Ruben Pelckmans en Vitalie Schiopu, co-founders van ClimateCamp (©Emilie Bonjé)
ClimateCamp, het SaaS-platform waarmee duurzaamheidsmanagers de CO2-uitstoot van hun leveranciers nauwgezet kunnen berekenen, heeft sinds de oprichting de handen meer dan vol met evangeliseren, sensibiliseren en mobiliseren. Maar de resultaten zijn ernaar: het platform groeit, de founders laten hun stem horen op grote duurzaamheidsevents en er is de sprong van de brouwerijsector – die de aanvankelijke focus van ClimateCamp – naar het bredere domein van food & beverages. Heel wat om over te vertellen dus. “Maar liefst 85 procent van de CO2-emissies van organisaties is toe te schrijven aan hun value chain, dus samenwerken is een must.”
Dé missie van ClimateCamp is de CO2-uitstoot drastisch naar beneden krijgen. Maar bedrijven kunnen de nodige inspanningen pas doen als ze niet alleen weten wat ze zelf uitstoten, maar ook wat de voetafdruk van hun leveranciers is – de zogenaamde scope 3-uitstoot. Die kan via het open softwareplatform van ClimateCamp in kaart worden gebracht.
Dé missie van ClimateCamp is de CO2-uitstoot drastisch naar beneden krijgen
“Onze ambitie is om het meest collaboratieve duurzaamheidsplatform te worden”, aldus co-founder Vitalie Schiopu, “en om zoveel mogelijk organisaties uit verschillende industrieën met elkaar te connecteren. Daarbij willen we die organisaties aanzetten om hun data en emissiedoelen maximaal met elkaar te delen, om zo samen tot een aanzienlijke reductie te komen.”
“Die connectie is broodnodig”, vult co-founder Ruben Pelckmans aan. “Amper 15 procent van de emissies wordt namelijk door organisaties zelf beheerd, de overige 85 procent is toe te schrijven aan hun value chain. Maar daar hebben bedrijven doorgaans geen zicht op: vandaar onze nadruk op het belang van samenwerking.”
Heel organisch uitgewaaierd
ClimateCamp richtte vanaf de start zijn vizier op de food & beverage-markt, maar omdat die scope te breed was, begon men – onder de campagnevlag Duurzaambrouwen – met de vertical van de brouwerijsector. Een heel bewuste en ook logische keuze, want brouwerijen zijn heel energie-intensief én hun ecologische voetafdruk is helder: voor de productie van één liter bier wordt gemiddeld drie kilogram CO2 uitgestoten. Bovendien leek het de founders een passende focus in het bierland dat België nog steeds is.
“Intussen zijn we op een heel organische manier uitgewaaierd”, vertelt Vitalie Schiopu daarover. “Doordat steeds meer spelers zich aansluiten op ons platform, die vervolgens hun leveranciers kunnen uitnodigen, en zij op hun beurt weer hun suppliers, ontstaat een soort cascade- of watervaleffect dat ons vrij snel tot buiten de brouwerijwereld bracht.”
“Ik denk dat we momenteel meer klanten buiten die sector hebben, maar die wel in de value chain van brouwerijen zitten. Dan hebben we het over verpakkingsbedrijven, labelmakers, enzovoort. Op die manier ontstaat een hecht netwerk of zelfs ecosysteem, waarin iedereen de vrijheid heeft niet alleen zijn eigen voetafdruk te berekenen, maar ook om zijn data, data sources en/of emissiedoelen te delen – met één andere partner, dan wel met iedereen op ons open platform. We zien dit ook steeds meer gebeuren, dus the impact is getting real.”
Heel positief onthaald
Intussen delen de founders hun inzichten ook op verschillende Europese duurzaamheidsevents. Staan binnenkort nog op de agenda: het Belgian Brewers Connect Event, het Brewers Forum in Praag en de Global Scope 3 Summit in Amsterdam. Wanneer we dit gesprek hebben, komen ze net van het Net Zero Food & Beverage Forum in Berlijn.
Wat ze daar zoal hebben verteld en opgestoken, willen we dan uiteraard weten.“In Berlijn kwamen verschillende duurzaamheidsmanagers en vertegenwoordigers van kleine en grote F&B-bedrijven samen, om er hun inspanningen toe te lichten”, aldus Ruben Pelckmans.
“We stelden er ten eerste vast dat de meer mature organisaties al heel wat doen om de emissies van hun interne processen en operaties te optimaliseren – verwarming, energie, transport, afval, noem maar op – en ten tweede dat het voor die organisaties vaak een echte eyeopener is dat het overgrote deel van hun emissies terug te brengen is tot hun value chain.”
“Bij sommige klimt die zogenaamde scope 3-emissie zelfs tot 95 procent. Aangezien de aanpak van die scope 3-emissies heel complex is, werd ons platform als solution provider heel positief onthaald in Berlijn. Als organisaties zien dat zoiets bestaat, zijn ze heel snel bereid om zich te engageren.”
Non-stop actie
“Of we op zo’n event voelen dat de sense of emergeny groter wordt? Absoluut, vooral omdat er steeds meer Europese en nationale regelgeving op organisaties afkomt, die hen dwingt om duurzame maatregelen te nemen. Bovendien worden de criteria alleen maar strenger, dus wie nu geen actie onderneemt, ondergraaft zijn eigen organisatie. Bedrijven zijn dus verplicht om zich snel in de duurzame materie in te werken, zodat ze weten wat er moet gebeuren, welke tools en platformen er beschikbaar zijn.”
“Een tweede driver van die sense of emergeny speelt zich niet af op het regelgevende, maar operationele niveau: organisaties zien steeds meer in welke interne processen en externe samenwerkingen voor emissies verantwoordelijk zijn, en zijn steeds vaker bereid om die aan te pakken en zo hun emissies te verminderen – zeker omdat ook de markt en consumenten steeds meer transparantie en duurzaamheid eisen. Dat triggert non-stop actie binnen bedrijven.”
Enerzijds zien we dus dat bedrijven versneld inspanningen doen omdat ze van rechtswege moeten, maar anderzijds stellen we ook vast dat ze het willen
“Enerzijds zien we dus dat bedrijven versneld inspanningen doen omdat ze van rechtswege moeten, maar anderzijds stellen we ook vast dat ze het willen”, vult Vitalie Schiopu aan. “Niemand ontkent vandaag nog de klimaatproblematiek, en niemand wil daar met zijn producten en processen toe bijdragen. Klimaatverandering komt er onmiskenbaar aan en we moeten gewoon actie ondernemen. En dat via samenwerking tussen alle spelers binnen de waardeketen.”
“Op die manier speelt ook peer pressure mee als accelerator: als organisaties zien hoe hun suppliers en consumenten inzetten op duurzaamheid, dan kunnen ze dat maar beter ook doen, anders raakt het hen misschien rechtstreeks in hun business. Of, positiever verwoord: het kan een business priority en dus zelfs competitief voordeel worden. In die zin moeten organisaties dus ook hun value chain in dit verhaal betrekken.”
Rock the world
Mede omwille van die urgentie wil ClimateCamp nog meer impact genereren of, in hun eigen woorden, rock the world. Om dan te kunnen doen (door te groeien), zet de start-up daarom een nieuwe investeringsronde op in 2023, nadat ze in een pre-seed ronde vorig jaar al 700.000 euro kapitaal had opgehaald.
“We zien zoals gezegd op ons platform een netwerkeffect en stijgende vraag ontstaan”, zegt Ruben Pelckmans daarover. “Maar als we echt zoveel mogelijk klanten en leveranciers binnen de Europese food & beverage-sector op ons platform willen, dan moeten we groeien.”
“Momenteel zijn we in gesprek met bestaande en mogelijk nieuwe investeerders, met de ambitie om een seed ronde op te halen – dat hebben we nodig voor onze volgende groeispurt. Want de enige weg is vooruit, er is geen andere optie. We hebben heel veel werk op de plank liggen en de uitdagingen zijn enorm, maar we zijn optimistisch. We will keep on shaking the world”, lacht Pelckmans.