Geniaal in zijn eenvoud, zo kan je het concept van MyMachine nog het best omschrijven. In één schooljaar tijd bedenken kinderen uit het lager onderwijs een droommachine, ontwikkelen studenten hoger onderwijs er een proof of concept rond en maken leerlingen uit het technisch secundair onderwijs op basis daarvan een werkend prototype. Co-creatie van de zuiverste soort, met per project zo’n vijftig samenwerkende jongeren. Het doel? Doen inzien dat geen enkel idee te gek én dat de wereld maakbaar is. “Als je wil, spring je toch gewoon naar de maan? Waarom je laten tegenhouden door de zwaartekracht?”
De droommachine die de kinderen mogen bedenken, kent geen limieten qua creativiteit en fantasie: de enige voorwaarde is dat de jonge deelnemers het écht moeten willen - voor zichzelf, hun familie, de wijk waarin ze wonen, de samenleving als geheel,... Een apparaat dat spoken van onder het bed verjaagt? Een automatische kamer-opruimer of huiswerkmaker? Een oplossing voor het plastic in de oceanen? Een roterend stapelbed waarin iedereen wel eens bovenaan ligt? Het moet allemaal mogen en kunnen.
Vandaag is MyMachine, in 2008 opgericht door drie Vlaamse ondernemers, via licenties actief in drie werelddelen en 13 landen, goed voor intussen ruim 16.000 ideeën, 17.000 kinderen en jongeren en meer dan 800.000 studentenuren. Voor hun concept kregen de founders ook al heel wat internationale erkenning: zo ontvingen ze in 2020 op de HundrED Global Innovation Summit in Helsinki de titel ‘Innovator of the Year’, uitgereikt door een 150-koppige jury van internationale experts die daarvoor meer dan 5.000 organisaties en innovatieve initiatieven wereldwijd onder de loep nam.
En kort daarvoor had MyMachine in de VS een erkenning gekregen van Reimagine Education, dat ginds bekend staat als de Oscars van het onderwijs. Kortom, een innovatief Belgisch onderwijsconcept dat uitgroeide tot een internationaal succesverhaal.
Authentiek leren
“Wat we met MyMachine in essentie willen doen, is jonge mensen tonen dat het niet alleen tof en belangrijk is om ideeën te ontwikkelen, maar ook dat je nooit bang moet zijn om deze uit te spreken - hoe vergezocht of zelfs onmogelijk deze ook mogen klinken in de oren van anderen”, zegt Piet Grymonprez, co-founder en managing director van MyMachine.
“Wij willen kinderen en jongeren tonen dat geen enkel idee te vergezocht is, en dat ze het hoe dan ook kunnen vastpakken en realiseren. Door samen te werken, elkaars talent te respecteren, veerkrachtig en doortastend te zijn… Jonge kinderen zijn - in tegenstelling tot volwassenen - ook nog niet gehinderd door een teveel aan kennis en zien daarom veel meer mogelijk. Dat potentieel willen wij ten volle aanboren.”
Wij willen kinderen en jongeren tonen dat geen enkel idee te vergezocht is, en dat ze het hoe dan ook kunnen vastpakken en realiseren
“Tegelijkertijd willen we kinderen en jongeren doen beseffen dat het realiseren van ideeën niet past in de ‘instant-mentaliteit’ van de huidige samenleving: ‘pakje bestellen, binnen de 24 uur aan huis geleverd’. Neen, het traject van idee over concept tot prototype vraagt tijd omdat er veel betrokken partijen zijn en het een proces van vallen en opstaan is.”
“Verder leren kinderen tijdens dat proces co-creëren, intergenerationeel en interdisciplinair samenwerken, design thinking, authentiek leren door de wereld in de klas te brengen,… Harvard University heeft ons model bestudeerd en doopte het op basis van zijn bevindingen tot ‘maakonderwijs’ .”
MyMachine past dan ook naadloos in de ideeën van de betreurde denker sir Ken Robinson, die met Do Schools Kill Creativity nog altijd de meest bekeken TED-talk op zijn naam heeft staan. Hij toonde daarin aan dat scholen destijds werden ingericht om kinderen specifiek klaar te stomen voor een rol in de eerste industriële revolutie, en dat dit systeem van kennisoverdracht tot op vandaag nauwelijks is aangepast. Met als gevolg dat ideeën en creativiteit gefnuikt worden omdat ze plaats moeten ruimen voor die kennisoverdracht.
“Daarom geloven wij heel sterk in ‘projectgebaseerd leren’ op het toepassen van de kennis die jongeren aangeleerd krijgen”, duidt Grymonprez. “Zeker wanneer ze dat doen in een project dat helemaal van hen is, zoals een droommachine waar ze van begin tot einde bij betrokken zijn.”
Met ‘neens’ gebarricadeerd
Door zo te werken, wil MyMachine een inzicht in jongeren slijpen dat we op latere leeftijd vaak kwijtgeraken. “We hebben als volwassene allemaal wel eens in de situatie gezeten waarbij we een idee op tafel legden, waarop dan minutenlang argumenten volgen waarom dat niet kan werken: te weinig budget, te strakke deadline, ongeschikte productiemiddelen, noem maar op. Met als gevolg dat we bij een volgende gelegenheid onze ideeën gewoon voor onszelf houden. Op die manier gaan enorm veel goede ideeën verloren, omdat bedrijven de route volledig met ‘neens’ hebben gebarricadeerd.”
“Wij willen kinderen en jongeren net duidelijk maken dat élk idee mogelijk is”, benadrukt Grymonprez. “Zo kwamen twee klassen apart op het idee van een droommachine om mee tot op de maan te kunnen springen. Typische reactie zou zijn: ‘dat is onmogelijk!’ Tegen de kinderen die met dat idee komen, zeggen wij dat het gerealiseerd kan worden. En de studenten middelbaar en hoger onderwijs die dat effectief moeten doen, stellen we gerust door hen te wijzen op de mogelijkheid om met een open geest te werken vanuit de verbeeldingskracht van de kinderen. Want dan wordt opeens heel veel mogelijk. Zelfs al moeten ze er het probleem van de zwaartekracht voor aanpakken.”
“Eén ding doen we echter nooit: terugkeren naar de klant - het kind dus - met de melding dat het niet gelukt is het idee te realiseren. Want jonge kinderen pikken sowieso de redenen niet waarom iets niet zou lukken.”
Denken buiten de vastgeroeste kaders
Het mag intussen duidelijk zijn dat MyMachine ook een dankbare bondgenoot kan zijn in de hevig woedende war for talent. Niet alleen door jongeren aan te trekken die geleerd hebben dat elk idee mogelijk is, maar ook door zelf buiten de vastgeroeste en welomlijnde kaders te denken. “Heel veel bedrijven ondersteunen MyMachine”, beaamt Piet Grymonprez. “Ten eerste omdat ze in contact komen met talenten uit lager, middelbaar en hoger onderwijs die binnen onafzienbare tijd misschien aan duaal leren zullen doen en dus met de werkvloer in contact komen.”
“Ten tweede laten bedrijven er zich door inspireren, omdat wij erin slagen een context te creëren waarin ideeën - hoe gek ook - niet veroordeeld worden, maar integendeel kunnen rijpen en gerealiseerd worden. Die bedrijven willen intramuraal zelf zo’n context creëren.”
Zou dat dan de ultieme boodschap zijn die MyMachine aan jongeren en bedrijven wil bijbrengen? Dat de wereld maakbaar is? “Absoluut”, antwoordt Grymonprez resoluut. “Om nog eens op Harvard terug te komen: zij hebben gezegd dat MyMachine jongeren leert om bij te dragen aan de maatschappij in plaats van er alleen maar consument van te zijn.”
“We zien ook dat kinderen dat beginnen te beseffen: dus zo zit de wereld in elkaar. Ze zien een straatlantaarn en beseffen dat iemand die ooit heeft uitgevonden, en dat iemand anders heeft nagedacht over materiaal, vormkeuze, technische vereisten, enzovoort. En ze realiseren dat hen niets in de weg staat om dat ook te doen.”