Wat men ook moge beweren: vrouwen stoten nog al te vaak op het glazen plafond. Doorgroeien naar de absolute topfuncties is voor hen veel moeilijker aangezien de maatschappij nog steeds mannelijk leiderschap verkiest. Maar wat als we je zouden vertellen dat bedrijven met een groter aandeel vrouwen in de boardroom betere resultaten boeken dan ondernemingen waar bijna uitsluitend mannen de touwtjes in handen houden?
Andere kwaliteiten
Steeds meer regeringen pleiten tegenwoordig voor een evenwichtig samengesteld management. Uit recente studies blijkt dat een groter aandeel van vrouwen in bestuursraden leidt tot betere bedrijfsresultaten. Ze kunnen de ‘waaghalzerij’ van hun mannelijke collega’s enigszins temperen en zo de algemene besluitvorming van de organisatie positief beïnvloeden. Vrouwen zijn minder snel geneigd onnodige risico’s te nemen, wat doorgaans leidt tot betere overname- en investeringsbeslissingen.
Onderzoek toonde eerder al aan dat vooral mannen in leidinggevende functies vaker overmoedig zijn en deze ‘negatieve’ kwaliteit kan grote schade berokkenen aan hun business. Mannelijke CEO’s zijn door de band genomen heel zelfzeker, waardoor ze iets sneller dan hun vrouwelijke collega’s het rendement overschatten en buitensporige risico’s nemen.
Een groter aandeel vrouwelijke bestuursleden levert dan ook tal van voordelen op. Ten eerste zijn de standpunten meer divers, wat de kwaliteit van beraadslaging positief beïnvloedt. Ten tweede beschikken vrouwen over kwaliteiten die hun mannelijke collega’s vaak niet hebben: namelijk dat ze minder conformistisch zijn en sneller hun onafhankelijke mening zullen uiten. Bovendien hebben ze de ballen om hun mannelijke collega te challengen en hem ertoe te dwingen een bredere waaier aan opties in overweging te nemen op het moment dat er definitieve beslissingen moeten worden genomen.
Betere bedrijfsresultaten
Om de proef op de som te nemen, werden de gegevens van meer dan 1.629 beursgenoteerde Amerikaanse bedrijven verzameld en dat van de voorbije 15 jaar. Tijdens deze periode zie je heel duidelijk dat de topfuncties en raden van bestuur hoofdzakelijk door mannen worden ingevuld. Vrouwen maken gemiddeld 10,4 procent uit van bestuursraden en amper 2,9 procent bekleedt de positie van CEO.
In bedrijven met meer vrouwelijke managers is een mannelijke CEO minder snel geneigd overmoedige beslissingen te nemen dan ondernemingen waar weinig of geen vrouwen de topfuncties bekleden
Daarnaast werd onderzocht in welke mate het aandeel vrouwen in het management van een bedrijf het gedrag van hun mannelijke CEO’s beïnvloedt, rekening houdend met factoren als bedrijfsgrootte, winstgevendheid, hefboomeffect, groeimogelijkheden, bedrijfscultuur en achtergrond van de CEO (zoals leeftijd, ambtstermijn, opleiding, professionele achtergrond en ervaring).
Hieruit bleek dat het aandeel vrouwen in het management wel degelijk impact heeft op de besluitvorming van mannelijke CEO’s. Met andere woorden: in bedrijven met meer vrouwelijke managers is een mannelijke CEO minder snel geneigd overmoedige beslissingen te nemen dan ondernemingen waar weinig of geen vrouwen de topfuncties bekleden. Wat in de meeste gevallen resulteert in betere bedrijfsresultaten.
Overmoedige CEO's
Vreemd genoeg gaat deze vlieger, wanneer er beslissingen moeten genomen worden, niet op bij vrouwelijke CEO’s. Het is moeilijk te verklaren waaraan we dit kunnen toeschrijven, maar misschien zijn vrouwen minder overmoedig omdat hun representatie in bovengenoemde steekproef overduidelijk niet evenredig is met het aandeel mannelijke respondenten.
Als vrouwelijke bestuursleden de overmoed van hun zelfzekere CEO’s in toom kunnen houden, hoe beïnvloedt dit dan de beslissingen en prestaties van bedrijven? Uit gegevens blijkt dat de meest overmoedige CEO’s zich bevinden in sectoren als farmacie, computersoftware, steenkool en de bouw. En we ontdekten dat ten minste één vrouwelijke directeur in de raad van bestuur geassocieerd werd met een minder agressief investeringsbeleid, meer gunstige overnamebeslissingen en uiteindelijk betere bedrijfsresultaten in deze sectoren.
Negatieve impact van de crisis
In de overige sectoren, zoals telecommunicatie en nutsbedrijven, werd deze correlatie niet waargenomen. Om verder te onderzoeken wat de invloed is van vrouwelijke bestuursleden op de bedrijfsprestaties, is er gekeken naar de verschillen in boekhoudkundige- en aandelenprestaties van 516 ondernemingen tijdens de financiële crisis van 2007 tot 2009. De marktonderzoekers hadden verwacht dat het overmoedige vertrouwen van mannelijke CEO’s zou leiden tot slechte prestaties tijdens de crisis, omdat ze agressieve strategieën zouden implementeren die hun bedrijf kwetsbaarder zou opstellen. In bedrijven met een groter aandeel vrouwelijke bestuursleden, werd uitgegaan van een omgekeerd scenario, aangezien zij hun ego kunnen temperen.
De resultaten waren in lijn met de voorspellingen. Uit de resultaten bleek immers dat meer vrouwen in het management de negatieve impact van de crisis op de bedrijfsprestaties (gemeten aan de hand van de bedrijfswaarde, het rendement op activa en rendement op eigen vermogen) verminderde, omdat CEO’s van bedrijven met een vrouwelijke bestuursvertegenwoordiging minder geneigd waren agressieve strategieën toe te passen die hun bedrijven kwetsbaarder maakten voor de gevolgen van de crisis. Ondernemingen zonder enige vertegenwoordiging van vrouwen in de raad van bestuur, kregen wel af te rekenen met een daling van de bedrijfsprestaties.
Toch dienen we enkele kanttekeningen te plaatsen bij dit grootschalige marktonderzoek. Eerst en vooral zijn deze sterk afhankelijk van de sector waarin men gaat graven, aangezien een CEO niet in elke branche overmoedige beslissingen kan nemen. Ten tweede suggereren al deze bevindingen dat de vertegenwoordiging van vrouwen in de raad van bestuur vooral nuttig kan zijn opdat bedrijven het hoofd kunnen bieden aan crisissituaties. Over het algemeen ondersteunt het onderzoek het standpunt dat vrouwen aan de top de strategische besluitvorming verbeteren en de business ten goede komen.
Eén ding is zeker: als bedrijven succesvol willen zijn, kunnen ze maar beter van genderdiversiteit het speerpunt van hun strategie maken.
(Uit: Harvard Business Review)