Wilson De Pril, directeur-generaal Agoria Vlaanderen, zit in het hart van de industriële wereld. De rasechte Gentenaar die in 2015 van Voseko, de alumnivereniging van de faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) van de UGent, nog de prijs kreeg van FEB-Alumnus van het jaar, heeft zijn hele carrière doorgebracht bij de federatie waarvan in ons land 1.700 technologische bedrijven lid zijn. Van de meeste van die bedrijven bestaat de algemene indruk dat de leiders ervan het niet erg begrepen hebben op storytelling als managementtool. De perceptie is dat feiten en cijfers er voorop staan. Wij wilden in het kader van deze reeks dan ook absoluut met hem een boom opzetten over de manier waarop hij dat ziet:

Zelf lijkt De Pril nooit naar buiten lijkt te komen met persoonlijke verhalen. “Ik heb nochtans eigenlijk een behoorlijk studentikoos karakter”, verrast hij tijdens het gesprek. “Maar ik vind het ongepast om, gezien mijn functie als vertegenwoordiger van zovele bedrijven, dat in het openbaar te illustreren.”

Schipperen

Wilson De Pril beantwoordt tijdens ons gesprek volledig aan het beeld dat de buitenwereld van hem heeft: een aimabele en bedachtzame man die er vaak op wijst dat de waarheid verschillende kanten heeft, maar die over zichzelf zo goed als niets prijs geeft. Toch past hij als gegoten in deze reeks omdat hij verder kijkt dan de waan van de dag.

“Ik leef zeker niet in het verleden, maar we mogen niet vergeten dat we een deel van onze welvaart te danken hebben aan wat mensen in dat verleden gerealiseerd hebben”, zegt hij. “Maar ik ben ook iemand die geweldig open staat voor vernieuwing. Als de Vlaamse industrie wil overleven – wat een absolute noodzaak is voor onze economie en dus voor het toekomstige welzijn van onze kinderen en kleinkinderen – dan moet ze durven veranderen. Daarom hebben we binnen Agoria trouwens het project “Made Different” opgezet. Dat verhaal moeten we absoluut naar buiten brengen.”

Als het gaat over de vraag hoe dat moet gebeuren, voelen we hem het hele gesprek lang schipperen tussen emotie en ratio. “Uiteraard zorgt emotie voor verbinding en moet die in een verhaal aan bod komen. Maar wie die hanteert zonder dat feiten & cijfers en businessinzicht het fundament vormen van het verhaal, valt door de mand.”
 

Leiderschap en de helikoptervisie

Als topman van Agoria heeft Wilson De Pril een helikoptervisie ontwikkeld, die hij tijdens het gesprek bij het aansnijden van alle thema’s tentoon spreidt. Vooral het thema leiderschap plaatst hij daarop dadelijk in een breder perspectief.

“Kijk”, mijmert hij. “Na de tweede wereldoorlog zijn zowel in de privésector, het syndicaal milieu als in de overheid door leidinggevenden stappen gezet om leiderschap te tonen, om als het ware aan het hoofd van de troepen een visie te ontwikkelen en naar die visie te handelen. We zijn nu zeventig jaar later en we zitten opnieuw in een periode van grote onzekerheid op alle mogelijke vlakken we zitten opnieuw in een periode van grote onzekerheid op alle mogelijke vlakken.

agoria

"Ik zie eerlijk gezegd weinig mensen die momenteel echt nog hun hoofd boven het maaiveld durven steken"

Wie een klein beetje in staat is om de wereld te observeren merkt aan alles dat door die enorme onzekerheid een enorme behoefte is aan leiderschap en aan mensen die durven zeggen dat ze het kompas hebben waarop we moeten varen. De fundamentele vraag is voor mij wie dat leiderschap opneemt. Want ik zie eerlijk gezegd weinig mensen die momenteel echt nog hun hoofd boven het maaiveld durven steken."

Echte leiders moeten rechtstaan

Het gesprek met Wilson De Pril vond plaats vóór de lancering van het boek “Autoriteit” van Paul Verhaeghe, waarin die pleit voor een verschuiving van het individuele leiderschap naar het collectieve leiderschap en vóór VUB-professor Jonathan Holslag midden september 2015 in Knack ongemeen hard stelde dat we de verantwoordelijkheid voor het vrijwaren van onze toekomst “niet kunnen overlaten aan politici en Europese ambtenaren in hun Brusselse bubbel”, maar dat we “als burgers zelf front zullen moeten vormen voor een veilige en waardige toekomst.” Maar eigenlijk zegt de topman van Agoria dus hetzelfde: het is tijd dat de echte leiders opstaan. “Want er is voor mij een groot verschil tussen vaak in de media optreden en ook fundamenteel iets te zeggen hebben.”

Het belang van het Olympisch minimum

Daarmee wil de directeur-generaal van Agoria echter niemand viseren. “Iemand als Marc Coucke heeft grote verdiensten voor het ondernemerschap”, raadt hij meteen onze gedachtegang. “Maar de verdiensten van iemand als Luc Tack, de topman van Picañol en Tessenderlo, die vorig jaar manager van het jaar werd, zijn zeker even groot. Alleen opereert die laatste duidelijk veel liever in de schaduw.

Elke vogel zingt nu eenmaal zoals hij gebekt is. De eerste vereiste om niet door de mand te vallen, is om competenties te hebben. Want zonder die basis, zing je het niet lang uit. Vervolgens is het belangrijkste voor een leider volgens mij om authentiek te zijn. Ik weet dat dit een beetje een nietszeggend clichéwoord is geworden, maar ik vind er niet dadelijk een ander. Je moet gewoon jezelf blijven. Je kan wel zeggen dat het in deze tijden van sociale media belangrijk is om veel naar buiten te komen en te twitteren als gek, maar als je dat niet in je hebt, zal het er nooit uitkomen. Ik bedoel maar dat een Luc Tack nooit een Marc Coucke zal zijn en omgekeerd.

wilson

"Ik heb het voor bedrijfsleiders die niet alleen hun kwaliteiten bewijzen als de economie vlot draait, maar die hun schip ook in zware stormen recht weten te houden"

Je mag nog zo graag hoogspringen en nog zo hard trainen, als je niet het talent hebt om het Olympisch minimum te halen, zal dat ook nooit lukken. Ik heb het nogal voor bedrijfsleiders die niet alleen hun kwaliteiten bewijzen als de economie vlot draait, maar die hun schip ook in zware stormen recht weten te houden. Vergelijk het met een voetbaltrainer die ook als zijn team door een dalletje gaat, moet kunnen bewijzen uit het goede hout te zijn gesneden.

Eigen kijk op leiderschap

Leiderschap getuigt voor mij van visie op zaken die echt een impact hebben en het verschil maken. De combinatie van visie, strategie en actie is belangrijk. Pas als de kompasnaald van de leider daarop is afgestemd kan hij of zij volgens mij naar buiten komen met een consistent verhaal, waar anderen zich achter kunnen scharen en dat hij of zij kan aanpassen aan de context.”

Als we Wilson De Pril naar namen vragen van bedrijfsleiders die hem aanspreken noemt hij spontaan die van Thomas Leysen en van Karel Vinck. “Die vertellen verhalen met diepgang, verhalen die mij echt aanspreken. Dat zijn voor mij mensen met een visie, mensen die hun visie ook naar buiten kunnen brengen, maar die dat enkel doen als het er echt toe doet en als het gaat over fundamentele zaken. Het zijn ook mensen die heel wat hebben gerealiseerd.”

Leergierig én dienstbaar, maar bescheiden

Of Wilson De Pril zichzelf ook als dat soort leider ziet, kunnen we tijdens het gesprek moeilijk achterhalen, al bevestigt hij dat hij het inderdaad enorm belangrijk vindt om altijd alle aspecten van een thema tegen het licht te houden en om daar dan een synthese van te maken en met die synthese daadwerkelijk iets te doen.

“Het zal verklaren waarom ik zowat mijn hele carrière voor Agoria heb gewerkt," besluit hij. "Ik ben altijd iemand geweest die enerzijds graag bedrijven wil helpen en anderzijds graag wil leren. Kennis vergaren en die doorgeven. Agoria is daarvoor echt wel het ideale platform. In de loop der jaren heb ik af en toe een aanbieding gekregen om elders aan de slag te gaan, maar kunnen blijven bijleren en die kennis & ervaring doorgeven heb ik altijd belangrijker gevonden dan geld."

Eigenlijk draagt Wilson De Pril dus het geroemde principe van Wouter Torfs “sharing is caring” in het vaandel. Alleen, hij doet dat op een totaal andere manier. Zonder er echt mee naar buiten te komen. “Ik vind het ongepast om die kant van mijn persoonlijkheid in een professionele omgeving te laten zien. Ik vind een onderscheid tussen wat privé is en professionele bezigheden erg belangrijk. Let op! Ik heb er geen moeite mee als anderen die grens minder trekken. Al vraag ik me toch af of alles zo nodig op Facebook moet komen. Ik ben er trouwens nog altijd niet uit of Facebook wel iets is dat er altijd zal zijn. Ik blijf daar mijn twijfels bij hebben.”

Bron foto: iedereeninnoveert.be