Een deel van het team van Main Capital Partners
In tijden van economische onrust is durfkapitaal voor groeibedrijven een schaars goed. Een bewezen winstgevende groeistrategie wordt meer dan ooit hét criterium voor investeerders. Ook zo voor de Nederlandse software-investeerder Main Capital Partners, sinds dit jaar ook actief in ons land met een eigen kantoor. “De oplopende verliezen van de start-upscene de afgelopen jaren zijn niet meer vol te houden.”
Met het neerstrijken van Main Capital Partners, sinds 2003 actief bij onze noorderburen, op de Belgisch markt komt er een nieuw kanaal voor funding bij. Doelpubliek: softwarebedrijven, met de nadruk op SaaS. Senior Investment Manager Sjoerd Aarts, binnen het Benelux-team verantwoordelijk voor de expansie naar België, licht toe waarvoor de strategische investeringsmaatschappij precies staat. “In principe hebben we maar één focusmarkt en dat is software”, schetst hij. “Op zich al een niche, maar binnen die SaaS-markt focussen we extra op healthcare, publieke instellingen en human resources. Naast sectoren als bijvoorbeeld EdTech of security.”
Gezondheidszorg, overheid en HR zijn niet toevallig drie sterke pijlers in Vlaanderen waarrond veel digitale ontwikkeling gebeurt. Wereldvermaarde onderzoekscentra zoals imec - met alle innovatiehubs en spin-offs die eruit voortkomen - trekken ook over de grens de aandacht. “Zeker in Vlaanderen zijn er in healthcare en human resources mooie ecosystemen. Die zijn vaak gekoppeld zijn aan onderzoeks- en onderwijsinstellingen”, weet ook Aarts. “Veel ondernemerschap en innovatie komen daar vandaan. Dat betekent echter niet dat we andere segmenten links laten liggen. We kijken vrij breed naar alles wat met software te maken heeft. Alle ervaring die we hebben opgedaan bij eerdere investeringen, telt daarin mee.”
Zuiderburen op de radar
Afgaande op de Europese groei van Main Capital Partners in de voorbije twee decennia, lijkt die laserfocus op software een succesvolle strategie te zijn geweest. “Onze groeicurve was de jongste tien jaar exponentieel”, knikt Aarts. “Vanaf 2013 was onze focus op software heel uitgesproken. Sindsdien hebben we elke kapitaalronde ongeveer kunnen verdubbelen en beheren we nu 2,2 miljard euro. Daarmee zijn we in Noord-West Europa één van de meest actieve software-investeerders.”
Vanaf 2013 was onze focus op software heel uitgesproken. Sindsdien hebben we elke kapitaalronde ongeveer kunnen verdubbelen en beheren we nu 2,2 miljard euro
België heeft sinds een jaar of tien een behoorlijk bloeiende tech start-upscene. Ten opzichte van Nederland in ieder geval goed voor een flinke inhaalbeweging. “Met ons kantoor in Den Haag focussen we al sinds de start op de Benelux. Maar natuurlijk is het beter om ook fysiek aanwezig te zijn in je markt. Jarenlang was Nederland groot genoeg voor ons. Met onze nieuwe vestiging in Antwerpen, geleid door een eigen lokaal team van medewerkers, gaan we volop focussen op België. Hier zijn veel bedrijven in verschillende segmenten die ons echt interesseren. Voor ons is dit strategisch een belangrijke markt. De opening van een Belgisch kantoor zien we nu al terug in onze activiteiten”, aldus Aarts.
Lokale teams kennen de scene
De Nederlandse private equity-firma neemt vooral innovatieve SaaS-bedrijven in het vizier. “SaaS is inderdaad de kern van waar we naar uitkijken en krijgt de hoogste prioriteit”, beaamt Aarts. “Maar ook alles op het gebied van pakweg data analytics vinden we interessant. Net als ontwikkelingen zoals blockchain, maar we kijken vooral naar oplossingen en producten die al mainstream zijn.”
Macro-economisch zijn het alleszins bijzondere tijden. Durfkapitaal voor groeibedrijven is minder beschikbaar dan een jaar geleden. “De tienduizenden medewerkers die de techbedrijven ontslaan, zijn zeker een teken aan de wand”, beaamt de Senior Investment Manager. “Je ziet tijdens deze economische downturn zeker een shift van interesse voor groeibedrijven die veel cash verbranden naar gevestigde namen die staan voor profitability en value. De alsmaar groter wordende verliezen die met name de start-upscene jarenlang heeft gemaakt, zijn niet aantrekkelijk. Winstgevende groei zal een veel scherper criterium worden de komende jaren.”
De alsmaar groter wordende verliezen die met name de start-upscene jarenlang heeft gemaakt, zijn niet aantrekkelijk. Winstgevende groei zal de komende jaren een veel scherper criterium worden voor durfkapitaalfondsen
Over onversneden durfkapitaal gaat het dus niet. Main Capital Partners laat zich wel voorstaan op een lokale touch door een fysieke aanwezigheid in de markten waarin het opereert. Daarmee maakt het naar eigen zeggen het verschil met andere private equity investeerders. “Angelsaksische venture capitalists streven meestal een andere vorm van samenwerking na”, legt Sjoerd Aarts uit. “Wat wij doen, is fysiek een lokale scene exploreren. Dat deden we al vanuit Düsseldorf voor Duitstalige landen. Duitsers willen zakendoen met Duitsers.”
“Vervolgens deden we hetzelfde in de Nordics, met een kantoor in Stockholm. Beide teams zijn in de loop van de jaren stevig gegroeid en we plannen hetzelfde met België. Die lokale aanwezigheid streven we na om beter te kunnen samenwerken. We willen een relatie opbouwen met managementteams en samen de strategie uitdenken en uitvoeren. We hebben ook een kantoor geopend in Boston, als support team voor Europese bedrijven die willen groeien in de VS. Met ons team daar kunnen wij hen daar veel beter bij helpen.”
Vlaamse start-ups: internationaler
Momenteel is Main Capital Partners volop bezig met het in kaart brengen van de dynamiek en bedrijfscultuur van de Vlaamse tech start-upscene. De verschillen met de Nederlandse bedrijfscultuur zijn groter dan wel eens wordt gedacht. Een recent voorbeeld is het Vlaamse bigdatabedrijf Collibra dat besloot om naar Nederland te verkassen wegens de flexibeler regeling rond aandelenopties voor medewerkers. “Elk bedrijf hier heeft ook een eigen cultuur, dus één lijn valt er moeilijk in te trekken”, zegt Aarts daarover.
Via Main Software 50 probeert de strategische software-investeerder de vinger aan de pols te krijgen. “Dat is ons event waarbij we de 50 meest succesvolle softwarebedrijven in kaart brengen”, legt Aarts uit. “De jongste editie was de eerste waarop Belgische bedrijven waren uitgenodigd. We hadden een recordaantal inschrijvingen van enkele honderden softwarebedrijven. Een kwart daarvan kwam uit België, ook al is de naamsbekendheid van Main 50 bij jullie nog niet zo groot. Met UgenTec uit Hasselt hadden we dit jaar trouwens een Belgische winnaar.”
Omdat ze vaak wat minder lang geleden zijn opgericht, zie je bij jonge Belgische techbedrijven vaak veel innovatie
Aarts heeft de indruk dat Belgische softwarebedrijven in vergelijking met de Nederlandse doorgaans wat kleiner zijn, maar gemiddeld wel harder groeien. “Omdat ze vaak wat minder lang geleden zijn opgericht, zie je bij jonge Belgische techbedrijven vaak ook veel innovatie”, stelt hij. “Ze willen ook sneller internationaliseren dan we in Nederland gewend zijn. Dat verschil vind ik wel opmerkelijk. Een kerktorenmentaliteit zie je dus wat ons betreft niet bij Vlaamse software start-ups. Ik ben benieuwd naar de Franstalige scene, maar we zitten natuurlijk nog maar pas in België. Prospectie in het zuiden van het land staat zeker op de agenda.”