Wie een onderneming van nul af aan uit de grond wil stampen, heeft andere financieringsbehoeften dan een kmo in volle groei of een bedrijf dat voor een herstructurering staat. Zowel bedrijven met een lange kroniek als jonge starters wegen de modaliteiten van hun financiering best zorgvuldig af. Dat vertelt Emmanuel Damman, hoofd bedrijfsleningen bij investeringsmaatschappij PMV. Wij vroegen hem welke financieringsopties bij elke typische levensfase van een onderneming horen.
Bancaire financiering, leasing, factoring, achtergestelde leningen, crowdfunding, microkrediet, mezzaninelening, private equity, venture capital, … Het aantal manieren waarop bedrijven tot een financiering kunnen komen voor hun project, lijkt haast onbeperkt. Waar het schoentje knelt: niet elk bedrijf heeft toegang tot al deze financieringsvormen. Veel hangt af van de levensfase waarin een onderneming zich bevindt, van de doelstellingen en van de grootte van bedragen.
Slim kiezen in functie van een strategie
Soms is de keuzevrijheid sowieso beperkt, geeft Emmanuel Damman aan. “Maar zelfs als de opties talrijk zijn, denk je best grondig na over de modaliteiten van je financiering. Een slimme financiering stemt looptijd en doel optimaal af. Wil je een investering doen met een economische levensduur van zeven jaar, dan ga je die best ook financieren over de hele looptijd. Doe je een investering op korte termijn, dan financier je die beter door middel van kortlopende kredieten.”
Op het moment dat de bank niet meer mee wil, is het dus altijd interessant om nog andere partners aan tafel te hebben
Logisch klinkt dat, maar ondernemers kijken nog al te vaak naar enkel de prijs van een financiering, weet Damman. “Soms kan de goedkoopste financiering – doorgaans de bankfinanciering – de beste optie zijn. Het nadeel van een bankfinanciering: die moet op de afgesproken termijn wel zonder pardon terugbetaald worden. Als een bedrijf daartoe niet in staat is, zijn de gesprekken met de bankier niet altijd even leuk. Op het moment dat de bank niet meer mee wil, is het dus altijd interessant om nog andere partners aan tafel te hebben.”
Een spreiding in het aantal financieringsvormen is altijd een verstandige aanpak. “Dat is vanuit mijn standpunt althans de ideale wereld”, geeft Damman te kennen. De leningexpert raadt ondernemers aan om niet alleen met het oog op de prijs, maar ook in functie van levensfase, strategie, aard en grootte van de investering tot een optimale balans te komen. Welke gewichten er juist op die balans moeten liggen? Een overzicht.
1. Startende ondernemingen
Voor een goed idee alleen staan financiers niet in de rij. Dus moeten startende ondernemingen het in de beginfase vaak met hun eigen spaarcenten doen of met de hulp van de drie f’en: friends, fools en family. “Banken willen een terugbetalingscapaciteit zien”, noteert Damman. “Daarvoor hebben start-ups vaak nog niet voldoende cashflow. In het huidige klimaat zijn er niettemin banken die bereid zijn te financieren. Zij vragen dan bijkomende waarborgen om het risico af te dekken.”
Voor die waarborgen kan een organisatie als PMV een hefboom zijn. Ook andere vormen van ondersteuning zijn mogelijk. “Een typisch product voor starters is bij ons de Winwinlening. Dat is een lening met een fiscale insteek. Beginnende ondernemers kunnen ermee geholpen zijn om de eerste levensfase te overbruggen. Een andere leningvorm is het microkrediet. Het kan gaan om een impulskrediet tot 25.000 euro of een microstartkrediet tot 15.000 euro. We hebben ook de gewone Startlening tot 100.000 euro, waarbij een ondernemer tot viermaal zijn eigen inbreng kan ontlenen. Dankbare kredieten zijn dat voor starters, op een moment dat de bank nog niet in beeld komt.”
2. Innovatieve bedrijven
Innovatieve bedrijven, zo typeert Damman, zijn het eerste idee al even ontgroeid. Deze ondernemingen zijn intussen zover dat ze een idee kunnen omzetten in een proof of concept: een bewijs van levensvatbaarheid. Het ontbreekt dit soort bedrijven echter nog altijd aan cashflow. Dat maakt hen een minder evidente partij voor banken. Mits een goede financieringsmix kunnen innovatieve bedrijven wel al makkelijker aan kredieten geraken. “Een maximale mix is met name een combinatie van bankfinanciering, crowdfunding, inbreng van gespecialiseerde venture capital fondsen en business angels en Cofinanciering vanuit PMV”, duidt Damman.
Hier komen dus andere partijen op de proppen, wiens interesse gewekt is door het project. Business angels bijvoorbeeld. “Dat zijn voornamelijk ondernemers en specialisten die actief zijn geweest binnen een bepaald domein en die op zeker moment beslissen om een deel van hun kapitaal te gaan investeren in startende ondernemers.”
Soms moet er nu eenmaal versterking komen vanuit het eigen vermogen of door tussenkomst van een derde kapitaalverschaffer...
Het gaat hier doorgaans niet om de grote bedragen, legt Damman uit. “We spreken over iets in een schaal van 50.000 euro tot 300.000 euro. Eerder aanvullend dus. Mooi is wel dat business angels naast de middelen die zij ter beschikking stellen ook vaak hun expertise gaan aanbieden aan jonge starters.”
Een interessant alternatief kanaal blijft crowdfunding. “Vroeger haalden vooral prille starters langs deze weg kapitaal op bij een breed publiek”, laat Damman optekenen. “Intussen manifesteert crowdfunding zich bij meer en meer mature bedrijven. Het neemt ook steeds vaker de vorm aan van een lening”. Venture capital fondsen, ten slotte, zijn risicokapitaalverschaffers. Doorgaans zijn het fondsen gespecialiseerd in een bepaald domein als ICT, groene energie of gezondheidszorg. “Deze fondsen halen middelen op bij investeerders en investeren die dan op hun beurt over verschillende door hen geselecteerde bedrijven.”
3. Groeibedrijven
Groeibedrijven zitten al in een commercialisatiefase. Zij beginnen eigen omzet en cashflow te genereren. Aangezien deze bedrijven sterk groeien, moeten ze ook gaan investeren. Dat doen ze in machines of gebouwen, maar ook in werkkapitaal. “Bij deze categorie van ondernemingen kom je terecht in de typisch bancaire financieringsvormen. Zeker bij investeringen in materiële vaste activa wordt vaak gekozen voor leasing. Wat de financiering van werkkapitaal betreft, bestaat er dan weer zoiets als factoring, de uitbesteding van je debiteurenportefeuille aan een extern bedrijf.”
“In de regel heb je twee soorten van financiering”, detailleert Damman. “Investeringen op lange termijn worden vaak gefinancierd met investeringskredieten of leasing. Kortetermijninvesteringen gebeuren dan weer dikwijls via kaskredieten, vaste voorschotten of factoring.” Ook hier benadrukt de expert het belang van een goede financieringsmix. “Soms moet er versterking komen vanuit het eigen vermogen of door tussenkomst van een derde kapitaalverschaffer. Dan komen we uit bij mezzaninefinanciering, ofwel achtergestelde leningen, die we trouwens ook bij PMV verschaffen. Banken kwalificeren dit soort leningen als eigen quasi vermogen.”
4. Mature bedrijven
Volgroeide bedrijven gaan stilaan kijken naar meer complexe financieringsinstrumenten. “Zij kunnen bijvoorbeeld een beroep doen op de kapitaalmarkten”, haalt Damman aan. “Deze bedrijven gaan ook wel vaker een beursintroductie lanceren. Daarbij verhandelen ze een stuk van hun aandelen via de beurs onder een breed publiek.” Dat geeft een voordeel op langere termijn: wanneer het bedrijf investeringsplannen heeft, kan het opnieuw een beroep doen op dat breed publiek om kapitaal op te halen. Eenzelfde mechanisme is verbonden aan het uitgeven van obligaties.
“In deze fase komen bedrijven ertoe om hun balans te optimaliseren”, concludeert Damman. “Ze analyseren hun financieringsstructuur en bekijken daarbij of er een optimale verdeling is tussen kapitaal en financiële schulden. Ook beoordelen ze opnieuw de looptijd van hun schulden. Verlenging van de looptijd kan een deel van de middelen weer vrijmaken voor investering.”
5. Bedrijven in overname
Ooit komen mature bedrijven terecht in een successie- of opvolgingsproblematiek, of in een situatie waarbij een ondernemer zijn aandelen (deels) ten gelde wil maken. “Zo’n overname kan verschillende vormen aannemen”, aldus Damman. “Het kan een familiale overdracht zijn, maar ook een management buy out of buy in: een overdracht van middelen naar een zittend of nieuw management, al dan niet met de hulp van een derde investeerder.”
Voor welke vorm van financiering je ook kiest, we kunnen niet genoeg het belang van een goed mix benadrukken
Het is mogelijk dat een ondernemer, na een beroep te hebben gedaan op de traditionele kanalen, toch nog financiering tekort komt voor een overname. “Dat wordt dan vooral aangevuld via mezzaninefinanciering. Een typische verdeling zou kunnen zijn: 30% eigen middelen vanuit het management of een risicokapitaalverschaffer, 60% financiering door de bank en 10% via mezzanine of een vendor loan.” In die laatste constructie verschaft de verkopende partij een lening aan de koper, bij wijze van herinvestering.
6. Bedrijven in herstructurering
Gaat het helaas slecht met een bedrijf, dan komt er een moment waarop bijkomende financiering nodig is, of op zijn minst een herschikking van de bestaande financiering. “Bedrijven in die situatie komen dikwijls terecht bij meer gespecialiseerde risicokapitaalverschaffers. Die stellen middelen ter beschikking, bijvoorbeeld onder de vorm van achtergestelde leningen.” Zulke middelen kaderen wel altijd in een herstructureringsscenario, voegt Damman toe. “Het bedrijf krijgt bepaalde voorwaarden opgelegd rond het afstoten van verlieslatende activiteiten of het sluiten van een fabriek. Daar zijn ook weer kosten mee gemoeid.”
Vaak start er dan opnieuw een onderhandeling met de banken. “Een herstructurering van bestaande schulden is dan een optie. Daarbij kunnen banken dan de restlooptijd verlengen. Dat maakt dat de aflossingen zakken en het bedrijf terug de nodige ademruimte krijgt om zijn turnaround te realiseren”, maakt Damman het verhaal rond.
Zelf ook op zoek naar financiering of kan je wel wat tips gebruiken over hoe je de juiste middelen kan inzetten? Neem dan zeker eens een kijkje bij PMV en wie weet kan je vandaag al kosten besparen!