Wie zijn carrière als werknemer inruilt voor een zelfstandig statuut komt voor heel wat uitdagingen te staan. De financiering van je onderneming is daar één van. Maar hoe overtuig je investeerders of kredietgevers om met jou in zee te gaan? Een goed businessplan is de sleutel tot succes.
Als een particulier extra kapitaal wenst, hoeft hij maar een bezoekje aan een bank te brengen om een krediet aan te vragen. Voor wie een zelfstandige activiteit gefinancierd wil krijgen, liggen de kaarten enigszins anders. Zelfstandigen moeten een investeringskrediet aanvragen of bij investeerders aankloppen voor kapitaal. Dat kan je niet doen zonder een goed businessplan, en dat bestaat idealiter uit meerdere rubrieken.
In elk rubriek belicht je telkens één bepaald aspect van je plan, zoals de de marketingstrategie of het financieringsplan. We gaan uit van een businessplan met zes rubrieken. Per rubriek leggen we uit wat er vermeld moet worden.
1. Het project
Allereerst willen kredietgevers en investeerders weten wie je bent en waar je bedrijf voor staat. In dit gedeelte van het businessplan geef je een duidelijke omschrijving van je ideeën en plannen. Doel is om de geldschieters warm te maken voor je project. Dit hoeft geen ellenlange beschrijving te zijn. In de rubrieken die hierop volgen, belicht je je strategie en pak je uit met relevante cijfers.
2. Bedrijfsvoorstelling
De investeerders en kredietgevers willen natuurlijk meer weten over je onderneming. In dit gedeelte ga je dieper in op de details. Enkele gegevens die zeker niet mogen ontbreken zijn: je persoonsgegevens, de bedrijfsgegevens, de financiële gegevens en de organisatie.
Het is zeker en vast niet verboden om je eigen competenties in de verf te zetten. De kans is groter dat je geld toegestoken krijgt als je kan aantonen dat de sector waarin je actief bent je tweede thuis is. Ook vorige werkervaringen kunnen relevant zijn voor potentiële geldschieters.
3. Strategie
Een goed bedrijf kan niet bestaan zonder een doordacht strategisch plan. Je kan daarbij gebruikmaken van het SMART-principe, dat kan helpen om op een eenvoudige en overzichtelijke manier je doelstellingen op te stellen.
S staat voor specifiek. Hoe concreet is je doelstelling? Hoe duidelijker je je doel omschrijft, hoe groter de kans dat een geldschieter bereid is te investeren in je onderneming.
M staat voor meetbaar. Investeerders en kredietgevers zijn dol op cijfers. Op die manier kunnen ze perfect inschatten hoe realistisch je doelstellingen zijn. Daarbij is het belangrijk dat de cijfers die je voorlegt ook meetbaar zijn. De (verwachte) omzet van een het bedrijf is bijvoorbeeld een meetbaar cijfer.
A staat voor acceptabel. Hier moet je jezelf de vraag stellen of je doelstellingen aanvaardbaar zijn. Het is belangrijk om aan te tonen dat je gelooft dat je doelstellingen haalbaar zijn. Zo vergroot je de kans dat andere partijen met jou in zee gaan.
R staat voor realistisch. Als je met een realistisch doelstelling naar voren komt, zullen kredietgevers en banken sneller bereid zijn om je geld toe te steken. Te optimische doelstellingen kunnen dan weer een averechts effect hebben. Zo geef je de kredietgevers of investeerders de indruk dat je weinig voeling hebt met de realiteit.
T staat voor tijdsgebonden: Een businessplan is pas compleet als je strikte deadlines naar voren schuift. Je geeft niet alleen aan wanneer je je doelstellingen wilt realiseren, maar ook wanneer de potentiële investeerders bijvoorbeeld een evaluatierapport krijgen.
4. Marktanalyse
In deze rubriek laat je je licht schijnen over de sector en de markt. Om dit goed te doen, kan je gebruikmaken van de SWOT-analyse (Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats). Deze analyse stelt je in staat om de grote hoeveelheid informatie van de interne en externe analyse overzichtelijk en eenvoudig weer te geven.
De interne analyse is in feite een kritische kijk op je eigen bedrijf. Je analyseert daarbij de positie van het bedrijf tegenover de concurrentie. Je onderzoekt eveneens wat de sterktes en de zwaktes zijn van je onderneming. Die rangschik je vervolgens op basis van belang. Dankzij die rangschikking bepaal je welke zaken prioritair zijn en vermijd je dat je SWOT-analyse een onoverzichtelijke opsomming wordt.
Bij een externe analyse wordt er gekeken naar de gehele bedrijfstak of sector. Je brengt met andere woorden alle factoren die buiten de onderneming liggen in kaart. Daarbij is het belangrijk om te onderzoeken in welke mate macro-elementen een impact hebben op je ondernemingen. Dat kunnen onder meer juridische en politieke factoren zijn. Ga na welke ontwikkelingen in de sector een invloed hebben op jouw bedrijf. Vergeet daarbij zeker geen analyse van de concurrentie te maken.
5. Marketing
Na een grondige analyse is het de beurt aan je marketingplan. In dat plan leg je de focus op het product. Je geeft onder meer aan welke producten of diensten je aan de man wilt brengen en hoe je dat precies gaat doen. Werk je met externe partijen? Geef je de voorkeur aan e-commerce? Dat zijn maar een aantal vragen die in dit rubriek beantwoord moeten worden.
Toon aan dat je perfect weet wie je doelgroep is. Geef een grondige omschrijving van de klant en zijn verwachtingen. De investeerders of kredietgevers moeten hierbij het gevoel hebben dat je perfect kan inspelen op de verlangens van je doelgroep.
6. Financiering
In het financieringsplan laat je onder meer je licht schijnen over welke middelen je nodig hebt bij de opstart en hoeveel je zelf kan investeren. Eenmaal je hebt bepaald hoe groot je eigen investering is, kan je inschatten hoeveel kapitaal je nog moet ophalen. Hoe je dat wenst te doen, wordt eveneens opgenomen in het financieringsplan. Zo hebben potentiële geldschieters een mooi overzicht van hoe de zaken ervoor staan.
Maar hoe weet je of je financieringsplan gezond is? Dit kan je doen door een liquiditeitsprognose te maken. Die prognose geeft je een inzicht in je maandelijkse tekorten of overschotten.