Een piepkleine wearable die artsen en ziekenhuizen een schat aan informatie over je gezondheid kan bezorgen. Preventief of curatief. Byteflies bestaat amper vier jaar, maar de Antwerpse health start-up is vandaag al kind aan huis bij een aantal grote farmabedrijven én gereputeerde medische kenniscentra wereldwijd. “Onze ambitie is heel duidelijk: wij willen een internationale topper worden”, zeggen founders Hans Danneels en Hans De Clerq.
Ze zijn er allebei rotsvast van overtuigd: binnen twintig jaar lopen jij en ik met een hoogtechnologische sensor rond die de deur wijd openzet voor zogenaamd predictieve en gepersonaliseerde geneeskunde. De geneeskunde van de toekomst zeg maar, waarbij artsen – op basis van een gigantische hoeveelheid data – veel sneller kunnen ingrijpen als het de verkeerde kant uitgaat met onze gezondheid. En waarbij al die data artsen of ziekenhuizen ook kunnen helpen om ons, indien nodig, op een veel efficiëntere wijze te behandelen.
Hans Danneels (35) en Hans De Clerq (34) leerden elkaar kennen in Leuven, waar ze allebei een ingenieursopleiding volgden en vervolgens ook doctoreerden. Danneels trok meteen na zijn doctoraat naar de VS, waar hij bij Nokia aan de slag ging. En er na enkele jaren ook een gat in de markt zag.
“Nokia had toen net zijn smartphone-afdeling in de etalage gezet en was dus volop op zoek naar nieuwe markten en technologieën. Digital health was daar één van, en zo ben ik in de VS zelf ook met heel wat interessante bedrijven in contact gekomen”, vertelt hij. “Vanuit de farmasector hoorde ik toen telkens opnieuw hetzelfde geluid: de de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen is niet enkel steeds duurder en tijdrovender, vaak blijken het effect en de efficiëntie van die nieuwe medicatie ook heel lastig meetbaar. Bijvoorbeeld omdat patiënten zelf de meetresultaten moeten bijhouden, of omdat ze maar heel periodiek getest en opgevolgd kunnen worden in een ziekenhuis.”
Conservatieve sector
“De medische sector is eigenlijk behoorlijk conservatief en loopt op technologisch vlak flink wat achter”, vult Hans De Clerq zijn medevennoot aan. “Terwijl de technologie – denk maar aan de wearables die een bedrijf als Apple ontwikkelde – de medische sector nochtans heel wat te bieden kan hebben. Het probleem is dat bedrijven doorgaans niet staan te springen om zich op die markt te begeven: je klanten zijn patiënten of ziekenhuizen, maar het geld moet doorgaans van de overheid komen. Bovendien valt of staat alles met de certificering van nieuwe geneesmiddelen of technologie, en verschilt de regulering daarvoor ook van land tot land.”
Vanuit de vaststelling dat de farmasector veel interesse had in technologie die hen kon helpen om doeltreffender medicatie te ontwikkelen én dat die sector daarvoor ook over de nodige financiële armslag beschikte, besloot het ondernemende duo de sprong te wagen. Byteflies zag in 2015 het daglicht, een jaar later konden de twee al een miljoen euro ophalen bij een handvol binnen- én buitenlandse business angels.
Verkeerde medicatie
Het resultaat van die sprong ligt vandaag voor ons op tafel, in de vorm van een kleine blauwe sensor die op de borstkas kan worden gekleefd. En die - met een veel grotere graad van nauwkeurigheid dan de wearables die vandaag al voor het grote publiek beschikbaar zijn – allerlei medische data kan meten en in kaart brengen. “Voor sommige ziekten is het uiteraard interessanter om op geregelde tijdstippen bloedstalen af te nemen”, klinkt het.
“Voor andere aandoeningen, in eerste instantie epilepsie en later wellicht ook allerlei longziektes of neurologische aandoeningen zoals ALS of Parkinson, kan een hoogtechnologische sensor perfect alle noodzakelijke data opmeten”, legt Hans Danneels uit. “Vandaag zit bijvoorbeeld een derde van alle epilepsiepatiënten aan de verkeerde medicatie omdat ze hun epileptische aanvallen zelf niet voldoende nauwkeurig kunnen tellen in het dagdagelijkse leven. Daar is dus gigantisch veel marge voor verbetering, en wij zijn er rotsvast van overtuigd dat de inzet van wearables daar de volgende jaren sterk toe kan bijdragen.”
Onze technologie laat artsen toe om patiënten constant op te volgen en de impact van medicatie zeer precies te meten. Met dezelfde functionaliteiten als een gespecialiseerde monitor die je normaal enkel maar in het ziekenhuis terugvindt
“Farmabedrijven zijn in essentie chemische bedrijven, zij houden zich niet bezig met de ontwikkeling van elektronica. Ze zijn wél volop op zoek naar technologie die nauwkeuriger is en die bovendien ook beter toegespitst is op de noden van de medische sector dan de wearables die vandaag al in omloop zijn. Daar spelen wij met Byteflies op in: onze sensor doet veel meer dan enkel maar een preventieve screening op mogelijke gezondheidsproblemen. Onze technologie laat artsen toe om patiënten constant op te volgen en de impact van medicatie zeer precies te meten. Met dezelfde functionaliteiten als een gespecialiseerde monitor die je normaal enkel maar in het ziekenhuis terugvindt, zeg maar. Die zeer gespecialiseerde data belanden vervolgens in een beveiligd cloud-platform, waarna wij daarmee aan de slag gaan en vervolgens net die data doorsturen waarin onze klanten geïnteresseerd zijn.”
Amerikaanse oostkust
Zowat duizend patiënten lopen vandaag al rond met een Byteflies-sensor, maar het wereldwijde potentieel voor deze technologie is uiteraard oneindig veel groter. De grootste uitdaging voor de eerstvolgende jaren is dan ook het opschalen van het technologieplatform naar zoveel mogelijk bedrijven en patiënten. Met het oog daarop beslisten beide oprichters om van bij het begin – naast hun hoofdkwartier in Antwerpen - ook een hub in de VS te openen.
Het Amerikaanse ecosysteem heeft ons heel wat te bieden: heel getalenteerde mensen, kapitaal en innovatieve bedrijven. Tegelijk moeten we ons in hier in België ook geen calimero-complex aanmeten
“Het Amerikaanse ecosysteem heeft ons heel wat te bieden: heel getalenteerde mensen, kapitaal en innovatieve bedrijven. Tegelijk moeten we ons in hier in België ook geen calimero-complex aanmeten”, vindt Hans De Clerq. “Ook hier zit heel veel talent, en doorgaans zijn die mensen toch nog een heel stuk goedkoper dan in de VS. Bovendien is België wereldwijd ook een van de koplopers op vlak van clinical trials, wat voor een bedrijf als het onze uiteraard een grote troef. Vandaag werken wij hier in eigen land al met 13 mensen, aan de Amerikaanse oostkust hebben we een tweetal medewerkers zitten die vooral partnerships moeten opzetten met de topuniversiteiten en grote kenniscentra daar.”
“Aanvankelijk zaten we inderdaad in Silicon Valley, maar op vlak van biotechnologie en medische technologie is de oostkust een stuk interessanter. Daarom hebben we onlangs ons Amerikaanse kantoor verhuisd. Onze ambitie is heel duidelijk: wij willen een internationale topper worden en onze klanten opereren zelf ook internationaal. Dus moeten wij die investering nu ook doen. Hoe duur en logistiek uitdagend dat soms ook is.”
Technologie op maat ontwikkelen
Hamvraag daarbij: hoe maak je als relatief kleine nieuwkomer nu het verschil in een markt die zich de voorbije jaren razendsnel ontwikkeld heeft en waarin ook giganten als Apple of Google almaar meer potentieel zien? “Wat onze technologie uniek maakt, is dat we voor elk project of voor elke toepassing telkens opnieuw op zoek gaan naar het ideale compromis tussen een zeer laagdrempelige wearable genre Apple watch enerzijds en de medische apparatuur die je daarvoor vandaag in het ziekenhuis terugvindt anderzijds.”
Wij ontwerpen per klant en per project technologie op maat, op basis van ons bredere en bijzonder vlot moduleerbare technologieplatform
“Met het oog op meer preventieve toepassingen, zal de doorsnee consument of een licht chronische patiënt wellicht al snel tevreden zijn met een toestelletje dat in het verlengde van een Apple watch ligt,” geeft Hans De Clerq aan. “Wie zwaar ziek is daarentegen, en heel veel tijd in het ziekenhuis moet doorbrengen, zal ook veel meer openstaan voor een sensor die misschien iets minder comfortabel en iets minder gebruiksvriendelijk is. Net omdat die die hem veel tijd in het ziekenhuis kan uitsparen en tegelijk ook een efficiëntere behandeling kan garanderen. Wij ontwerpen dus per klant en per project technologie op maat, op basis van ons bredere en bijzonder vlot moduleerbare technologieplatform.”
Hallo, Google?
Vorig jaar hing Alphabet - het moederbedrijf van Google - in Antwerpen aan de lijn. Of beide heren het zagen zitten om mee te stappen in een onderzoeksproject? “Ook Google zit volop in een transformatieproces, en digital health vormt daarin een niet onbelangrijke pijler”, klinkt het. “Zij willen vooral tools ontwerpen waar andere bedrijven mee aan de slag kunnen en zijn natuurlijk al bijzonder ver gevorderd op vlak van spraak- of beeldherkenning. Wij hebben hen wellicht nog wel iets te bieden op vlak van machine learning uit medische data. Tegelijk hebben ze uiteraard een gigantische expertise op vlak van cloud-technologie, waar wij dan weer ons voordeel mee kunnen doen. Tot vandaag werken we nu dus met hen samen rond een aantal specifieke projecten.”
Of dat voor een piepkleine starter dan ook geen risico inhoudt? “Ik denk het niet,” geeft Hans Danneels aan. “Zij hebben gigantische budgetten, dat klopt, maar wij hebben dan weer die heel nauwe focus van een relatief klein bedrijf en de heel specifieke expertise die daaruit voortvloeit. En geef toe: een bedrijf als Google dat onze ideeën zou stelen, dat is toch een luxeprobleem, niet?”