Jonathan Holslag is professor internationale betrekkingen aan de VUB en heeft in een mum van tijd als jonge dertiger een stevige internationale reputatie opgebouwd. In september 2015 deed hij een opgemerkte oproep aan alle Vlamingen om een front te vormen om onze toekomst veilig te stellen. “De wereld gaat dood”, stelt hij daarin onverbloemd. “Tenminste als hij georganiseerd blijft zoals nu.” Toch is hij minder pessimistisch dan die noodkreet laat uitschijnen. “Jobs verdwijnen, maar er is werk te over”, klinkt het.
Economie blijft ziek
Dat veel vacatures niet ingevuld geraken en dat de VDAB weer meer vacatures ontvangt, zien sommigen als een signaal dat wijst op de heropleving van de economie, maar Jonathan Holslag gaat niet mee in die redenering. “De economische activiteit staat in Europa ongeveer op hetzelfde niveau als bij het begin van de crisis van 2008 en 2009”, zegt hij. “We staan dus al zeven jaar stil.
"Als we louter naar het economische plaatje kijken, moeten we niet rekenen op economische groei om de komende jaren de werkgelegenheid aan te zwengelen"
En ondanks het feit dat de Europese centrale bank elke maand voor miljarden euro activa koopt, blijft de economische motor sputteren. Terwijl de groeilanden in Azië en met name China dat vroeger nog enigszins konden opvangen, is het daar nu eigenlijk ook kommer en kwel. En we moeten nergens rekenen op overheidsinvesteringen om de economie aan te zwengelen, aangezien de overheden bijzonder krap bij kas zitten. Met andere woorden, als we louter naar het economische plaatje kijken, moeten we niet rekenen op economische groei om de komende jaren de werkgelegenheid aan te zwengelen.”
Digitalisering en automatisering doen veel jobs verdwijnen
Tegelijk blijven de digitale transformatie en de automatisering onverminderd doorgaan. “Dat fenomeen is niet te stoppen”, zegt
Jonathan Holslag. “Diegenen die zeggen dat dit gepaard zal gaan met fors jobverlies, worden nogal eens bestempeld als doemdenkers, maar het is niet anders. Ik hecht meer vertrouwen aan wat recente studies van de universiteit van Chicago en het befaamde Massachusetts Institute of Technology hierover zeggen dan aan de beweringen van Unizo en Voka.
En in die studies staat duidelijk de verwachting dat de digitalisering er zal voor zorgen dat in de dienstensector 30% à 40% van de bestaande jobs verloren zal gaan. Winkelpersoneel is bedreigd door de e-commerce, backoffices van de banken hebben weinig toekomst en heel wat informatici zien ook hun job bedreigd door het feit dat steeds meer software gewoon beschikbaar is in de cloud. Er zijn natuurlijk nog de zogenaamde knelpuntberoepen, maar het aantal niet ingevulde functies daar, weegt bijlange niet op tegen het aantal jobs dat op de tocht staat. Zolang de beleidsaanpak er niet in slaagt om allochtonen en laaggeschoolden aan het werk te krijgen, blijven er ook op dat vlak aanzienlijke problemen bestaan.”
Veel meer tijd
Eén en ander klinkt niet bepaald optimistisch, maar een medaille heeft altijd twee kanten, ook als de nood hoog is. Volgens Jonathan Holslag is het daarom de hoogste tijd om vooral geen achterhoedegevechten te voeren. “Blijven denken volgens oude denkkaders is zinloos”, zegt hij. “En vechten tegen de vooruitgang ook. Taxidienst Uber verbieden, heeft geen enkele zin. We moeten de technologie en de digitalisering omarmen en maar eens goed gaan nadenken hoe we zullen omgaan met de gevolgen ervan. De doorbraak van digitalisering en automatisering zorgt voor een aanzienlijke productiviteitswinst.
De vraag is wat we daarmee doen? We zouden kunnen kiezen om allemaal 30% minder te werken, maar arbeidstijdverdeling is moeilijk te organiseren. We zouden er ook voor kunnen opteren om de vrijgekomen arbeidstijd te verschuiven naar inspanningen in andere sectoren. Parallel met vroegere verschuivingen van de industrie naar de dienstensector en van de publieke sector naar de privésector, zouden we nu vrijgekomen arbeidstijd kunnen verschuiven naar de zorgsector en het onderwijs. Dat vergt echter een veel doordachtere aanpak dan nu het geval is. Nu wordt voor de verschuiving vooral op korte termijn gedacht en zie je bijvoorbeeld veel bijkomende jobs in poetsdiensten en in de veiligheidssector.”
Werk zien als bron van geluk
Jonathan Holslag hamert erop dat het vooral belangrijk is om van de enorme shift die we in de maatschappij meemaken gebruik te maken om eens goed na te denken over hoe we in de toekomst met werken willen omgaan. “We moeten weten waar we met werk naar toe willen”, geeft hij aan. “Er is volgens mij een veel breder denkkader nodig dan nu over het algemeen wordt gebruikt. Nu is het voor veel mensen vooral een financiële noodzaak om van alles en nog wat te betalen, waarvan we ons veel meer zouden moeten afvragen of we het echt nodig hebben.
Bron: hln.be
"We kunnen arbeid nochtans ook benaderen als bron van geluk en zelfontplooiing, die niets met materiële zaken te maken hebben"
Met alle gevolgen vandien, want de problemen als gevolg van stress en burnout zijn nog nooit zo nadrukkelijk aanwezig geweest als nu. Enorm veel mensen voelen zich door die benadering ongelukkig. We kunnen arbeid nochtans ook benaderen als bron van geluk en zelfontplooiing, die niets met materiële zaken te maken hebben en die zou kunnen bijdragen tot een welvarende samenleving. Maar dat vergt een andere manier van denken dan we tot nu toe gewoon zijn, en het vergt vooral ook een andere organisatievorm van de samenleving.”
Twee belangrijke voorwaarden om werk, economie en maatschappij anders te organiseren
Om een omslag te maken, moet volgens Jonathan Holslag aan twee voorwaarden worden voldaan. “We kunnen niet een pleidooi houden voor lokale economie en vervolgens met duizend mensen voor de deur staan bij de opening van een nieuwe Primark-winkel”, legt hij uit. “Meer transparantie over hoe de economische stromen in elkaar zitten en eerlijke reacties daarop zijn noodzakelijk om een herordening van de economie mogelijk te maken, met ook een andere kijk op werk. En daarnaast moet er mentaliteitswijziging komen die de nadruk legt op levenskwaliteit.”
Samenvattend komt het er volgens Holslag op neer dat we moeten inzien dat de manier waarop we de arbeidsmarkt organiseren stilaan op zijn laatste benen loopt. “Als we ons goed genoeg voorbereiden op een toekomst waarin werk heel anders wordt georganiseerd, zal de arbeidsmarkt echter veel kansen blijven bieden. Op jobs zoals we die nu kennen, moeten jongeren niet al te veel meer rekenen, maar werk zal er genoeg zijn. Als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt en de juiste dingen doet, kunnen we zelfs komen tot een duurzamere en welvarende samenleving, waarin werk weer een bron van geluk zal zijn in plaats van een bron van frustratie.”
Foto: Jonathanholslag.be