Karen Depoorter, founder en Managing Director van Callas Confiture, gaf vele jaren terug haar vaste job als marketing- en communicatiemanager op voor een sprong in de voedingssector, op dat moment voor haar een totaal onbekende wereld. Wat ooit begon met mislukte confituur en een job on the side groeide uit tot een kleine, flexibele kmo die de coronacrisis - ondanks de sluiting van horeca - aangreep om alweer een versnelling hoger te schakelen. “Eindelijk kon ik doen wat ik graag doe, al heb ik me -zeker in het begin - vaak heel eenzaam gevoeld.”
Je bent niet meteen in het ondernemersbestaan gestapt. Pas na een omweg, als ik het zo mag noemen, haalde de passie die je als kind al had jou in?
“Ik ben altijd enorm gepassioneerd geweest door goede voeding. Het ging er thuis met de paplepel in. We hadden dieren, een moestuin en fruitbomen. De confituur die we aten, was homemade. Ik ben een kind van de jaren ’70. Duizenden koeken met confituur of slagroom heb ik gerold en gebakken. Het creatieve aan koken en het creëren van smaken intrigeerden me. Na mijn studies rolde ik het bedrijfsleven in, als marketing- en communicatiemanager. Ik voelde wel dat er iets niet goed zat, dat er iets ontbrak. Toen ik een huis kocht in Gent begon ik met eigen kweek zelf confituur te maken. Dat liep aanvankelijk verre van goed (lacht).”
Die eerste mislukkingen schrikten je niet af?
“Ik gaf niet op, na de werkuren bleef ik proberen. Ik wou een confituur maken met minder toegevoegde suiker, waarin je het fruit kon smaken. Ook kruiden hadden me altijd geboeid, dus begon ik te experimenteren met nieuwe smaakcombinaties, meer dan de klassieke aardbei-, pruimen of bessenconfituur. Die unieke smaken zijn nog steeds mijn uithangbord. Ik noem het klassiekers with a twist. Zoals aardbei met rozenblaadjes of krieken met espresso.”
“De bal ging heel langzaam aan het rollen toen ik confituur begon te maken voor mijn Bed & Breakfast en mijn buurvrouw vanuit een ‘dit is zoals mijn grootmoeder confituur maakte’-gevoel ook wat porties reserveerde. Ik deed dat graag omdat koken voor anderen voor mij gelijk staat met het delen van plezier. Van lekker eten word je gewoon gelukkig.”
Wanneer maakte je de overstap van huis-, tuin- en keukenbezigheid naar een ‘echt’ bedrijf?
“Dat verliep helemaal organisch. Ik liet op een gegeven moment mijn koffieleverancier proeven en na wat mond-tot-mondreclame stond mijn huis plots vol confituurpotten. Mijn kinderen hadden zelfs geen plek meer om te spelen. Op het moment dat ik op mijn stoep een pallet met 3.000 bokalen stond af te laden, besefte ik dat ik moest schakelen. Mijn toenmalige echtgenoot zei: ‘Je hebt een btw-nummer en klanten, volgens mij heb je een bedrijf’.
Achteraf gezien is durven springen in de eerste plaats vertrouwen hebben in jezelf, en erin geloven dat alles vroeg of laat wel in de juiste plooi valt
“Mijn passie waarmaken, voelen dat ondernemen wel iets voor mij was en het euvel op de stoep, deden me toegeven: “ok, ik heb inderdaad een confituurbedrijf’. Ik besloot om ervoor te gaan, maar wou dat doen op een fatsoenlijke en efficiënte manier. Ik liet mijn job voor wat het was, ondanks de risicowaarschuwingen van anderen, en zocht een locatie waar ik met mijn fruit, bokalen en productie terecht kon. Achteraf gezien is durven springen in de eerste plaats vertrouwen hebben in jezelf, en erin geloven dat alles vroeg of laat wel in de juiste plooi valt.”
Wat wist je van de voedingsindustrie?
“Ik werd gelukkig van wat ik deed, van het creëren van de smaken en het maken van een product. Aanvankelijk deed ik alles zelf. De confituur maken, bokalen afvullen, etiketten plakken, bestellingen opnemen en uitleveren. Een 24/7 bezigheid die geen tijd liet om eens goed na te denken over een strategie.”
“Het was aanvankelijk gewoon doen. Ik moest veel bijleren, over mijn producten en inderdaad ook de markt. Ik kende noch de sector noch de werking ervan. Toen ik ontdekte dat winkels een grotere marge hebben dan de producent, viel ik haast achterover. Wie welke marge krijgt, hoe je een distributeur moet incalculeren in het verhaal: ik had daar allemaal geen flauw benul van. De eerste keer dat ik een pallet verkocht, moest ik gaan rondvragen hoe ik daar in godsnaam kon aan geraken.”
Waren er geen reddingsboeien in de buurt die je wat wegwijs konden maken?
“Eindelijk deed ik wat ik altijd graag heb willen doen, maar ik heb me toen soms echt heel eenzaam gevoeld. Alle beslissingen alleen moeten nemen, zonder veel kennis, woog best zwaar. Als je een bedrijf overneemt, krijg je kennis en ervaring mee. Ik wist niks af van een voedingsbedrijf runnen. Toen ik een afvulmachine kocht, bleek dat ik ook een compressor nodig had. Ik wist niet hoe zoiets werkte, laat staan dat ik wist waar die te halen.”
“Gelukkig had ik vrij snel een netwerk opgebouwd waar ik terecht kon en nog steeds kan met al mijn vragen. Ik tekende ook in voor een Plato-traject bij Voka waar je maandelijks met een groep ondernemers samenkomt. Daar haalde ik veel steun uit omdat je worstelt met dezelfde issues. Ik heb intussen ook een goede Adviesraad met leden uit verschillende sectoren. Kortom, ik voel me nu veel meer geruggensteund dan in de beginperiode.”
Het bleef niet bij een eenvrouwszaak?
“Callas Confiture, de B&B, kleine kinderen, een zelfstandige echtgenoot met een drukke agenda,… Ik kreeg het op een gegeven moment niet meer gebolwerkt. Ik durf toe te geven dat ik wel eens in het toilethokje heb zitten huilen. Uit pure noodzaak moest ik op zoek naar personeel. Dat was niet onmiddellijk een redding. De overgang van alles alleen doen naar mensen opleiden en begeleiden was een aanpassing. Je haalt je bijkomende problemen op je nek. De juiste medewerkers vinden is niet altijd een feest geweest. Het was zoeken en af en toe de bal verkeerd slaan. Als je beslist om iemand te ontslaan, voelt dat als een mislukking, zeker in een klein team.”
“Je kan niet verwachten dat anderen op dezelfde manier in je bedrijf staan als jij zelf maar ik ben enorm trots op het team dat ik nu heb. We zijn nu met vier. Ik heb drie medewerkers die ik inzet voor productie en logistiek. Mijn focus ligt bij sales, strategie en productontwikkeling. In een productiebedrijf is het team als een cirkel, het ene volgt uit en op het andere.”
En toen kwam corona…
“We hebben het drukker door corona, ook al hakte de pandemie meer dan 40% uit onze omzet omdat de horeca op slot ging. We leverden veel aan hotels en andere horecazaken. Dat werd oplossingen zoeken om die daling op te vangen. We kwamen met nieuwe producten en verpakkingen. In maart brachten we een ontbijtreeks uit. We zetten ook in op meer originele formaten, zoals grotere formaten voor ontbijtbuffetten in hotels of ‘familiepotten’, en kleinere potjes voor eenpersoonsgezinnen. Een derde van alle huishoudens in België bestaat uit alleenstaanden. Sommige consumenten hebben liever een combinatie van drie smaken in kleinere potjes dan meer van hetzelfde.”
“Die kleinere formaten bleken de juiste zet op het juiste moment door de gestegen vraag naar foodboxen, ontbijtmanden en takeaway. Kleinere verpakkingen kosten meer in productie maar brengen ook meer op. Samen met de ‘ik koop lokaal’-campagne en de aandacht voor betere, ambachtelijke producten steeg onze omzet sinds het najaar met 7%. Het is niet de 15% die ik voor ogen had, maar ik ben blij met de vooruitgang.”
Hoe zie je je Haute Confitures op langere termijn evolueren? Is er een groot(s) plan?
“In coronatijden is dat een lastige vraag om op te antwoorden. De exportmarkten blijven voorlopig dicht of toch moeilijker benaderbaar. Het is dus voorlopig focussen op de binnenlandse markt. Onze bijzondere smaakcreaties maken onze confituren ook geschikt als compagnons van kaas en vleeswaren. Dat verbreedt onze afzetmarkt. Onze ontbijt- en Signatuur-collecties zijn bijvoorbeeld heel succesvol.”
“De vraag naar kwaliteit, gezelligheid, lokale producten en winkels waar je een persoonlijker contact hebt met de winkelier heeft door corona een boost gekregen. Ik word er triest van als ik bij een lokale handelaar dezelfde pot confituur in het schap zie die je ook in de grootdistributie vindt. Ik wil hen helpen om lokale, artisanale producten aan te bieden. Ik kijk ook naar tuincentra en handelszaken met keuken- en delicatessenafdelingen die het dankzij corona goed doen. En één van onze collecties ondergaat momenteel een rebranding richting retail.”
Zijn er, los van corona, elementen die je groei belemmerd of afgeremd hebben. Waar ben je zelf tegenaan gelopen?
“Confituur is een verzadigde markt. Er speelt een andere bedrijfsdynamiek dan bijvoorbeeld bij snelgroeiende techbedrijven die apps op de markt brengen. De grootste rem is soms focus houden op sales. Ik heb eerst budget moeten vrijmaken voor een productieplanner en logistieke hulp. Er was geen ruimte om aan marketing en sales te doen. Terwijl ik altijd verwonderd ben over de bekendheid en reputatie van Callas Confiture.”
“Dat mensen ons vooral kennen omwille van de kwaliteit en de service doet heel veel deugd. Vooral het laatste anderhalf jaar valt dit me op. Nu is het binnenkoppen geblazen. Of ikzelf als onderneemster bepaalde remmingen ondervind, is moeilijk te zeggen omdat ik niet weet met wie of wat ik mezelf kan vergelijken. Ik heb bijvoorbeeld te lang gewacht om investeerders aan boord te halen. Ik was bang om met geld van anderen te werken. Mijn groot verantwoordelijkheidsgevoel zat in de weg. Extern kapitaal is er ondertussen wel. De ademruimte die dat geeft en vooral ook mensen rondom jou die in je project geloven daardoor krijgen, doet goed.”
De scheiding werk/privé is bij velen door corona op de helling gezet. Voor ondernemers is die split sowieso een moeilijke zaak. Hoe loopt dat bij jou?
“Werk en privé scheiden is als ondernemer inderdaad niet evident. Ik heb moeten leren om ’s avonds als ik thuis kom de knop om te draaien. Vroeger kon ik ’s nachts liggen piekeren over hoe ik iets moest aanpakken of over de cijfers. Dat heb ik gelukkig achter mij kunnen laten. Wanneer je mentaal uitgeput raakt, is er geen ruimte om gevoed te worden door andere dingen. Als ondernemer kan je je makkelijk te pletter werken.”
“Ik heb de indruk dat mannen beter zijn in het switchen tussen werk en privé, dat ze minder piekeren. Als alleenstaande moeder, met kinderen die intussen al wat ouder zijn, heb ik intussen meer structuur en lopen de dingen minder door elkaar. Ik heb in het weekend terug de ochtenden vrij voor een tas koffie en mijn krant.”
“Ik heb bepaalde routines voor mezelf ontwikkeld. Dat heeft misschien te maken met ouder worden (lacht). Ik wil het ook niet meer zoals vroeger. Ik heb het nodig om af en toe afstand te kunnen nemen om met een frisse en creatieve blik naar dingen te kijken. Mijn beste moment van de dag is ’s ochtends in bed. Na het aflopen van de wekker, luister ik naar het nieuws en vind ik oplossingen voor allerhande problemen.”
Waar droom je nog van? Voor jezelf en Callas Confiture?
“Ik ben ongelofelijk nieuwsgierig. Ik wil, met de open blik die ik altijd heb gehad, blijven groeien en ontwikkelen. Voor mijn bedrijf heb ik geen tienjarenstrategie achter de hand. Ik heb een kleine kmo, ben heel flexibel en wil dat ook zo houden.”
“Hoe het zal lopen op de buitenlandse markt valt af te wachten, dat is nu moeilijk in te schatten. Uiteraard wil ik een mooi rendabel bedrijf maar klanten gelukkig maken met onze confituren blijft mijn grootste drijfveer. Het mooiste compliment is iemand horen zeggen dat ze net de lekkerste confituur hebben ontdekt.”
Zie je je bedrijf als een actief?
“Misschien wel. Misschien zetten de kinderen het graag verder maar ook hier hou ik het vizier wijd open. De jongste is nu vijftien, hij heeft wel ondernemersbloed en culinaire interesses. Maar mijn kinderen moeten vooral hun eigen ding doen.”
Zie je jezelf als rolmodel?
“(Verbaasd) Een rolmodel? Ik vind dat een generische term. Iedereen vult dat op zijn eigen manier in. Ik zou het alleszins een enorm compliment vinden, mocht ik met mijn verhaal andere vrouwelijke ondernemers inspireren. Maar eigenlijk zie ik mezelf niet zo. Het belangrijkste voor mij blijft de beste confituur maken en zorgen dat alles errond naadloos verloopt.”
“Ik ben bijvoorbeeld anti-back order. Klanten moeten hun bestellingen krijgen op de beloofde tijdstippen. Een product is meer dan een product alleen. Een uitstekende service met duidelijke communicatie en duidelijke afspraken maken daar ook deel van uit. Ik probeer mijn klanten enorm te ondersteunen door actief te werken aan een love brand op sociale media en veel content te verschaffen rond de producten.”
Zou je dingen anders aanpakken, mocht je opnieuw mogen beginnen?
“Niet meteen. Je bent tegelijk de sterkste en de zwakste schakel van je bedrijf. Alles kennen en kunnen bestaat niet. Ik ben altijd goed geweest in het afbakenen van die dingen waar ik goed en niet goed in was en waar ik hulp moest zoeken. Ik heb snel het idee los gelaten dat ik alles zelf moest doen, zoals transport organiseren. Ik zeg ook duidelijk tegen mijn klanten dat mijn sterkte en focus liggen bij confituur maken, niet bij potten van A naar B brengen.”
“Naast je zwaktes erkennen, hulp zoeken, focus leggen en houden, is neen zeggen een absolute must. Elke cent, elke omzet telt, zeker in het begin wanneer je de neiging hebt om op alles ja te zeggen. Ik heb altijd geluisterd, de vraag overwogen, afgezet tegen de tijd en het geld die ik zou moeten investeren en het mogelijke resultaat. Ik heb lang geen private label gedaan bijvoorbeeld, hoewel dat de productielijn vult. Maar ik wou een merk in de markt zetten en heb eerst alles daarop ingezet.”
“Je goed omringen en voldoende netwerken is sowieso een must. Ik put heel veel uit mijn bedrijfsmatige meter en peter, mijn Adviesraad en het netwerk dat ik doorheen de jaren uitbouwde. Elkaar iets gunnen vind ik belangrijk. De ene dienst is de andere waard. Er bestaat veel solidariteit in mijn sector, niet meteen onder concurrenten, maar wel in de sector an sich. En als je geeft, krijg je terug. Tenslotte is een bedrijf uitbouwen teamwerk. Wat ik nu doe, is onmogelijk zonder de inzet, loyauteit en motivatie van mijn medewerkers. Ik ben dan misschien wel het rolmodel (lacht), maar ik doe dit zeker niet alleen.”