor IT. Al sinds mijn elfde levensjaar ben ik met software bezig. Ik herinner me nog goed hoe ik op mijn veertiende spelletjes probeerde te hacken. Eigenlijk ben ik een autodidact, en vond ik het leuk om te groeien in alles wat met computers te maken had.”
En de nood om meer te doen met technologie werd nog sterker tijdens zijn studies geneeskunde. “In mijn vrije tijd verdiende ik een centje extra als developer, en besefte ik dat ik op die manier meer kon betekenen dan wat ik in de conservatieve, geneeskundige sector ooit zou vinden. De schoolbanken interesseerden me niet zo veel, en ik scoorde dan ook enkel hoog op de vakken die me konden boeien. Mijn ouders - respectievelijk verpleegster en leraar - waren natuurlijk heel bezorgd omdat ik niet de allerbeste student was (lacht).”
Ik ben er altijd in geslaagd om een bedreiging als een opportuniteit te zien. Misschien was dat de voorbode voor mijn leven als ondernemer
Na een sabbatjaar als student, schakelde Constandt over naar biotechnologie, werkte hij drie jaar aan een doctoraat, en leerde hij in die periode professor Marc Van Montagu kennen. “Die man inspireerde mij: hij bedacht het concept van genetische manipulatie”, vertelt Constandt. “Ik leerde ontzettend veel bij, tot ik in het derde jaar van mijn doctoraat betrokken raakte bij een ernstig auto-ongeval. Alles veranderde, en ik verbleef lang in een donkere kamer, kon niet meer lezen en zat maanden thuis wat ongelofelijk lastig was voor iemand zoals ik die niet kan stilzitten. Maar vechtlust zit in mijn genen, dus ik heb mezelf terug from scratch leren programmeren. Makkelijk was dat niet, maar gelukkig zie ik elke bedreiging als een opportuniteit. Misschien was dat al een voorbode van ondernemerschap.”
Van consultant naar eigen start-up
Dankzij zijn medische studieachtergrond, aangevuld met een extra opleiding als software engineer, kreeg Constandt de kans om - na enkele jaren als consultant te hebben gewerkt - bij farmareus Eli Lilly aan de slag te gaan, eveneens in de rol van consultant. “Ik aggregeerde verscheidene databronnen en bracht ze samen in rapporten”, vertelt hij over die werkervaring. “Die job was interessant, maar privé kreeg ik opnieuw een aantal tegenslagen te verwerken… Wat later ontdekten we dat mijn zoontje met een motorische beperking kampte en als zesjarige op school toch heel wat uitdagingen had.”
“Het incasseren van dergelijke tegenslagen is echt niet simpel. Maar opnieuw probeerde ik er iets aan te doen, in plaats van mij te wentelen in zelfbeklag. Je moet weten dat ik ook negen jaar lang in Afrika woonde, en daar toch best veel miserie heb gezien. Al die levenservaringen, denk ik, maken dat ik relativeringsvermogen heb gekweekt, wat altijd van pas komt als ondernemer.”
“Toen de diagnose van mijn zoon gekend was, ontdekte ik een nieuwe passie en een nood om zelf iets te creëren. Ik stelde vast dat - toen mijn zoon van school veranderde - de medische rapporten en verzorg verslagen verloren raakten, wat me enorm frustreerde. Samen met een paar kennissen bedacht ik het idee om een softwareplatform te ontwikkelen voor scholen, waarop informatie van leerlingen toegankelijk en deelbaar was voor alle betrokken partijen.”
Hans Constandt richtte de vzw schoolKID op maar ontdekte dat het zijproject, in combinatie met zijn vaste job, enorm veel energie vroeg. Na gesprekken met VOKA, Deloitte, LRM en het toenmalige iMinds besefte Constandt dat zijn oplossing wellicht veel meer potentieel had in de farmaceutische wereld. “Iedereen vertelde me te springen, en uiteindelijk heb ik dat ook gedaan”, vult hij aan. “Ook voor mezelf hoor, anders had ik het nooit volgehouden. De geboorte van start-up Ontoforce was eindelijk een feit.”
Pivoteren van B2C- naar B2B-model
Ontoforce bracht de technologie Disqover op de markt. Dankzij de intelligente zoekrobot kunnen farmabedrijven hun databanken met elkaar connecteren, en er informatie uitfilteren. “Vrij snel haalden we kapitaal op”, herinnert Constandt zich. “We gingen ons SaaS-model naar de patiënt brengen, en zo veel data vergaren. Pas dan zouden we een businessmodel voor de farma industrie ontwikkelen. Maar dat was verkeerd, alleen al omdat de verkoopcyclus zolang duurde. Bovendien besefte ik dat ik te veel vanuit de technologie vertrok, en minder vanuit de probleemstelling. Dat is toch wel een belangrijke les die ik heb geleerd.”
Ik zag meteen hoe onze technologie een hoop mensen zou kunnen helpen, alleen kon ik dat niet zo goed uitleggen
En dus trok Ontoforce met Disqover naar de farmaceutische industrie. Het team was toen lang niet zo uitgebreid als nu, en de CEO heeft naar eigen zeggen moeten leren hoe B2B sales werkt. “Ik wist meteen dat onze technologie zoveel mensen zou kunnen helpen”, vertelt Constandt met vastberaden stem. “Alleen kon ik dat niet altijd goed uitleggen, wat ervoor zorgde ik hier en daar wat vertraging heb opgelopen. Zeker toen we op het punt stonden om een grote klant te tekenen en die last minute afhaakte omwille van een reorganisatie. Go ahead and sue us, zeiden ze. Daar sta je dan, met de handen in het haar.”
“En ja, waarschijnlijk was het eenvoudiger geweest om het aan Eli Lilly (internationaal farmaceutisch bedrijf; nvdr) te pitchen. Ik wilde dit echter niet enkel bij mijn bevriende collega’s doen, maar voor alle bedrijven die met onze technologie geholpen kunnen worden. Het moest vanaf dag een globaal en heel breed gaan. En als ook anderen interesse toonden voor ons product, was ik tenminste zeker dat die voortkwam uit niet vooringenomen belangstelling.”
Smart committed money
Zo gezegd, zo gedaan. Inmiddels heeft Ontoforce al flink wat internationale klanten, en opende het bedrijf twee jaar geleden een kantoor in Massachusetts. De internationale groei werd naar eigen zeggen niet alleen gefaciliteerd door het groeiend potentieel van het product, maar ook door ‘smart committed money’. Anders gezegd: in zijn ondernemerscarrière leerde Constant de ins en outs van kapitaal ophalen. Vorig jaar haalde Ontoforce nog 4,3 miljoen euro op in een series A ronde, en momenteel is de scale-up aan het nadenken over een volgende grote series B funding.
Ik denk dat je beter geld ophaalt wanneer de dingen heel goed gaan, en niet wanneer je met je rug tegen de muur staat
“Eigenlijk wilden we die ronde pas volgend jaar starten”, legt Constandt uit. “Maar we zien dat onze tractie in een enorme stroomversnelling zit, waardoor we wellicht best niet te lang wachten. Bij Belgische ondernemers zag ik het wel dat men geld probeert op te halen wanneer men met de rug tegen de muur staat. Dan is het vaak alle hens aan dek en moet je personeel laten gaan. Ik heb geleerd dat je beter mikt op kapitaal wanneer de dingen heel goed gaan. Dan is het gewoon veel gemakkelijker om investeerders te overhalen.”
Maar Constandt doet ook een soort van due diligence-onderzoek op zijn venture capitalists. Van kapitaal ophalen om kapitaal op te halen is duidelijk geen sprake. “Met Ontoforce streven we steeds naar iets wat we smart committed money noemen. Ik kan het elke ondernemer aanraden”, klinkt het vol overtuiging.”Per slot van rekening wil je toch investeerders aan boord die met jou rond de tafel zitten en mee nadenken over je strategie? Investeerders die meer bieden dan gewoon kapitaal, toch?”
“Ik neem dan ook uitgebreid de tijd om een due diligence uit te voeren op mijn potentiële investeerders. Vergeet niet dat we mensen die een risico nemen en return on investment verwachten, toelaten om deel te nemen in onze passie en visie. En ja, dat is the name of the game, maar net daarom is het belangrijk dat je als bedrijf de tijd neemt om de andere partij goed te leren kennen. Ook daar is een culture fit zeer belangrijk.”
Transparante ondernemer, géén manager
Tijdens het gesprek wordt duidelijk dat Hans Constandt iemand is die weet waar hij naartoe wil, en dat ook niet graag onder stoelen of banken steekt. “Dat is een voor- en een nadeel tegelijk”, weet hij. “Slecht nieuws kan je beter zo vroeg mogelijk brengen. Mijn mantra luidt dan ook: zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Ik besef heel goed dat transparante communicatie vooral op lange termijn loont. Ik deel mijn cijfers met het hele bedrijf, en het team weet aan welke kar we trekken.”
Als start-up wil je impact maken, en daarvoor krijg je geen tweede kans
Als ik vraag of hij een people manager is, volgt een aarzelend lachje. “Ik vind human capital het belangrijkst maar je moet ook vooruit. Vandaag zijn mijn twee co-founders niet meer bij Ontoforce, wat ik zeer jammer vind. Het samenhorigheidsgevoel dat in een bedrijf leeft, is iets heel moois. Voor mij zijn de sleutelfiguren in het management óók co-founders. Eigenlijke alle mensen die the extra mile gaan. Dat is ook nodig. Laten we niet vergeten dat we als start-up een impact moeten maken, en je daarvoor geen tweede kans krijgt.”
Amerikaans bedrijf in België
Vandaag heeft Ontoforce de wind in de zeilen, al weigert Constandt op zijn lauweren te rusten. “Ik ga wel bewuster om met mijn werk-privébalans”, stipt hij aan. “In het begin ga je meer dan eens over de streep maar als je een gezin hebt, denk je over bepaalde keuzes beter twee keer na. Pas op, als ik zeg dat mijn gezin op de eerste plaats komt, dan lacht mijn vrouw wel eens. Maar we zien elkaar nog altijd heel graag en zoeken steeds de juiste balans (lacht).”
Dat Ontoforce soms lijdt onder het Belgische ondernemersklimaat, vindt de CEO een spijtige zaak. “Kijk, ons land kent een wereldvermaarde biotech scene, imec staat internationaal hoog aangeschreven en toch worden we hier veel minder gesmaakt dan in bijvoorbeeld de Verenigde Staten”, vertelt hij. “Zijn we te Amerikaans? Te visionair? Te veel passie die soms als pushy wordt gezien? Ik zou het niet weten, al denk ik wel dat het goed komt. Gelukkig heb ik vanaf dag internationaal gedacht: in de VS is de markt groter, wordt er veel sneller beslist, neemt men meer risico en zijn ook de budgetten omvangrijker, wat allemaal in ons voordeel speelt.” Zelf nam Ontoforce ook deel aan het BEyond acceleratieprogramma van Pulse Foundation.
“Hetzelfde geldt wellicht ook voor de investeerdersmarkt. Hoewel Silicon Valley wat achteruitgaat, merk je wel dat de kapitaalrondes in de VS grotere bedragen opbrengen. Anderzijds zie ik wel dat veel van die start-ups niet zoveel inhoud hebben. Ze weten dan wel durfkapitalisten te overtuigen maar hoe schaalt dat als je nog geen minimum viable product of echte klanten hebt?"
“Het feit dat Ontoforce ook veel inhoud heeft, met gepatenteerde technologie die echt werkt, onderscheidt ons van de rest. En daar ik ben ik ongelooflijk trots op.”