Vlnr: founder Leon van Duijn, CEO Eelco Ockers en Jelle Roodbeen (De Hoge Dennen)
Het Nederlandse indoor farmingbedrijf PlantLab, dat groenten kweekt in geconditioneerde klimaatkamers, haalde onlangs 50 miljoen euro op voor extra productielocaties in het buitenland, onder meer in Europe en Noord-Amerika. De nieuwe CEO Eelco Ockers (46), die een verleden heeft bij onder andere FMCG-giganten Unilever en procter & Gamble, neemt deze wereldwijde uitrol van productielocaties graag op zich. De stip op de horizon? “Een bijdrage leveren aan het duurzaam oplossen van het wereldvoedselprobleem door de voedselketen radicaal ter verkorten.”
In de afgelopen zeventien jaar realiseerde PlantLab een doorbraak met haar technologie voor innovatieve stadslandbouw, die inmiddels wordt toegepast in een commerciële productielocatie in Amsterdam. Deze technologie maakt het echter mogelijk om óveral ter wereld groente en kruiden te telen, zelfs op onvruchtbare grond of midden in stedelijk gebied.
Volgens PlantLab kan in een ruimte met een oppervlakte van twee voetbalvelden genoeg geproduceerd worden om een stad van honderdduizend inwoners dagelijks van tweehonderd gram verse groente te voorzien. Doordat de locaties zich dicht bij de consumenten bevinden, hoeft het voedsel niet over lange afstanden te worden vervoerd, met minder Co2-uitstoot, voedselverspilling en lagere kosten tot gevolg.
Innoveren op de Bahama’s
Het idee ontstond in 2005. Toen bouwden Leon van Duijn, Marcel Kers en John van Gemert bij de HAS Hogeschool in Den Bosch een kas waarin gewassen - zonder daglicht, maar met speciaal ledlicht - groeien op meerdere teeltlagen boven elkaar. Volgens huidig CEO Eelco Ockers was het Nederlandse drietal hun tijd toen al ver vooruit.
“In de beginfase deden de oprichters vooral veel onderzoek naar het ideale klimaat voor het verbouwen van diverse groente- en fruitsoorten”, zegt hij. “Toen ze de heilige graal gevonden hadden, besloten ze zelf te gaan produceren. Op drie totaal verschillende plekken ter wereld, om dat wat zij al langer wisten nu ook aan de rest van de wereld te tonen.”
Als het op de Bahama’s lukt, dan kan het overal
PlantLab opende één farm in thuisbasis Amsterdam, één in de Amerikaanse stad Indianapolis en - enigszins verrassend - één op de Bahama’s. Waarom precies daar? “Om op drie verschillende continenten, onder heel verschillende omstandigheden en in totaal verschillende markten hetzelfde te bewijzen: namelijk dat indoor farming succesvol is”, zegt Ockers, die laat weten dat de farm op de Bahama’s de grootste uitdaging vormde. “Het klimaat is er vrij heftig en de stroomvoorziening onbetrouwbaar. Daarmee toonden wij aan: als het op de Bahama’s lukt, kan het overal.”
Het echte start-up werk
Die periode - van laboratoriumfase naar productiefase – ging niet zonder slag of stoot, vertelt Ockers. “Wij werken met een prachtig verhaal, een utopie, want wie wil het nou niet: gezonde groente- en fruitsoorten, lokaal verkrijgbaar, kraakvers, nul pesticiden, boordevol vitaminen en ook nog eens goed voor het milieu. Als wij bij een klant naar binnenstappen, zegt hij haast vanzelf: ‘waar kan ik tekenen?’ Dus daar zit de moeilijkheid niet. De grootste uitdaging zit hem in succesvol opschalen. Hoe gaan we van lab naar productie en bouw je op grote schaal faciliteiten om het concept snel uit te rollen?”
Het antwoord? “Beginnen en leren. Learning by doing”, aldus Ockers. “Het echte startup-werk dus. In eerste instantie denk je nog: we bouwen zo’n farm wel in een half jaar, maar dat duurde natuurlijk veel langer dan verwacht. In de fase liepen de oprichters dan ook constant tegen onverwachte zaken aan. Maar ja, je moet over die drempel heen. Ze zeiden; als dit ons lukt, gaan we veel kapitaal ophalen en het concept wereldwijd uitrollen.”
Klaar om op te schalen
Zo gezegd, zo gedaan. In een recente financieringsronde haalde PlantLab maar liefst 50 miljoen euro binnen. In totaal haalde de groentekweker daarmee al 120 miljoen euro aan extern kapitaal op bij investeerders. De huidige financieringsronde werd geleid door De Hoge Dennen Capital, het investeringsvehikel van Kruidvat-familie De Rijcke dat eerder al 20 miljoen in de Nederlandse indoor-teler investeerde.
Jelle Roodbeen, CFO van De Hoge Dennen, zei daarover het volgende: “We denken dat de technologie van PlantLab wereldwijd een verschil zal gaan maken. Gezonde en lekkere groente wordt op deze manier betaalbaar, voor iedereen bereikbaar en ook nog eens zeer duurzaam geproduceerd.”
Gigantisch potentieel
Ockers is uitermate tevreden met de nieuwe kapitaalinjectie. “We hebben ons personeelsbestand inmiddels verdubbeld en zijn klaar voor een verdere opschaling”, aldus de CEO. “In de afgelopen jaren bewezen we in Amsterdam, Indianapolis en op de Bahama’s dat onze productielocaties zeer geschikt zijn voor een grootschalige toepassing. Spelers als Van Gelder en Picnic zijn intussen trouwe afnemers.”
“Wij haalden zo veel mogelijk schakels uit de keten en maakten de stap van indoor farm naar klant. ’s Ochtends oogsten, ’s middags in de keuken. Dit is hét moment om de uitbreiding in het buitenland te versnellen en het voedselsysteem van de toekomst verder vorm te geven”, klinkt het.
Volgens Ockers is het potentieel van PlantLab dan ook enorm. “De landbouw zoals we die nu kennen, is uitdagend en uitputtend”, zegt hij. “Er wordt heel veel land, water en pesticiden gebruikt. Ananas, basilicum of munt worden uit Afrika of Costa Rica gevlogen. Dat is natuurlijk niet erg duurzaam. Daarbij zijn we met steeds meer mensen, waardoor de voedselbehoefte toeneemt. Daar moet een oplossing voor komen en die kunnen wij bieden.”
We kunnen het niet alleen
“Van overal ter wereld stromen de aanvragen binnen”, zegt de CEO van PlantLab met enige trots. “Daarom kozen wij ervoor om focus aan te brengen. Op dit moment ligt die op Europa en de Verenigde Staten. Eerst op die markten uitrollen en daarna kunnen we weer verder kijken. Stap voor stap”, laat Ockers er geen twijfel over bestaan.
De concrete plannen voor 2022? “De organisatie verder uitbouwen en een aantal nieuwe farms opzetten.” De stip op de horizon? “Het wereldvoedselsysteem aanpakken, want dat is uiteindelijk waar we het allemaal voor doen. Daarbij willen we in 2030 een omzet van 1 miljard euro draaien. Dat is ambitieus, maar aan de ander kant is dat ook maar 0,1 procent marktaandeel.”
En dat geeft één ding heel duidelijk aan, aldus Ockers. “Namelijk dat we het niet alleen kunnen. Wij zien onze rol dan ook als die van aanjager. Het is in onze handen om verandering teweeg te brengen. Hopelijk kunnen we anderen inspireren met ons mee te doen!”