Bron foto: Shutterstock
Bijna de helft van de Belgische ondernemingen vindt het controleren van de loonkosten de grootste prioriteit voor de Belgische regering. Daarna komt ziekteverzuim bij werknemers en op drie vinden we de flexibilisering van de arbeidsduur.
Acerta deed een rondvraag bij een 300 werkgevers in België om hun belangrijkste prioriteiten vast te leggen. Voor 47 procent van de bevraagde ondernemingen moet de problematiek rond de loonkosten het meeste aandacht krijgen van de Belgische regering.
De regering maakte met het recente begrotingsakkoord de wet op het concurrentievermogen, de zogenoemde Wet 96, strenger. Hiermee is een deel van de bezorgdheid van de werkgevers alvast weggenomen. Ook worden er een aantal maatregelen voorzien om een deel van de nog bestaande loonhandicap weg te werken.
Ziekteverzuim vormt groot probleem
Ook het ziekteverzuim verdient dringend politieke aandacht. Uit eerder onderzoek bleek al dat het ziekteverzuimpercentage in ondernemingen over de jaren heen duidelijk stijgt. Bovendien daalt de kans dat een werknemer effectief terugkeert naar zijn werk naargelang de duur van zijn of haar afwezigheid. Ziekteverzuim weegt dan ook zwaar door op ondernemingen.
De Belgische ministers van Werk en Volksgezondheid werken aan een wetsontwerp dat de re-integratie van zieke werknemers moet bevorderen, via de uitwerking van een re-integratietraject voor werknemers die langdurig afwezig waren. Ook een preventief ziekteverzuimbeleid met een actieve betrokkenheid van leidinggevenden kan het ziekteverzuim in ondernemingen terugdringen.
Bron foto: Shutterstock
Flexibilisering arbeidsduur
In de voorbije begrotingsbesprekingen werd veel vooruitgang geboekt op vlak van de flexibilisering van de arbeidsduur. Voor 29 procent van de werkgevers is ook die arbeidsduur een prioriteit op politiek vlak. Met het nieuwe begrotingsakkoord wordt binnenkort het principe dat de wekelijkse arbeidsduur gemiddeld gerespecteerd moet worden over een volledig jaar. Nu moet dat nog per trimester. Tegelijkertijd wordt het bestaande stelsel van de ‘kleine flexibiliteit’ enigszins versoepeld. Deze regel uit de Arbeidswet laat toe zonder overloontoeslag met piek- en dalroosters te werken.
Voor werknemers is in termen van arbeidsflexibiliteit vooral loopbaansparen erg belangrijk. Uit gegevens van Acerta blijkt dat 70 procent van de Belgische werknemers bereid is om extra uren te presteren zonder hiervoor op dat ogenblik extra vergoed te worden, als ze in ruil hiervoor die gewerkte uren later in hun carrière kunnen compenseren. Het draagvlak voor meer flexibilisering is duidelijk enorm - en dus niet alleen een eis van de werkgevers.
Wat zijn de grootste bekommernissen binnen jouw organisatie?