Wanneer de naam Jan Verheyen valt, denkt iedereen aan de filmregisseur. Maar de man is even goed ondernemer: op 21-jarige leeftijd richtte hij zijn eerste bedrijf en deze zomer blikt Verheyen inmiddels zijn twintigste film in. Met Bloovi kijkt de bijna 60-jarige regisseur terug op zijn - niet onbewogen - ondernemerstraject. “Weg met de Vlaamse bescheidenheid, leve de rags to riches-verhalen en de Amerikaanse admiration of success”, klinkt het enthousiast.
Dat Verheyen er als ondernemer vroeg bij was, mag best opmerkelijk heten: zijn moeder was huisvrouw en zijn vader boekhouder in een OCMW-ziekenhuis. “Erger nog, na zijn uren was hij ook nog verzekeringsmakelaar”, lacht Jan Verheyen. “Maar voor alle duidelijkheid: ik heb daar nooit op neergekeken want mijn vader deed zijn werk goed en vooral graag. Alleen wist ik met grote zekerheid dat mijn toekomst daar niet lag: ik wilde op eigen benen staan.”
Daarom besloot Jan Verheyen op 21-jarige leeftijd om, samen met Marc Punt, zijn eigen distributiemaatschappij op te richten. “De naam ‘Independent Films’ kozen we niet toevallig: we wilden vrij zijn om te doen wat we wilden doen. Voor mij persoonlijk is die vrijheid nog altijd de essentie van ondernemen. Alle respect voor mensen die in loondienst werken en dagelijks hun uren kloppen, maar ik zou die routine gewoon niet aankunnen – dat is zelfs mijn grootste, Orwelliaanse nachtmerrie (lacht).”
Compleet out of touch
Een eigen distributiemaatschappij oprichten deed het duo met één brandende ambitie: de oude garde, die in hun ogen verouderd en compleet out of touch was, eens tonen hoe het écht moest. “De ironie is dat ik nu ongetwijfeld zelf iemand ben waarvan de jonge generatie zegt: move over, old fart (lacht). Ik kan dat alleen maar toejuichen.”
“Maar die ambitie destijds was echt jeugdige overmoed. Ik vind dat echter een positieve eigenschap, die elke beginnende ondernemer zou moeten hebben: het idee dat je het beter kunt dan de rest en dat jouw idee, product of dienst het allerbeste ter wereld is. Want als je daar zelf niet overtuigd van bent, hoe zal je daar jouw publiek daar van overtuigen? Zorg er dan wel voor dat je product ook écht goed is. Want zoals een leraar van mij destijds zei: je kan een stront geen pateeke maken”, lacht Verheyen.
Grote vis in kleine vijver
Jeugdige overmoed betekent ook: af en toe met het hoofd tegen de muur knallen en daar een flinke buil aan overhouden. Dat mocht Verheyen aan den lijve ondervinden toen hij voor zijn tweede film naar de VS mocht om er de erotische thriller The Little Death in te blikken: een rampzalige ervaring en naar eigen zeggen het ongelukkigste jaar van zijn leven, waarin hij een speelbal werd van drie producenten die elk een eigen visie over de film hadden, die ook nog eens niet met de zijne overeenkwamen.
Op het moment zelf was die ervaring in de VS de hel maar als ik nu terugkijk op mijn ondernemerstraject, heb ik geen seconde spijt gehad van hoe dat gelopen is
“Ik heb daar veel geleerd”, vertelt hij over die periode. “En vooral dit: what doesn’t kill you, makes you stronger. Op het moment zelf was die ervaring de hel maar als ik nu terugkijk op mijn ondernemerstraject, heb ik geen seconde spijt gehad van hoe dat gelopen is.”
“Zo heb ik op de set in de States bijvoorbeeld veel opgestoken over hoe ze daar films maken, en kon ik die innovatieve knowhow naderhand toepassingen in mijn films in Vlaanderen, tot tevredenheid van mijn acteurs. Na The Little Death had ik bovendien niet langer de behoefte om de wereld te veroveren: ik besloot dat ik liever een grote vis in een kleine vijver was dan een kleine vis in een grote vijver. En kijk, mijn volgende film wordt zowaar mijn twintigste.”
Shampoo uit de kofferbak
“Dat gezegd zijnde, heb ik de grootste bewondering voor gasten die het met de nodige branie om het aan de andere kant van de Grote Plas te proberen en die daar vervolgens ook in slagen. Met Adil en Bilal als beste voorbeeld. Ruimer gezien juich ik alle ondernemers toe die groots durven denken en de wereld willen veroveren. Zoals Dominique Persoone, die nu een chocoladefabriek in Congo heeft gebouwd. Of Marc Coucke, die begon met vanuit zijn kofferbak flessen shampoo te verkopen aan apothekers. Dat zijn echte voorbeelden, ondernemers die anderen inspireren!”
“Weg dus met die Vlaamse bescheidenheid, en leve de selfmade ondernemers, leve de rags to riches-verhalen en leve de Amerikaanse admiration of success! Bij ons in Vlaanderen hangt daar nog altijd een geurtje aan: wie succesvol is, zal wel ergens gefoefeld hebben.”
Bij ons in Vlaanderen hangt daar nog altijd een geurtje aan: wie succesvol is, zal wel ergens gefoefeld hebben
Voor wie trouwens zou denken dat Verheyen als 59-jarige ondernemer nu ook wel stilaan alle professionele uitdagingen heeft gehad: think again. Hij en zijn sector staan vandaag misschien zelfs voor de allergrootste en meest disruptieve: streaming. “Je moet je eens de vraag stellen wie vandaag nog bereid is om minstens 11 euro voor een bioscoopticket, 4 euro voor de parking, 3 euro voor een bruiswater en 50 cent voor het toilet te betalen om een middelmatige romantische komedie op het grote scherm te zien. Niemand! Om die reden worden bioscopen meer en meer het exclusieve domein van eventfilms - genre Spider-Man en Dune - en van kinderfilms.”
“Dat stelt regisseurs als Erik Van Looy en ik, die kwalitatieve publieksfilms maken, voor grote uitdagingen: moeten wij nog naar de bioscoop kijken als we onze films bij het publiek willen krijgen? Of meteen maar naar streaming, waar wij in de omzetcijfers maar het cijfertje achter de komma vormen? Anderzijds is Netflix een kanaal met een half miljard aan potentiële consumenten, dat bovendien films een kans heeft die anders nooit verdeeld zouden geraken. Heel dubbel, maar tegelijkertijd heel boeiend”, aldus Verheyen.
Businessmodel onderuitgehaald
“Het is trouwens opvallend hoe de grote filmstudio’s altijd afkerig hebben gestaan tegenover innovaties, merkt Verheyen op. “De geluidsfilm, de komst van televisie, de videocassettes en Dvd’s en nu streaming: op al die sleutelmomenten hebben ze heel behoudsgezind gereageerd, maar ze hebben er zich op termijn altijd aan moeten aanpassen. Dat zal nu dus ook het geval zijn. Maar op welke manier is voorlopig koffiedik kijken, daarom vind ik het zo ongemeen boeiend.”
“Vooral omdat streaming het hele businessmodel onderuithaalt: films worden nu rechtstreeks en wereldwijd van de studio tot bij de consument gebracht, dus heel het tussenliggende distributienetwerk, waar ik vroeger zelf deel van uitmaakte, valt weg. Dat is niets minder dan een revolutie, die COVID nog eens in een gigantische stroomversnelling heeft gebracht. Razend benieuwd hoe de sector zich zal heruitvinden.”
Status van artiest
Of Jan Verheyen zich dan eerder als regisseur of ondernemer ziet, willen we weten. “Ik zie dat persoonlijk niet los van elkaar”, antwoordt hij. “Als regisseur kan ik mijn creatieve ei leggen, als ondernemer wil ik dat ei bij zoveel mogelijk mensen krijgen. Daarom ben ik ook graag intensief betrokken bij de fase na het filmen, waarin je bepaalt hoe je mensen naar je film krijgt: marketing, distributie, perspraatjes op televisie,…
Als regisseur kan ik mijn creatieve ei leggen, als ondernemer wil ik dat ei bij zoveel mogelijk mensen krijgen
“Kijk, ik zag onlangs een aflevering van het geweldige televisieprogramma ‘Andermans zaken’, over een man die met hart en ziel zetels op maat maakte, maar die niet verkocht kreeg. Een geweldige ambachtsman, maar een slechte commerçant. Triestig, want een zetel heeft toch pas bestaansrecht als hij in iemands living staat. Net zoals een film maar bestaat bij gratie van het publiek.”
“Passie hebben voor iets volstaat daarom niet. Ik ken regisseurs die het verdacht vinden dat je ook ondernemer bent, omdat dit om een of andere reden je status als artiest zou aantasten. Dat begrijp ik niet: elke maker zou ook ondernemer moeten zijn, of zich tenminste laten omringen door de juiste, zoals een marketingmanager of een boekhouder - als dat een goeie is, betaalt die zichzelf toch terug (lacht).”
Lawaai maken
“Ik wil maar zeggen: je moet als maker ook voor een stuk met ondernemen bezig zijn, anders kan je je voor de rest van je leven wentelen in je status van onbegrepen genie. Fine by me, maar dat heeft voor mij geen zin: ik wil impact creëren met hetgeen ik maak, en niet alleen maar iets maken. Want dan is het alleen maar plezant voor jezelf, een hobby”, stelt Verheyen.
Hoe graag sommige mensen dat ook willen denken: als ik in de media komt, heeft dat niets te maken met artistieke uitverkoop, maar alles met ondernemen
“Je kent die filosofische vraag: als een boom in een bos valt en er is niemand in de buurt, maakt die boom dan lawaai? Wel, ik wil lawaai maken. Om die reden heb ik het ondernemerschap altijd heel boeiend gevonden. Omdat het niet losstaat van wat ik in de kern graag doe en omdat het mij in staat stelt impact te maken met wat ik graag doe. Hoe graag sommige mensen dat ook willen denken: als ik in de media komt, heeft dat niets te maken met artistieke uitverkoop, maar alles met ondernemen. Of toch bijna alles (lacht).”