Hoeveel kilometer ze lopen, hoe snel ze verzuren, hoe goed ze geslapen hebben, of ze last hebben van stramme benen of een droog hoestje: voetbalclubs weten vandaag alles van hun spelers. Opteamal brengt alle databronnen samen op één platform. Topclubs als KRC Genk, Anderlecht en Feyenoord werken vandaag al samen met de Leuvense start-up om trainingen op maat uit te stippelen of aan blessurepreventie te doen. Maar oprichters Bernd Van Werde en Bram Vanhees lonken ook naar de grootste voetbalcompetities en meest roemrijke clubs van Europa.
Opteamal is een spin-off van Acumen, het consultancybedrijf waar Bernd Van Werde partner is. “Na mijn ingenieursstudies heb ik nog een master in Artificiële Intelligentie behaald. Ik ben altijd al gefascineerd geweest door de mogelijkheden van data. Bij Acumen ondersteunen we bedrijven om het maximale uit hun data te halen.”
“Een paar jaar geleden werden we benaderd door mensen uit de sportwereld. Clubs beschikten over meer en meer data over hun spelers, maar die data waren veel te versnipperd en er werd weinig of geen waardevolle informatie uitgehaald. We zijn dan een prototype beginnen bouwen van wat later Opteamal is geworden.”
Clubs en coaches ontzorgen
“De sportwereld is pas laat op de datatrein gesprongen”, zegt Van Werde. “Vijftien jaar geleden wilden alle bedrijven af van Excel. Die evolutie zien we nu met tien jaar vertraging bij sportclubs. Hoe ging het daar. De physical coach moest ’s avonds alle data over zijn spelers manueel in Excel-tabellen importeren. Of in een systeem dat hij zelf had bedacht en waar alleen hij wijs uit raakte. Vervolgens moest hij speler per speler die data al even manueel beginnen analyseren. Tabel per tabel kijken of resultaten en waardes verbeterden of verslechterden. Dat is niet vol te houden als er steeds meer complexe calculaties en databronnen bijkomen. Clubs en de coaches verlossen van dat vervelende repetitieve werk was onze eerste taak. Net zoals dat in veel bedrijven het geval is.”
“Als je al die databronnen kan integreren op één platform, kan je ook verbanden beginnen leggen. Dan kan je daar machine learning op loslaten en ga je echt een competitief voordeel uit je data beginnen halen. Dat is stap twee.”
Digital twin van elke speler
“Topsporters worden vandaag van heel dichtbij gemonitord”, vult Bram Vanhees aan die zelf even profvoetballer was bij Sint-Truiden. “Iedereen kent wel die ‘sportbeha’s’ die voetballers dragen en die tijdens wedstrijden en trainingen allerlei parameters in de gaten houden. Daarnaast leggen spelers wekelijks en zelfs dagelijks allerlei testen af, vullen ze vragenlijsten in, dragen ze patches en sensoren,… Van de gemiddelde hartslag en het aantal gelopen kilometers tot hoe ze ’s nachts geslapen hebben en hoe fris ze zich mentaal voelen: hoe meer clubs weten van hun spelers, hoe beter ze hen kunnen begeleiden.”
Het is een intensieve wisselwerking: wij de technische kennis, de clubs en de coaches de sportieve expertise
“Er zijn al heel veel goeie oplossingen op de markt om die data te analyseren. Wij hebben het warm water niet uitgevonden. Maar wat ontbrak, was een oplossing op maat van de clubs. Een oplossing die ze konden personaliseren en customizen. Clubs willen zelf beslissen wat ze meten en monitoren, en wat ze vervolgens met de resultaten doen. Wij kunnen de technologie ontwikkelen die hen waarschuwt wanneer een speler overbelast dreigt te raken. Maar het is aan hen om dan te beslissen of die speler effectief rust moet krijgen of gewoon mag doorspelen. Het is een intensieve wisselwerking: wij de technische kennis, de clubs en de coaches de sportieve expertise.”
“Wat wij doen, is alle data over één speler op één plek samenbrengen. We creëren een digital twin van elke speler. Daarom is onze oplossing ook vooral gericht op ploegsporten. Individuele atleten hebben vaak één coach. Maar voetbalclubs in eerste klasse hebben een kern van 25 tot soms 30 spelers. Probeer dan het overzicht nog maar eens te bewaren.”
Meespelen in de grote Europese competities
Voetbalclub Sint-Truiden, waar Vanhees zelf nog niet zo heel lang geleden speelde, was de eerste club die met Opteamal begon te werken. “We hebben ongelooflijk veel te danken aan Bart Van Lancker, de toenmalige physical coach van Sint-Truiden die eerder dit jaar helaas is overleden. Hij geloofde enorm in het potentieel van data, en hij heeft ons met zijn expertise en voetbalkennis enorm geholpen om ons platform uit te bouwen. Zonder hem zouden we niet staan waar we vandaag staan. Eenmaal Sint-Truiden met Opteamal besloot te werken, is de bal steeds sneller beginnen rollen.”
“De voetbalwereld is een kleine wereld”, legt Van Werde uit. “Ons kent ons. Alle clubs spelen minstens twee keer per seizoen tegen elkaar, spelers en coaches verhuizen van de ene club naar de andere. De clubs stelen met hun ogen en oren. Ze houden in de gaten welke methodes en welke technologie de concurrentie gebruikt. De voetbalwereld is niet alleen een kleine maar ook vrij gesloten wereld. Dat maakt het moeilijk om binnen te geraken. Maar eenmaal je een voet tussen de deur hebt, kan het snel gaan. Think big, start small, dat is ons motto.”
“Het is onze ambitie om op korte termijn vijftig clubs te veroveren met Opteamal. We mikken toch vooral op de profclubs, in de lagere afdelingen hebben de clubs niet de juiste skills en de middelen om al voluit te investeren in data. In België gebruikt met onder andere Genk en Anderlecht een derde van de eersteklasseclubs ons platform al. We kijken dus ook naar het buitenland. Naar Engeland, naar Duitsland, naar Spanje. De Premier League, de Primera División, de Bundesliga: de grote Europese competities. In Nederland werken we onder andere al samen met Feyenoord. Toen hun physical coach Ruben Peeters Genk ruilde voor de Rotterdamse club was één van zijn voorwaarden om de job aan te nemen dat hij met Opteamal kon blijven werken.”
Elke trainer is een laptoptrainer
De Leuvense start-up is voorlopig uitsluitend actief in de voetbalwereld, maar Van Werde en Vanhees kijken ook naar andere ploegsporten. “Voetbal is de sport die we zelf het beste kennen, en waar in België de clubs de meeste middelen hebben om te investeren in data. Maar ons platform zou evengoed toevoegde waarde kunnen leveren voor volleybal- of basketclubs. Data zijn data. Ze zullen misschien de nadruk leggen op andere parameters en gebruik maken van andere databronnen, maar dat is geen probleem aangezien we met data kunnen omgaan en ook in de mogelijkheid zijn om het platform elke keer op maat van de clubs te ontwikkelen.”
“Je ziet alleszins in elke sport dat data aan belang winnen. In het voetbal had je een paar jaar geleden de opkomst van wat ze de ‘laptoptrainers’ noemden. Dat waren jonge trainers die zelf nooit op absoluut topniveau hadden gevoetbald, maar die volop gebruik maakten van data om het voetbal te innoveren. Het was een beetje een karikatuur, want ook meer ervaren coaches maakten toen ook al volop gebruik van data. Op een paar jaar tijd is die evolutie enorm. De tijd dat trainingen zo’n beetje nattevingerwerk waren, die is voorbij. Geloof me, er is vandaag geen enkele club en geen enkele trainer meer die niét gelooft dat data spelers beter kunnen maken. Met data alléén zal je geen matchen winnen, maar het is wel een noodzakelijke voorwaarde geworden om competitief te zijn. Zeker aan de top, waar de verschillen vaak zo klein zijn dat details de doorslag geven.”
Met data alléén win je geen matchen. Maar het is wel een noodzakelijke voorwaarde geworden om competitief te zijn. En aan de absolute top zijn het de details die het verschil maken
“We hebben gezien dat ook spelers die klik hebben gemaakt. Je hebt er die niet echt met data bezig zijn, die meer op buikgevoel spelen en hun lichaam zo goed kennen dat ze zelf voelen wanneer ze bijvoorbeeld overbelast raken. Maar je ziet ook meer en meer spelers die alles willen weten van zichzelf en die al hun data ook zelf tot in de puntjes bestuderen en vergelijken met andere spelers van hun team en zelfs van hun specifieke positie. Talent blijft onmisbaar, maar data kan helpen om dat talent te ontwikkelen. Nieuwe toppers als Mbappé en Haaland teren niet puur op hun talent, je ziet dat zij data gebruiken om op alle domeinen van het moderne voetbal beter te worden.”
Atleten en robots
Data spelen vandaag al een enorme rol in de sport. Toch denkt Van Werde dat de datarevolutie nog lang niet voorbij is. “Er komen nog meer meetpunten en databronnen bij, en die worden alleen maar betrouwbaarder. Hoe meer meetpunten en databronnen, hoe meer mogelijkheden om die te combineren en verbanden te leggen. We werken samen met de universiteiten van Hasselt en Gent om aan de hand van data aan blessurepreventie te doen.”
In de toekomst gaan we steeds accurater kunnen voorspellen of, wanneer en hoe een speler zich dreigt te blesseren, alsook hoe hij of zij zal presteren
“Vandaag kunnen we de road to injury al heel goed in kaart brengen. In de toekomst gaan we steeds accurater kunnen voorspellen of, wanneer en hoe een speler zich dreigt te blesseren, alsook hoe hij of zij zal presteren. Technologie zal een risico-inschatting kunnen maken, maar het zal altijd aan de coach en de speler blijven om te beslissen of ze dat risico al dan niet willen nemen.”
“Sport evolueert voortdurend, dat is altijd zo geweest en zal ook altijd zo blijven. Records sneuvelen en zullen dat blijven doen. Data is vandaag één van de motoren achter die evolutie. Als we meer relevante data verzamelen, kunnen machine learning systemen slimmer worden. Dat is in bedrijven zo, dat zal in de sportwereld ook zo zijn. Maar je kan van atleten geen robots maken. De menselijke factor blijft cruciaal.”