Innovatie is geen modewoord, maar vooral een kwestie van goed denken en doen, en liefst op een snelle manier. Ik ging op bezoek bij Nicolas Cap, Pieter Van de Velde en Thomas Van Halewyck, oprichters van innovatiebureau Bundl, en sprak met deze laatste twee over innoverend België. En vooral: welke rol zij daar in spelen en hoe je als bedrijf ervoor kunt zorgen dat je over vijf jaar nog bestaat.
Concreet helpen Cap, Van Halewyck en Van de Velde grotere bedrijven om te innoveren met aparte innovatieteams. Daarvoor reiken ze het juiste advies, de gewenste tools en vernieuwende technieken aan.
Pijnpunten in onze innovatiecultuur
Ons land barst van de creatieve start-ups, en aan disruptieve ideeën zeker geen gebrek. Toch is er volgens het duo nog wat werk aan de winkel. “Het belang van vernieuwing wordt onderschat”, geeft Van de Velde aan, “en dat uit zich op verschillende domeinen. Voor mij is het bijvoorbeeld ondenkbaar dat organisaties geen aparte innovatie-afdelingen omvatten, net zoals ze die voor marketing en HR hebben. Net zoals de marketingafdeling een roadmap vastlegt met de activiteiten voor komende twee jaren, zouden ze dat ook moeten doen met innovatie.”
“Elk bedrijf, ja ook Bundl, moet zichzelf elke twee jaar heruitvinden”
“Vele grote spelers beschouwen innovatie nog als een optie”, gaat Thomas Van Halewyck verder. Vandaar ook dat wel eens wordt gezegd dat de start-ups de corporates zullen verstoten. Wij geloven daar niet per definitie in, maar we zijn er wel van overtuigd dat jij je als bedrijf je elke twee jaar zou moeten heruitvinden. Dat hebben wij trouwens ook gedaan met Bundl, hé. We zijn gestart als productontwikkelaars en uiteindelijk ons beginnen toeleggen op vernieuwing. Daarom stellen we onszelf vaker de vraag: ‘Wat moeten we nu doen om over twee jaar nog te bestaan’? En precies daarom zijn wij ons beginnen toeleggen op corporate venturing.”
“Er is al zeer lang een innovatiegolf aan de gang”, herneemt Van de Velde het woord, “en iedereen voelt het. Alleen is het dikwijls zoeken naar een manier van omgang. Het is meer dan een dagje brainstormen en post-its op een whiteboard kleven. Innovatie is geen one-night-stand, hé. We mogen dat ook niet beschouwen als een fenomeen dat zich louter manifesteert op product- of dienstenniveau. Er is zoveel innovatie in onze wereld dat wij niet zien. Een voorbeeld op HR-niveau: vandaag de dag volstaat het niet altijd meer om een bedrijfswagen aan te bieden aan je werknemers. Dat maakt dat je als werkgever ook moet pivoteren in je bedrijfscultuur of in je extralegale voordelen.”
Innoveren is snelheid maken
‘Innovate faster’, zo luidt het motto van Bundl. Toch is het niet bepaald een evidentie om bij te benen met de markt, die vandaag ongeziene snelheden aanneemt. “Waar wij bedrijven bij helpen”, zegt Van de Velde, “is het opzetten van aparte innovatieteams, los van de core business van het bedrijf zelf. Op die manier kan er zeer snel worden geschakeld. Aan het einde van de rit wordt het innovatieproject een spin-off en dus een nieuwe start-up, of wordt het opnieuw opgeslokt door het bedrijf zelf.”
“Om die snelheid te kunnen maken, hebben een aantal methodologieën en systemen op touw gezet waarmee organisaties hun eigen markt kunnen disrupten”, vult Van Halewyck aan.
Een van de resultaten daarvan is Horizon, de applicatie die in mei het levenslicht zag. Daarmee kan je jouw eigen dromen visueel organiseren, met de bedoeling die op een gegeven moment te laten uitkomen. Financiering wordt daar een belangrijk onderdeel van, waarvoor Bundl de handen in elkaar sloeg met een grootbank. “Amper drie maanden geleden hadden we een intentieverklaring voor onze neus liggen, en nu hebben we al flink wat stappen gezet op de markt. Maar het product is lang niet af hoor. We wilden gewoon geen tijd verliezen en in deze eerste fase zoveel mogelijk feedback verzamelen.”
“Onze drang om te innoveren is soms een vloek en een zege tegelijk”
“De dingen kunnen hier heel snel veranderen ook, dat is een andere manier waarop dat sneltempo van Bundl naar boven komt”, lacht Van de Velde. “Als een bepaald concept of gegeven al zes maanden hetzelfde is, kriebelt het bij ons om het over een andere boeg te gooien. Aangezien dat op persoonlijk niveau voor anderen lastig kan zijn, is onze innovatiedrang dus soms een vloek en een zege tegelijk. Maar wij hebben het wel weten uit te buiten met ons bedrijf.”
In België gaat het voor sommigen misschien té snel, hoewel dat nog steeds een slakkentempo is als je de vergelijking maakt met een van de grootste innovatiesteden ter wereld: New York. Ook daar heeft Bundl een kantoor. “Je kan zeggen wat je wil, maar we hebben er al vaker te horen gekregen dat de Belgische bescheidenheid charmeert”, lacht Van Halewyck. “Dat vind ik ook mooi: als ondernemende Belg kan je internationaal gezien een prachtige mix uitspelen. Je hebt de eerlijkheid, de authenticiteit en het hoge eq.”
Power rangers voeren uit
Strategie en advies zijn één ding, maar een innovatief idee uitvoeren is een ander paar mouwen. “Het is een enorm cliché, maar 80% van innovatief succes zit in de uitvoering”, vertelt Van de Velde. “De kunst bestaat erin de juiste timing te kiezen, een succesvol verdienmodel op te zetten, zonder die snelheid te verliezen”, bevestigt Van de Velde. “Kijk (opent presentatie), dit is ons team van power rangers, bestaande uit change managers, designers, marketing experts en ga zo maar verder. Wij hebben een hecht team van witte raven die het denkwerk achter de innovatie ook tot uitvoering brengen.
Hoewel Bundl vooral mikt op grotere bedrijven, de ‘corporate ventures’, richten de oprichters soms ook nieuwe start-ups mee op, waar het bedrijf dan een aandeel in neemt. Of hoe zij het noemen: de Bundl Garage. “Kijk, wij verrichten zeer veel denkwerk”, licht Van de Velde toe, “maar we hebben nog steeds veel ondernemersbloed door onze aderen stromen. Door echt mee een nieuw bedrijf op te richten en met de voeten in het slijk te gaan staan, worden we weer aangescherpt en kunnen we onszelf challengen.”
“Mensen noemen ons ook challengers”, zegt Van Halewyck, “en dat is een leuke gemeenschappelijke eigenschap, ondanks het feit dat ons team zo verschillend, maar tegelijk zo complementair is.”
Bedankt voor de babbel, heren!