Caroline Van Cauwelaert (©Tim Cornille)
Impact. Daar was het Caroline Van Cauwelaert om te doen toen ze als CEO mee aan boord stapte bij de Belgisch/Zuid-Afrikaanse start-up Epcon. Die gebruikt artificiële intelligentie om gezondheidsrisico’s in kaart te brengen. De technologie helpt overheden, ngo’s en farmabedrijven om in Afrika en Azië niet alleen epidemieën te bestrijden, maar ook om blinde vlekken in de lokale gezondheidssystemen op te vullen. De lange salestrajecten en de Babylonische spraakverwarring af en toe neemt Van Cauwelaert er graag bij. “Als ik morgen doodval, wil ik toch graag een steentje verlegd hebben. We bouwen complexe technologie maar die heeft een heel zichtbare impact op het terrein.”
Eigen healthtech start-up
Caroline Van Cauwelaert maakte zo’n anderhalf jaar geleden een opmerkelijke carrièremove. “Na mijn studies (eerst Productontwikkeling, daarna ook nog Economie; nvdr) heb ik verschillende jobs gehad in productdesign en innovatie. Bij het Antwerpse digitaal innovatiebureau Bagaar groeide ik door naar general manager. Ik zat daar heel goed, maar in 2020 is mijn vader overleden. Dat is zo’n moment waarop je stilstaat bij wat je nog wil doen in je leven. Mijn vader was hartchirurg. Bij Bagaar ging ik vaak op zoek naar klanten in healthtech. Zonder dat ik er zelf echt bij stilstond, werd ik blijkbaar toch altijd al naar die wereld toegezogen.”
Het resultaat was dat Van Cauwelaert een eigen healthtech start-up uit de grond stampte. “Maar al na zes maanden moest ik toegeven dat ons idee niet het juiste was”, vertelt ze daarover. “Ik ben dan beginnen nadenken: moest ik absoluut zélf een start-up lanceren? Ik had ervaring en een beetje geld om te investeren, misschien waren er wel start-ups die op zoek waren naar een profiel als dat van mij? Imec heeft me dan een lijst van bedrijven bezorgd die op zoek waren naar vers kapitaal én naar versterking voor hun team.”
Epcon sprong er voor haar meteen uit, een start-up die AI inzet om gezondheidsrisico’s in kaart te brengen op populatieniveau. “Hun missie sprak me geweldig aan. Dus heb ik mijn stoute schoenen aangetrokken en de twee founders een mailtje gestuurd. Vincent, een Belg, heeft een technisch profiel en is gepassioneerd door de technologische kant van het verhaal. Thys is een Zuid-Afrikaanse arts die zijn medische expertise in het bedrijf bracht. Beide oprichters voelden dat er nog nood was aan een businessprofiel.”
Drie keer meer tbc-diagnoses
Gezondheidsrisico’s op populatieniveau in kaart brengen, wat moeten we ons daarbij voorstellen. “Wat we doen in Pakistan maakt dat meteen helder”, antwoordt Van Cauwelaert. “Met financiële middelen van de Bill & Melinda Gates Foundation hebben we daar een project opgezet om turberculose te bestrijden. Bij ons is die longziekte onder controle, maar in veel ontwikkelingslanden is tbc nog steeds een groot probleem. Om een idee te geven: de ziekte eist wereldwijd nog elk jaar 1,6 miljoen doden.”
“Het grote probleem bij het indijken van tbc is: hoe vind je die patiënten? De screening gebeurt meestal behoorlijk old school”, vertelt Van Cauwelaert. “Gezondheidswerkers hebben niet veel andere mogelijkheden dan van deur tot deur te gaan en na te vragen of de bewoners symptomen van de ziekte hebben. Nee? Ok, next. Ja? Dan testen ze de mensen en kunnen ze een diagnose stellen. Wij kunnen in beeld brengen in welke buurten het risico op tbc het grootst is. De gezondheidswerkers moeten dan niet meer lukraak de hele stad afdweilen, maar gericht naar de buurten met het grootste risico trekken.”
Iedereen heeft sinds COVID-19 de mond vol van pandemic preparedness. Wel, dat is wat wij met Epcon doen
Bij een gelijkaardig project in Zuid-Afrika wist de start-up het aantal tbc-diagnoses in die wijken zo te verdrievoudigen, aldus Van Cauwelaert. “Dat zijn drie keer meer mensen die wéten dat ze de ziekte hebben, die een behandeling krijgen en die tbc dus niét doorgeven aan anderen. Zo helpt ons AI-model om de verspreiding van besmettelijke ziektes tegen te gaan. Het laat toe om uitbraken sneller te detecteren en sneller in te grijpen. Iedereen heeft sinds COVID-19 de mond vol van pandemic preparedness. Wel, dat is wat wij met Epcon doen.”
Creatief met data
Testen, een diagnose stellen, een behandeling starten: dat is allemaal erg tastbaar. Maar onder de motorkap draaien complexe AI-algoritmes om die gezondheidsrisico’s zo gedetailleerd mogelijk in kaart te brengen, legt de CEO van Epcon uit. “We leggen veel verschillende databronnen bijeen. De notificaties van de gevallen, of de diagnoses van een bepaalde ziekte of aandoening, zijn natuurlijk de belangrijkste databron. Daar voegen we allerlei socio-demografische data aan toe: vaccinatiegraad, geletterdheid, tewerkstellingsgraad, bevolkingsdichtheid. De kwaliteit van het wegennet of de afstand tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis zijn natuurlijk ook relevant”, benadrukt Van Cauwelaert. “Je moet daarnaast creatief denken. Of straten en wijken ’s nachts verlicht zijn, is in veel landen een belangrijke indicator voor de armoede in die straten en wijken. Zo wordt dat eveneens een waardevolle parameter.”
De AI zoekt dan naar relaties tussen al die data, klinkt het. “Dat twee buurten evenveel gevallen van een besmettelijke ziekte tellen, wil niet zeggen dat het risico op verspreiding in die twee buurten even groot zal zijn. Overheden of ngo’s weten dan waar ze extra waakzaam moeten zijn of waar ze prioritair moeten ingrijpen.”
Impact versnellen en versterken
Nog geen seconde heeft ze spijt gehad van haar carrièreswitch. “Ons werk heeft een heel concrete, zichtbare impact”, verduidelijkt Van Cauwelaert. “En impact was mijn beweegreden nummer één om te gaan ondernemen en mee aan boord te stappen bij Epcon. Dat geeft drive en engagement. Stel dat ik morgen doodval, dan wil ik toch graag een steentje verlegd hebben. Ik had bij Bagaar gezien hoe technologie die impact enorm kan versnellen en vergroten.”
Ze is er rotsvast van overtuigd dat AI voor een revolutie kan zorgen in de medische wereld. “Wij gebruiken AI om gezondheidsrisico’s op te sporen en in kaart te brengen, maar ook in een volgende fase - de diagnose - kan artificiële intelligentie vandaag al een enorm verschil maken”, zegt Van Cauwelaert. “Als er geen longarts beschikbaar is, kan AI op basis van een scan heel accuraat uitmaken of iemand al dan niet tuberculose heeft. En dan heb ik het nog niet eens gehad over hoe de technologie ook het klinisch onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe medicijnen drastisch kan versnellen.”
Sceptische artsen
Al denkt Van Cauwelaert wel dat we nog een generatie nodig hebben voor artificiële intelligentie helemaal zal doorbreken in de medische wereld. “Ik heb dat bij mijn eigen vader gezien, hij stond nogal sceptisch tegenover technologie. Ergens is dat logisch. Artsen worden opgeleid om diagnoses te stellen en te vertrouwen op hun eigen oordeel. Het is een goede zaak dat ze vertrouwen hebben in hun eigen expertise en technologie wantrouwen die claimt een deel van die expertise te kunnen vervangen.”
Het doel moet scherp blijven, we mogen onze bestaansreden nooit uit het oog verliezen
In ontwikkelingslanden blijken gezondheidswerkers technologie sneller te omarmen, stelt Van Cauwelaert vast. “Ze hebben daar niet de luxe om AI te wantrouwen. De uitdagingen en de risico’s zijn er zoveel groter dat ook de impact van technologie groter is. ‘Helpt het ons vooruit? Ok, dan gebruiken we het.’ Daarom laten we in onze salestrajecten de klanten en de cases voor zich spreken.”
Want daar gaat het om: niet om de belofte van baanbrekende technologie, maar om concrete resultaten, benadrukt Van Cauwelaert. “Maakt de technologie het verschil op het terrein? Helpt ze om de enorme noden aan te pakken? Dat is ook mijn rol als CEO. Ik heb geen medische achtergrond, ik hoor het in vergaderingen wel eens in Keulen donderen als het over exotische ziektebeelden gaat. Maar terwijl anderen zich wel eens in details durven verliezen, hou ik altijd de focus op de toegevoegde waarde die we met onze technologie realiseren. Het doel moet scherp blijven, we mogen onze bestaansreden nooit uit het oog verliezen.”
Geduld op de proef gesteld
Omdat de noden en de impact er beduidend groter zijn, is Epcon vooral actief in ontwikkelingslanden. De lange, complexe salestrajecten stellen het geduld van Van Cauwelaert af en toe serieus op de proef. “Geduld is sowieso niet mijn sterkste eigenschap, dus ik moet soms zwaar op mijn tanden bijten. Maar dat hoort er nu eenmaal bij als je vaak samenwerkt met ngo’s, overheden en internationale organisaties als de Gates Foundation of USAID.”
Geduld is sowieso niet mijn sterkste eigenschap, dus moet ik soms zwaar op mijn tanden bijten
“We werken ook samen met farmabedrijven, zo hebben we bijvoorbeeld een project lopen met Johnson & Johnson Foundation om te voorspellen waar uitbraken van lepra zullen plaatsvinden. Maar ook in de farmasector gaat alles door de strenge regulering vaak erg traag. Bovendien moeten we regelmatig bruggen bouwen, om in consortia met andere partners een project aan te pakken.”
“Wij zijn actief in Nigeria, in Zuid-Afrika, in India, in Pakistan, in de Centraal Afrikaanse Republiek,… Het is niet altijd eenvoudig om in die salestrajecten te achterhalen wie nu de beslissingen neemt en wie je dus moet aanspreken”, aldus Van Cauwelaert. “Heb je die mensen gevonden, dan ben je er natuurlijk nog niet. Communicatie wordt sterk gekleurd door context en cultuur. Betekent een ‘misschien’ eigenlijk een beleefde ‘nee’? Wil een ‘ja’ zeggen: ‘we hebben een deal!’ of ‘we overwegen het’? Dat kan je niet altijd lezen. Ze zeggen wel eens dat Belgen niet altijd even duidelijk of rechtuit zijn, maar ik heb de voorbije jaren ontdekt dat het nog veel ingewikkelder kan (lacht).”
Blinde vlekken
Welke ondernemersdromen koestert ze nog? “Binnen vijf jaar willen we in twintig landen actief zijn en daar de belangrijkste en meest dodelijke ziektes helpen bestrijden, van tbc tot HIV. We dromen ervan om uit te groeien tot hét platform om de evolutie van ziektes te volgen en te voorspellen.”
“Maar we helpen niet alleen branden blussen”, benadrukt Van Cauwelaert. “We kunnen ook structureel de gezondheidszorg helpen versterken. Onze AI-technologie geeft overheden of ngo’s de data en de inzichten die ze nodig hebben om blinde vlekken te identificeren. Ze kunnen gerichter de nodige gezondheidsinfrastructuur uitbouwen en de juiste acties opzetten. Dat kan gaan van een hospitaal tot een grootscheepse testcampagne op het marktplein van een wijk waar we een verhoogd risico detecteren.”
“Anders gezegd: we willen onze technologie inzetten waar ze de grootste impact kan hebben. We zouden perfect een model kunnen uitwerken om hier in België een griepepidemie in kaart te brengen. Maar wat doe je dan met die data? Ons gezondheidssysteem is al heel sterk uitgebouwd, we kunnen zo’n epidemie perfect de baas.”
Dat wil echter niet zeggen dat de westerse wereld geen blinde vlekken heeft, geeft Van Cauwelaert aan. “In een land als de Verenigde Staten zijn de gezondheidsnoden enorm. In veel staten moeten miljoenen mensen uren rijden naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Als je dan elke week aan de nierdialyse moet, is dat een ramp. Daar zouden wij perfect overheden kunnen helpen om die noden te identificeren en in te vullen. Zo zie je maar, opportuniteiten genoeg voor de komende jaren”, besluit Van Cauwelaert.