Charlotte Van Innis, bezielster van juwelenlabel HOOK (© Bram Laebens)
Haar nieuwste juwelencollectie is net klaar en de fotoshoots zijn achter de rug, dus staat er Charlotte Van Innis, de vrouw achter HOOK, niets in de weg om haar handgemaakte juwelen ook aan te prijzen op haar website. En toch doet ze het voorlopig niet. “De collectie is voor het eerst in zilver en ik heb schrik dat die te duur zal zijn”, bekent de 36-jarige Gentse die zichzelf nog geen pur sang onderneemster vindt. “De prijsmarges zijn momenteel mijn grootste uitdaging.”
Een tiental jaar geleden richtte Charlotte Van Innis haar juwelenlabel HOOK op. Ze was beginnen experimenteren met kettingen, haar vriendinnen wilden er ook allemaal eentje en daar zag de Gentse wel de fun en vooral ook veel potentieel in. Overdag werkte ze voor een bekend juwelen- en horlogemerk, ’s avonds en in het weekend maakte ze haar eigen creaties.
Intussen ontwerpt Van Innis ringen, kettingen, armbanden, oorbellen en sun chains. Ze bracht al negen collecties uit en heeft samenwerkingen met verschillende winkels, waar ze unieke collecties voor maakt. Binnenkort werkt ze ook met goud en edelstenen. En toch zou ze zichzelf nooit een juweelontwerpster noemen.
“Als iemand mij vraagt wat ik doe, zeg ik altijd dat ik juwelen maak. Dat is iets anders dan juweelontwerpster zijn. Dat ben ik pas als ik mij niet langer geremd voel door techniek en alles kan maken wat in mij opkomt”, vertelt ze openhartig. “Eenmaal ik van dat imposter syndroom verlost ben, kan ik mijn verkoopprijzen optrekken en zal ik eindelijk ook kunnen leven van HOOK.”
Geen geboren ondernemer
Van Innis genoot geen opleiding tot juweelontwerpster, maar studeerde Sinologie. Ook al was ze als kind en tiener op haar kamer altijd aan het experimenteren met stoffen, naaimachines en parels, haar ouders wilden niet dat ze een creatieve studie volgde.
“Ik moest studeren aan een universiteit”, zegt Van Innis daarover. “Ik wist niet meteen wat ik wilde gaan doen als het niet iets creatief mocht zijn. Op een dag vroeg mijn moeder lachend waarom ik geen taal leerde, Chinees of zo. Oké, was mijn reactie, dan ga ik Sinologie studeren.”
Haar studies brachten haar naar Leuven en Taiwan. Terug in België stapte Van Innis in het werkleven, maar ’s avonds en in het weekend bleef ze juwelen maken. Die hobby groeide steeds meer uit tot een bijberoep. Maar 100% kunnen leven van HOOK lukt tot op vandaag niet. Zoals veel zelfstandigen met een creatief beroep heeft ook de 36-jarige Van Innis een vaste job nodig om te kunnen rondkomen.
“Een geboren ondernemer ben ik zeker niet”, vindt ze zelf. “Ik heb dankzij andere jobs wel kennis van bepaalde aspecten van het ondernemerschap zoals sales, marketing en visual merchandising, maar ik wil mijn juwelen betaalbaar houden. Daardoor zijn mijn marges erg klein. Bovendien moet ik grondstoffen aankopen, collecties op voorhand maken en fotoshoots doen. Ik heb centen nodig om te kunnen investeren voor ik daadwerkelijk iets verkoop.”
Grote stappen voorwaarts
Omdat ze enkel in haar vrije tijd voor HOOK kan werken, duurt het langer om er een succesvol draaiende zaak van te maken. Een kip-of-het-ei verhaal, want wanneer neem je de sprong om fulltime voor je onderneming te gaan? En hoe kun je dan rondkomen en investeren? Met die vragen liep Van Innis lang rond, maar ze moest die uiteindelijk niet zelf beantwoorden.
Door verschuivingen binnen het bedrijf waar Van Innis twee jaar geleden werkte en de uitbraak van de coronapandemie werd ze plots ontslagen. Weg vast inkomen. When life gives you lemons, make lemonade, dacht Van Innis. Maak van iets zuur iets zoet. En dus greep ze het momentum aan om het traject ‘Springplank naar zelfstandig’ aan te vragen bij de RVA, een ondernemerscursus te volgen en de kans te grijpen om HOOK uit te bouwen terwijl ze een uitkering kreeg.
Ik heb serieus onderschat hoe zwaar het is om een zaak uit te bouwen terwijl je zwanger bent en nadien te moeten zorgen voor een pasgeboren baby
Dat gaf haar een ferme boost, maar intussen is het traject bijna afgelopen en moet ze binnenkort terug zelf instaan voor haar inkomen. “Ik kan helaas nog steeds niet leven van mijn juwelenlabel. Uiteraard heb ik grote stappen gezet, maar ik ben intussen ook mama geworden. Ik heb serieus onderschat hoe zwaar het is om een zaak uit te bouwen terwijl je zwanger bent en nadien te moeten zorgen voor een pasgeboren baby. Pas zes maanden na de geboorte had ik terug een normale dosis energie. En we doen dan ook nog eens een totaalrenovatie van ons huis.”
Leergeld betalen
Dus toch die verkoopprijzen verhogen, zou je dan denken. “Dat klopt, iedereen zegt me dat. Ik ga niet anders kunnen, want anders moet ik hiermee stoppen. Die marges zijn op dit moment mijn grootste uitdaging. Maar als ik de prijs vraag die weerspiegelt hoeveel tijd ik echt werk aan een juweel, haken klanten misschien af. En ik vind het zo fijn om hen blij te maken met een betaalbaar juweel, ook al is dat vaak op maat. Ik moet gewoon sneller leren werken”, is Van Innis streng voor zichzelf.
Makers worden daar wel vaker mee geconfronteerd. Hoeveel tijd kan ik in een product steken? Werk ik wel snel genoeg of ben ik trager dan anderen? Hoe kan ik efficiënter werken? Hoeveel tijd kan ik doorrekenen aan de klant? Moet ik mijn leertraject zelf bekostigen, en wanneer ben ik dan volleerd?
“Er zijn heel wat trucs om beter en sneller juwelen te maken”, verklapt Van Innis. “Toen ik net begon, ging ik zelf op zoek naar hoe ik bepaalde zaken kon doen. Door veel te proberen en experimenteren heb ik heel wat technieken ontdekt, maar soms is het nuttig om de meest efficiënte weg te kennen. Het pinnetje aan een oorring bijvoorbeeld, het stukje dat door je oorlel gaat, is heel lastig om te solderen. Van een ontwerper leerde ik een trucje dat dit erg simpel maakt. Zo’n kleine tips helpen me enorm.”
Juwelen maken vraagt veel oefening, zo blijkt. “Zoals bij alles wat je leert, gaat het elke keer vlotter en sneller”, zegt Van Innis. “Ik wil ook steeds perfecte juwelen afleveren en kwaliteit bieden. Daardoor komt het vaak voor dat ik opnieuw begin of minstens twee dagen nodig heb voor een ring, terwijl ik daar eigenlijk maar drie uur voor betaald word. Maar dat leergeld kan ik toch onmogelijk doorrekenen aan de klant?”
Oefening baart kunst
Intussen volgt Charlotte Van Innis regelmatig opleidingen, wordt ze met raad en daad bijgestaan door de Antwerpse juweelontwerpster Lotte De Mey en spijkert ze aan haar vaardigheden tijdens open ateliers. Ze begon met juwelen met stof, schakelde over naar vergulde messing, haar nieuwste collectie is in zilver en binnenkort kunnen klanten ook gouden juwelen met edelstenen verwachten. De voorbije tien jaar legde Van Innis dus een heel traject af en dat door vooral veel zelf te experimenteren met materialen.
Van mijn vriend leerd ik dat het perfect normaal is dat het soms niet lukt, en dat je steeds opnieuw moet proberen om uiteindelijk tot een feilloos eindresultaat te komen
“Ik heb heel veel gehad aan de steun van mijn vriend, meubeldesigner David Braeckman van Ministry of Mass”, vertelt ze. “Hij weet hoe moeilijk het kan zijn om met nieuwe materialen te leren werken, om nieuwe technieken onder de knie te krijgen. Van hem heb ik geleerd dat het perfect normaal is dat het soms eens niet lukt, en dat je steeds opnieuw moet proberen om uiteindelijk tot een feilloos eindresultaat te komen.”
Kleurenboeketjes maken
En net dat leertraject is ook wat Van Innis motiveert. “Een juweel is klein, maar o zo prachtig. Voor veel mensen heeft het een emotionele betekenis”, weet ze als geen ander. “Je kan het vormgeven zoals je wil. Je kan metalen combineren, spelen met vormen en kleurenboeketjes maken met stenen. Er is zoveel mogelijk en ik wil het allemaal kunnen.”
Steeds blijven bijleren zorgt er ook voor dat de stijl van HOOK blijft evolueren. De juwelen zijn minimalistisch en eenvoudig, maar wel gedurfd. Omdat Van Innis nu de verloren wastechniek kent, ziet haar nieuwe collectie er meer organisch uit.
“Maar ik maakte een ontwerp waarvan ik geen mal kan maken. Ik moet elk juweel dus van nul opbouwen, wat tijdrovender is. Een echte ondernemer zou dat niet doen, denk ik. Die kijkt meer naar efficiëntie en winstmarges. Ik focus daarentegen steeds op het plezier dat ik haal uit het maakproces en uit de blije reacties van mijn klanten”, zegt ze.
En dus is Charlotte Van Innis momenteel op zoek naar een nieuwe vaste job, dit keer wel parttime om voldoende tijd te kunnen blijven investeren in HOOK. “En intussen leer ik steeds sneller werken zodat op een dag de prijzen van mijn juwelen overeenkomen met de werkelijk geïnvesteerde tijd”, maakt ze zich sterk.
Binnen vijf à tien jaar hoopt ze volledig te kunnen leven van HOOK, een atelier te hebben met airco en chauffage waar ze ook klanten kan ontvangen, nog meer samen te werken met winkels en andere makers en een gevestigde waarde te zijn als - jawel - juweelontwerpster.