Stolp-founders Julien Yee & Matthias Vanhoutteghem
Ideeën die op de Gentse Feesten ontstaan tijdens de vroege uurtjes op de Vlasmarkt zijn - laat ons eerlijk zijn - vaak twijfelachtig. Het merendeel ervan wordt dan ook in de kiem gesmoord na een Irish coffee of drie. Maar soms, heel soms, zijn er van die ideeën waar meer in zit, en die zelfs kunnen uitgroeien tot een succesvol bedrijf. Stolp is er zo eentje. We spraken met medeoprichter Julien Yee over zijn ondernemerstraject met veel vallen en opstaan, af en toe rechtsomkeer maken en vooral altijd blijven doorgaan.
Stolp in zijn huidige vorm is een opbergplek voor smartphones. Een hulpmiddel om te deconnecteren, dat bovendien ook mooi staat in je interieur. Maar dat was niet altijd zo. Wat - in tegenstelling tot het product - sinds 2018 wél behoorlijk stabiel is gebleven, is de missie van Stolp (toen nog JUCE): mensen de nodige tools aanreiken om hun smartphonegewoontes te verbeteren.
“De gemiddelde mens spendeert meer dan 15 jaar van zijn leven achter een smartphone. Wij geloven dat je dat kan terugdringen, in de eerste plaats door je bewuster te zijn van hoe je die tijd gebruikt”, stelt Yee. Het tweetal focuste eerst op meeting rooms, en richtte daarna de pijlen op de plek waar we de smartphone het meest gebruiken: thuis.
Van persoonlijke realisatie tot professionele missie
De kiem van die overtuiging werd gelegd in zijn eigen omgeving. “In 2017 was ik de typische millennial”, klinkt het. “Ik was hard aan het werk, had een extreem sociaal leven en was 4 tot 5 uur per dag aan mijn smartphone gekluisterd. Ik stond altijd aan, en mijn telefoon voedde die lifestyle.”
Op een avond - of eerder ochtend - op de Gentse Feesten viel hij, samen met co-founder Matthias Vanhoutteghem, zonder batterij. “We zijn dan beginnen nadenken over de afhankelijkheid van onze smartphones, en van daaruit hebben we onze onderneming gebouwd. Stolp is dus ontstaan vanuit een persoonlijke frustratie.”
Tussen onze drukke jobs door kwamen we samen om te brainstormen. Tot we op een bepaald moment op zoek zijn gegaan naar een business angel en een productontwikkelingsbureau om ons idee concreet te maken
Een paar dagen na de nacht waarop de euro viel, spraken de twee opnieuw af. “We wilden niet de zoveelste caféklap worden, ontstaan tussen de Stella’s en de ochtend erna vergeten. Dus zijn we als bezeten beginnen tekenen en ontwikkelen.” Op dat ogenblik werkte Yee nog in de financiële sector. Zijn co-founder was op dat moment nog actief als architect. “Tussen die drukke jobs door kwamen we samen om te brainstormen. Tot we op een bepaald moment op zoek zijn gegaan naar een business angel en een productontwikkelingsbureau om ons idee concreet te maken.”
In eerste instantie richtte JUCE, zoals het bedrijf toen nog heette, zich op vergaderzalen. Een verzamelpunt voor smartphones moest afleiding en onproductiviteit tijdens meetings tegengaan. “Met het eerste prototype ging ik tijdens mijn lunchpauzes op stap om te pitchen, tot we uiteindelijk twee pilootprojecten binnenhaalden. In oktober 2018 konden we ons product beginnen testen op de werkvloer.”
Hardware, hard werken
Het was voor beide ondernemers het eerste bedrijf, en de keuze voor hardware bleek niet evident. “Hardware heeft zijn naam niet gestolen”, lacht Yee. “Met software of een webapp kan je heel snel lanceren, met een beperkt budget, om dan klanten binnen te halen, maar dat zat er voor ons niet in. Want met een fysiek product is het bijvoorbeeld al een behoorlijke kost om een werkbaar prototype te ontwikkelen.”
Dus ging het duo op zoek naar extra financiering. “Ons startkapitaal was vrij snel opgebruikt aan prototypes, een eenvoudige website en een loon voor onszelf. Dus hebben we een starterslening aangevraagd, en een tweede business angel gezocht. Die laatste wilde enkel participeren als ook de bank meedeed, en de bank wilde meedoen als de investeerder toehapte. We hebben hen dus elkaar laten overtuigen.”
Een bumpy road
De pilots waren goed verlopen - de onderneming werd zelfs geaccepteerd binnen het start-up incubatorprogramma imec.istart - dus beslisten de twee ondernemers om in 2019 nog een stapje verder te gaan. “We zijn gaan doorontwikkelen”, vertelt Yee. “We wilden ons product uitbreiden met een stuk software - wat we nog nooit gedaan hadden. Zo wilden we de timer in het verzamelpunt koppelen aan de meeting-agenda bijvoorbeeld. Uiteindelijk bleek dat te veel. We wilden overengineeren, nog voor het minimum viable product effectief live was.”
“De pre-order van verliep goed maar helaas kregen we af te rekenen met een serieuze vertraging. Mijn co-founder moest om gezondheidsredenen een stap terugnemen, en het product, dat we eigenlijk in september af wilden hebben, geraakte zelfs niet klaar voor het einde van het jaar. Uiteindelijk heb ik dus pas in februari kunnen lanceren.”
We gingen ervan uit dat het minstens een jaar ging duren om ook maar één toestel verkocht te krijgen. Maar het geld was op, dus de luxe om dat jaar af te wachten, hadden we niet
Maar wie goed heeft meegeteld, weet ook dat we ondertussen in 2020 aanbeland zijn, waardoor vergaderzalen al heel snel na de lancering van JUCE leeg bleven. “We gingen ervan uit dat het minstens een jaar ging duren om ook maar één toestel verkocht te krijgen. Maar het geld was op, dus de luxe om dat jaar af te wachten, hadden we niet.”
De ondernemers stonden voor de keuze: stoppen of pivoteren. Het werd dat laatste. “In mijn hoofd was dat een heel duidelijke keuze. Ik wilde niet stoppen door iets volledig onverwachts, dat door niemand voorzien kon worden. Dat zegt niks over de kwaliteiten van je bedrijf. Dus moesten we een manier verzinnen om erdoor te komen.”
De allesbepalende pivot
Yee en Vanhoutteghem sloegen opnieuw aan het brainstormen, en gingen aan de slag met een gloednieuw product. “Ik ging bedenken wat we bij het vorige traject verkeerd hadden gedaan, en wat we geleerd hadden uit die fouten. Dat is het succes geweest van de omschakeling”, aldus Yee. Want bij het nieuwe product, de Stolp, was er geen sprake meer van overengineering. “We zijn heel pragmatisch geworden en heel simpel begonnen. Mensen zoeken simpliciteit en rust in een chaotische, digitale wereld, en dat wilden wij brengen.”
Een tweede heel belangrijke factor, was de snelheid van het hele proces. “We wilden niet nog een jaar achter onze bureaus zitten, maar snel lanceren. Dus gingen we voor crowdfunding, zodat de verkoop ook kon dienen als market testing.”
Een geslaagde test, want de crowdfunding bleek een groot succes, met alleen maar voordelen voor de zaakvoerders. “We hebben het product gelanceerd op Kickstarter en dat was de goede keuze. Je bent namelijk meteen verplicht om je verhaal zo te brengen dat je mensen overtuigt om er geld voor te geven. Veel start-ups zijn heel lang bezig met R&D, maar vergeten dat ze de eerste klanten nog moeten binnenhalen. Door de Kickstarter ontdekten we heel snel wie er voor het product wilde betalen, hoe we het verhaal nog konden aanscherpen, om vanaf 2021 op te schalen. Daardoor zijn we erg realistisch geworden”, aldus Yee.
Ship it or it doesn’t count
Het hele traject leest als een flitsende film. In februari 2020 werd JUCE gelanceerd, dat in maart compleet overbodig werd. “In april moesten we kiezen tussen stoppen of doorgaan, in juni kregen we de corona-lening en nog wat later ontstond Stolp als grap op een post-it. De eerste designs stonden op papier in juli en in oktober werd de crowdfunding gelanceerd. In december kregen de eerste 1.500 enthousiastelingen hun Stolp geleverd.”
“We zijn waanzinnig snel gegaan, en één van de belangrijkste lessen die ik daaruit heb geleerd is ‘ship it or it doesn’t count’. Lanceer, bekijk hoe mensen reageren en pas dan aan, of haal het, in het slechtste geval, van de markt”, adviseert Yee.
Nu Stolp aan het rollen is gegaan, wil hij het bedrijf verder uitbouwen en de wereld veroveren. Er zitten dan ook heel wat samenwerkingen en concepten in de pijplijn, om gezinnen én bedrijven te ondersteunen in het creëren van een optimale relatie met hun smartphones. En dan niet alleen in België. “De bedoeling is om volgend jaar op te schalen en uit te breiden naar de Verenigde Staten”, klinkt het ambitieus. “En tegen 2026 willen we bij meer dan twee miljoen families een household name zijn.”