Guy Van Looveren, founder & CEO van Planticus
Het parcours van de ene ondernemer is niet dat van de andere. De ene broedt jaren op een idee, lanceert het en merkt na pakweg twee maanden dat zijn product niet aanslaat, ondanks de gunstige vooruitzichten. De andere merkt een probleem op dat hem aan het denken zet vanuit een commerciële ingesteldheid. Zoals bij Guy Van Looveren, die na de aankoop van een huis merkt dat de buxushagen er maar triestig bij staan. Hij koppelt zijn commerciële geest aan zijn grote interesse voor artificiële intelligentie, en ontwikkelt een applicatie die plagen en ziektes bij planten in kaart brengt. “Onze aanpak is zowel ecologisch als kostenbesparend en bespaart tomatentelers veel leed én centen”, zegt Guy Van Looveren, founder en CEO van Planticus.
Van Looveren is niet aan zijn proefstuk toe. Bij een online research naar Planticus vinden we niet veel meer dan de website en een paar korte artikels, maar wat web-grasduinen leidt ons wel naar de mobiele applicatie Ask Attis, de voorloper van Planticus. Ask Attis was de app die Van Looveren ontwikkelde om hobbytuinders te helpen bij het determineren van plagen en aandoeningen. Een beetje volgens het principe van apps als Plantnet en Obsidentify.
Planticus borduurt verder op dat idee, met dat verschil dat het geen mobiele applicatie meer is, maar een combinatie van hardware en software die tomatenserres screent op de aanwezigheid van ziektes en plagen.
Eerst onderzoeken, dan springen
Van Looveren is een pur sang ondernemer, een Kempense goalgetter zo je wil, een geboren strateeg met een gezonde ethische ondernemerszin.
“Voorkomen is beter dan genezen. Net zoals antibiotica bij mensen worden planten resistent tegen pesticides. Vandaag hebben tomatentelers steeds meer en meer uitdagingen om hun teelten te beschermen en proberen ze het gebruik van pesticides tot een minimum te beperken”, zegt hij. “Het forte van Planticus is dat we dankzij een innovatieve technologie beginnende ziektes kunnen opsporen en zo de zieke planten ervantussen kunnen halen. Je kunt de symptomen bestrijden, maar beter nog is om de plagen voor ze echt uitbreken op te sporen. Deze aanpak bespaart de telers alvast veel leed én centen. Het is én ecologisch veel beter én kostenbesparend.”
Voor de ontwikkeling van de software analyseerde Van Looveren eerst gedurende een zestal maanden uitvoerig de markt, en praatte hij vele met professoren, telers, bio-ingenieurs, bedrijven,... “Uit die gesprekken bleek dat het probleem veel groter was dan wat iedereen vermoedde”, zegt hij. “Door de omvang van de serres slaagden tomatentelers er niet om hun teelten dagelijks te scannen op ziektekiemen of het begin van een plaag. Nu en dan spraken ze wel eens een extern bedrijf aan dat een dag kwam monitoren, maar daar bleef het bij. En dat terwijl een continue monitoring nodig is, want een ziekte of een plaag kan zich op twee, drie dagen zodanig manifesteren dat ze heel de teelt aantast. Er bleek dus een grote noodzaak aan een proces dat 24/7 data verzamelde, verwerkte en onmiddellijk beschikbaar stelde”
Van Looveren wist dat Planticus kon helpen, maar moest de technologie uiteraard wel nog ontwikkelen. “Ik heb me daarom meteen omringd met specialisten ter zake: IT’ers, bio-ingenieurs,... Het founding team bestaat uit drie man. Ondertussen is er een Raad Van Bestuur, waarin een aantal mensen met tonnen ervaring en expertise zetelen. Vandaag begint het ganse verhaal in een stroomversnelling te komen, al is het niet bedoeling om met een hard launch naar buiten te komen. Het mag voor een keer langzaam groeien, met de juiste visie, strategie en ethiek. ”
Neem je stappenteller mee
Wie denkt aan een serre, ziet doorgaans een hobby- of tuinserre, waar mensen elk jaar een paar verschillende soorten groenten kweken. De serres waar Van Looveren het over heeft zijn een stuk groter.
“Het zijn geen kleine ‘kassen’ maar gigantische serres van om en bij de 11 à 12 hectare. Voor een teler is het haast onbegonnen werk om alles zelf te onderzoeken, want het gaat om kilometers en kilometers aan rijen. Enorm belangrijk in het voorkomen van een plaag is de early detection: hoe vroeger je erbij bent, hoe beter. Dat is cruciaal. Met Planticus kunnen we in real time planten checken en de informatie doorgeven. Wij zorgen wij voor een grote gemoedsrust bij de gebruikers van onze app.”
“Een tomatenteler vertelde me onlangs dat hij ’s nachts vaak piekerend wakker werd omdat hij bijvoorbeeld in de namiddag iets gezien had, maar niet wist of het het begin van een ziekte was. Dan stond hij ‘s nachts op, stapte hij in zijn wagen en reed naar de serre om te gaan kijken. Een bijzonder tijdrovend en afmattend werk, en niet-erg efficiënt. Het geeft wel aan hoe groot de angst bij de telers is om hun oogst te verliezen.”
Sci-fi in de serre
Heeft het met de coronapandemie te maken of zijn telers vandaag gewoonweg veel voorzichtiger geworden wat betreft contaminatie? Feit is dat Van Looveren zelf gemerkt heeft hoe tomatentelers hun serres het afgelopen jaar als een soort biohazard-zone zijn gaan behandelen. Ze maken het risico tot besmetting met een stof die van buiten de serre komt minimaal.
“Toen ik in 2020 een serre binnenstapte, moest ik een jasje en een haarnetje aantrekken. Maar vandaag? De veiligheidsmaatregelen zijn enorm verstrengd. Wil je een serre bezoeken, dan moeten eerst je kleren uit, tot op je ondergoed. Je krijgt een speciaal, dubbel steriel pak aan, en wordt hermetisch van de buitenlucht afgesloten. Meer nog, als je van de ene rij naar de andere wil stappen, moet je een nieuw pak aan, om het risico op crosscontaminatie uit te sluiten. Het eerste pak wordt trouwens verbrand.”
“Overdreven? Ik denk het niet. Eén van de telers met wie we samenwerken, heeft niet zo lang geleden zijn hele oogst zien verpieteren op drie dagen tijd. Eén plaag, en hij mocht duizenden en duizenden kilo’s tomaten vernietigen. Als je dat kunt vermijden, dan doen je dat, ook al lijk je rechtstreeks uit een scienceficton film te stappen.”
Tijd nodig om te schalen
Dat Planticus het juiste bedrijf op het juiste moment is, is het understatement van de dag. “Het lijkt wel alsof elke tomatenteler, wereldwijd zelfs, zat te wachten op een technologie als de onze”, zegt de Planticus-instigator. “Elke teler die we bezoeken, wil Planticus in zijn bedrijf. Niet enkel in België, maar wereldwijd. De aanvragen komen werkelijk van overal: ik was maar net terug van Portugal, en daar waren al aanvragen uit Rusland en Australië. Tot in het Midden-Oosten hebben ze al van Planticus gehoord.”
Het lijkt wel alsof elke tomatenteler, wereldwijd zelfs, zat te wachten op een technologie als de onze
“Een goeie zaak, jazeker, al kunnen we niet overal tegelijk zijn. Op termijn is het de bedoeling om van Planticus de wereldwijde referentie te maken wat betreft detectie van ziekten en plagen. We willen op de juiste snelheid groeien, en opschalen. Vandaag zitten we nog steeds in start-upfase. We gaan ‘onze kop niet laten zot maken’ en beslissingen nemen die we niet kunnen waarmaken. We willen niet het slachtoffer worden van ons eigen succes.”
Peace of mind en meer passata
Je zou je kunnen afvragen: hoe komt het dat niemand al eerder op dit idee kwam? “Ik denk niet dat wij de eersten zijn”, zegt Van Looveren. “Wat wel zo is, is dat de AI-technologie de laatste jaren een enorme vlucht genomen heeft.”
“De reden waarom iedereen zo opgetogen is met de komst met Planticus ligt in het feit dat er enorm veel geld omgaat in de tomatenteelt. Onze addressable market alleen is 17 miljard euro. De grote complexiteit zit niet meteen in de ontwikkeling van de hardware of de software, maar in het opsporen en het determineren van de ziektes én hoe ze evolueren.”
“We hebben onze toepassing dan ook samen ontwikkeld met telers, en hebben een beroep kunnen doen op hun jarenlange ervaring. En het is niet enkel dat: ziektes en plagen veranderen ook. Ons in-house R&D-team werkt samen met labo’s en universiteiten en onderzoekt hoe die virussen evolueren, vergelijkbaar met de covid-epidemie. Met al die data kunnen we de applicatie upgraden en verder finetunen.”
Plug & Play
Groot, groter, grootst. Dat grote bedrijven aankloppen bij deze Belgische start-up is normaal, maar kunnen ook kleinere telers er terecht? “Uiteraard wel,” zegt Van Looveren. “Er zijn wereldwijd meer kleine telers dan grote; kijk naar landen als Spanje, Portugal, Italië,... Je vindt er nog heel wat kleinschalige familiebedrijven, en allemaal kampen ze met hetzelfde probleem. Al die bedrijven samen zijn goed voor een 140.000 hectare aan teelt, terwijl dat voor de Benelux amper 2.600 hectare is.”
“Zoals ik al aangaf, is de installatie en het werken met Planticus geen rocket science. Als wij de software installeren, neemt dat ongeveer anderhalf uur in beslag. Nog dezelfde dag is Planticus up-and-running. Het is net dat gebruiksgemak dat het zo populair maakt. De telers zien op het dashboard van het programma waar precies zich een mogelijk probleem kan voordien. Op die manier kunnen ze zeer doeltreffende acties ondernemen.”
Ideale timing
Op korte termijn wil Planticus een kantoor openen in Spanje, om dicht bij de plaatselijke telers te zijn. Dat is het plan voor 2022, verduidelijkt Van Looveren. “In 2023 willen we hetzelfde doen in Italië en de VS. Benelux blijft een interessante markt, maar de focus ligt wel op het buitenland. Ondertussen werkt ons R&D team op de achtergrond verder, zodat we op termijn ook telers van andere gewassen kunnen helpen.”
Ondertussen werkt ons R&D team op de achtergrond verder, zodat we op termijn ook telers van andere gewassen kunnen helpen
“Het is wel degelijk de bedoeling om een wereldleider worden, maar dan wel op een onderbouwde manier. Het fundament moet eerst goed zitten. Het plan ligt er, de fundering zit goed, en nu is het een kwestie van te bouwen. Planticus wil dé referentie worden wat betreft pest detection en pest control. Een uitdaging, dat zeker en vast, maar ze kadert wel mooi in de wereldwijde uitdaging van alle plantentelers die tegen 2050 maar liefst 72% meer voedsel moeten produceren op dezelfde oppervlakte. Ziektes snel op het spoor komen, is daarbij cruciaal.”
“De timing van Planticus is eigenlijk ideaal, omdat boeren wereldwijd hun reserves ten opzichte van technologie als hulpmiddel wat laten varen. Landbouw en technologie worden steeds betere vrienden, ook dankzij de voortrekkers als John Deere en consorten.”
Snel is goed, traag is beter
Het juiste bedrijf op de juiste plek, én het juiste moment? Zeker. Planticus is er op het moment dat de wereld kreunt onder een pandemie én stelt onrechtstreeks ook de manier waarop we voedsel telen aan de kaak. Door ziektes en plagen vroeg op te sporen, verkleint het gebruik van pesticiden. Haal één zieke plant op tijd weg, en je vermijdt de verspreiding van de plaag én je hoeft de teelt niet ‘plat’ te spuiten.
“Het is voorlopig nog onmeetbaar, maar vergeet niet dat al die pesticiden ook in de grond belanden, en - weliswaar verdund - in ons water terechtkomen”, onderstreept Van Looveren. “Door het gebruik van pesticides te verminderen, helpen we de kwailiteit van ons water te verbeteren. In die zin heeft Planticus ook een sustainable mission.”
Of hij snel naar de scale-upfase wil doorgroeien? “Niet aan de orde”, zegt de founder resoluut. “We hebben al verschillende vragen gehad om het bedrijf te verkopen. Cashen en op naar het volgende project? Neen. Ik wil van Planticus een householdname maken, wereldwijd, op het tempo dat het bedrijf nodig heeft. Snel is goed, maar in dit geval is traag beter.”