‘De groeiambities van onze start-ups en scale-ups kunnen beter’. Dat zegt althans het Rising Star Monitor-onderzoek van Vlerick Business School en Deloitte. Hoe we groeibedrijven dan precies sneller kunnen laten groeien? Bloovi vroeg het aan Sam Sluismans en Veroniek Collewaert, respectievelijk Partner Strategy & Innovation van Deloitte Private en professor Ondernemerschap bij Vlerick Business School en KU Leuven.
1. Sneller de markt betreden met een ‘fail fast’-mentaliteit
Belgische ondernemers wachten volgens Sam Sluismans en Veroniek Collewaert veel te lang om de markt te betreden. “Ik ontmoet veel bedrijven die soms meer dan een jaar op hun idee broeden”, zucht die laatste. “Maar afhankelijk van de industrie waarin je actief bent, mag je niet te lang wachten met je go-to-market. Belgische ondernemingen talmen nog te lang alvorens die eerste klanten bij elkaar te sprokkelen. Vaak omdat ze een beetje perfectionistisch zijn en eerst hun product of dienst volledig op punt willen hebben. Maar door steeds binnen de muren van je eigen start-up te blijven, ga je allesbehalve groeien.”
Als je idee écht kopieerbaar is, dan gaat het vroeg of laat toch gebeuren. Focus je liever op het valideren van je businessmodel
“Die ‘fail fast’-mentaliteit zit nog niet ingebakken in onze ondernemerscultuur”, vindt Sluismans. “Inmiddels kent iedereen wel het lean start-up verhaal, en dat betekent inderdaad dat je je idee zo snel mogelijk moet toetsen aan die eerste klanten. Tenslotte is dat de essentie van ondernemen: als start-up moet je een brug bouwen terwijl je erover rijdt. Dus zorg je er maar beter voor dat er aan die andere kant van de brug klanten zijn. Dat is volgens mij ook de beste garantie voor succes. Want het is moeilijker om een product te veranderen dat al wordt gebruikt door een honderdtal klanten dan een verfijnd exemplaar dat geen afnemers heeft.”
“Ik heb ook het gevoel dat start-ups zo lang wachten uit angst dat een ander met hun idee gaat lopen”, voegt Collewaert daar aan toe. “Maar daar moet je je als ondernemer over zetten. Als je idee écht kopieerbaar is, dan gaat het vroeg of laat toch gebeuren. Focus je liever op het valideren van je businessmodel, dan stijgt de waarde van je bedrijf sowieso exponentieel.”
2. Tijdig aanwerven met oog op complementariteit
Showpad, Teamleader, NGData,…, stuk voor stuk waren het start-ups die tijdig ander talent hebben aangeworven. Volgens het duo is dat een noodzaak om snelle groei te realiseren. Maar idealiter zorg je voor voldoende complementariteit en variatie in je team. Hoewel de meeste ondernemers zich daar al van bewust zijn, lijkt het volgens Collewaert in de praktijk een valkuil. “Meerdere studies tonen aan dat CEO’s in het begin vaak de neiging hebben om werknemers aan te trekken die op hen lijken”, zegt ze. “Maar dat zijn niet per definitie de profielen die vereist zijn om snel te groeien. Ik denk daarom dat het een goed idee is om het aanwervingsproces te objectiveren. Schrijf uit welke soort mensen qua vaardigheden en waarden mee aan de kar van je bedrijf kunnen trekken. Evalueer de vragen die je moet stellen om te testen wie al dan niet een goede match is.”
We hebben hoe langer hoe meer rolmodellen die bewijzen dat je in dit land met het juiste team zeer snel kunt schakelen
“Volgens mij hebben jonge bedrijven schrik om te snel mensen aan te nemen, en stellen ze zichzelf de vraag of ze daar wel goed aan doen”, beaamt Sluismans. “Gelukkig zijn er hoe langer hoe meer rolmodellen die bewijzen dat je met het juiste team heel snel kunt schakelen in dit land.”
“Je hoeft trouwens ook niet per se mensen op de payroll te zetten”, stelt Collewaert. “Freelance werkkrachten kunnen ook probleemloos mee timmeren aan de weg naar succes. De bedrijfjes die dat al beseffen, nemen veelal financiële freelance profielen aan. Maar even belangrijk, is dat je zo snel mogelijk een HR-professional inhuurt. Zo ben je in staat om snel de beste profielen aan te trekken.”
3. Hefboomeffect creëren met het juiste netwerk
Collewaert en Sluismans benadrukken allebei dat je meer moet doen dan je enkel laten omringen met het juiste team. Een start-up moet het hebben van zijn netwerk, dat is duidelijk. “Zeker als je een B2B start-up runt, moet je jezelf linken aan bedrijven die daarin een hefboom kunnen zijn”, meent Sluismans. “Ben je actief in marketing? Mooi, sla dan eens een babbeltje met Procter & Gamble, dan kom je meteen in de juiste kringen terecht.”
Veel start-ups onderschatten de waarde van een sterke community
“Algemeen moet je je laten omringen door mensen die wat voor jou kunnen betekenen”, bevestigt Collewaert. “Dat kunnen investeerders, consultants of board members zijn. Veel start-up ondernemers onderschatten de waarde van een sterke community.”
Sluismans beaamt: “Dat hebben we gemerkt met het Booster-programma van Deloitte. We bieden dan wel een bepaald aantal diensten gratis aan, maar start-ups hebben eigenlijk vooral goede relaties en snelle connecties nodig. Daarom zijn we altijd zo enthousiast om introducties te geven tussen start-ups en corporates. Ik kan je niet zeggen hoeveel van onze grote klanten ons zeiden dat ze een fijne samenwerking hadden met een starter die eigenlijk niet op hun radar stond.”
4. Groter denken, dus sneller lonken naar internationalisering
Ongetwijfeld speelt ook de Belgische bescheidenheid de Belgische ondernemers parten. “Pas op, er heerst een positieve trend en er is sprake van 10% meer groeiambitie in vergelijking met vorig jaar”, nuanceert Collewaert. “Maar we denken nog te klein. Terwijl ons land zichzelf écht al heeft bewezen in sectoren zoals biotech. We mogen best pochen met datgene waarin we uitblinken.”
We denken nog te klein. Terwijl ons land zichzelf écht al bewezen heeft in sectoren zoals biotech
“Groter denken duidt voor mij ook op internationalisering”, geeft Sluismans aan. “Voor veel ondernemingen speelt dat idee wel, maar het maakt niet steevast deel uit van hun groeiplan. Start-ups moeten vanaf dag een het plan hebben om de wereld te veroveren. Guardsquare is daar een mooi voorbeeld van: internationalisering was meteen een deel van hun groeiplan.”
5. Ondernemerschap stimuleren vanuit de overheid én het onderwijs
Een vijfde middel om de groeiambities van het Belgische start-uplandschap te stimuleren zit volgens het tweetal bij de overheid. “Akkoord, het aantal initiatieven voor starters en scale-ups is bewonderenswaardig”, zegt Collewaert. “Maar als de overheid écht iets kan doen, dan is het de arbeidswetgeving soepeler maken.”
“Ook in het onderwijs is er nog ruimte voor verbetering”, vult Sam Sluismans aan. “Ondernemersuniversiteiten zoals de KU Leuven betekenen een stap in de goede richting, maar eigenlijk zou ook het lager onderwijs meer moeten inzetten op het aanleren van ondernemersvaardigheden.”
“Creativiteit is daar zeker één van”, vindt Veroniek Collewaert. “Ik wil vooral dat we komaf maken met het negatieve beeld dat rond ons ondernemersklimaat hangt. In de afgelopen vijf jaar werd er al heel wat moois verwezenlijkt en kwamen de goede voorbeelden meermaals in de media."
"Hopelijk blijft de pers eraan bijdragen om ondernemerschap in een positief daglicht te stellen. Dan weten jonge ondernemers aan wie of wat ze zich kunnen spiegelen, en komen die fantastische ideeën bijna vanzelf.”