Modieuze badmode gemaakt van plasticafval uit de oceanen: het circulaire verhaal van sustainable swimwear label Kaly Ora lijkt zichzelf te schrijven. Flore Carlier, een 28-jarige onderneemster met Frans-Waalse roots, kwam op het idee tijdens haar langdurig verblijf in Thailand waar plastic pas écht een probleem is. “Ik denk dat daar een rol voor kleine ondernemingen is weggelegd: lokaal maar massaal het bewustzijn van de mensen aanwakkeren.”
Vervuilende industrie
Drie jaar geleden verhuisde Carlier naar Thailand om er als marketeer voor een fashion start-up te gaan werken. Al snel viel haar op hoe overvloedig plastic aanwezig was in het Aziatische land. “Bestel je in Bangkok een meeneemdrankje, dan krijg je dat in een plastic beker met een plastic rietje en in een plastic zak. In Europa is er ook nog werk aan de winkel, maar ginds moet de transitie en mentaliteitswijziging richting meer duurzame levensstijl écht nog beginnen.”
“Die vaststelling, plus het besef dat ook de fashionindustrie enorm vervuilend is en bovendien mensen in ondermaatse omstandigheden tewerkstelt, deed me na goed anderhalf jaar inzien dat ik iets moest doen. Het definitieve kantelpunt was de ontdekking dat er heel degelijk zwemtextiel kon gemaakt worden uit plastic afval en afgedankte visnetten. Ik vond dat mindblowing: afval verzameld uit de zee en daar iets nieuws mee maken om diezelfde zee te zwemmen!”
Go big or go home
Toch was dat nog niet de definitieve start van Kaly Ora. “Ik had immers mijn job en bovendien miste ik het zelfvertrouwen om te geloven dat ik als ondernemer aan de slag kon”, vertelt Carlier. “Ik besloot mijn tijd te nemen om de badstof te leren kennen, kennis te maken met verschillende fabrikanten om te kijken met wie het klikte en zelf badmode te ontwerpen – niet gehinderd door ook maar enige modeachtergrond (lacht).”
Er is geen tussenweg, ik moet en wil groeien: als je ambitie niet tot de maan reikt, zal je daar ook nooit landen
Uiteindelijk kwam ze in februari 2020 tot een eerste prototype. “Ik was er zo tevreden over dat ik besloot financieel te investeren in mijn project en all-in te gaan met Kaly Ora. En toen werd het maart en kwam COVID-19. Bangkok ging in lockdown, ik keerde veiligheidshalve terug naar Europa en stelde mij steeds meer de vraag of het gek was als ik hier mee door zou gaan. Ik had er echter al te veel werk in gestoken om op te geven, dus beet ik door. In juni 2020 lanceerde ik in Europa mijn eerste lijn, die heel goed werd ontvangen: in ruim twee maanden was alles uitverkocht.”
“Dat gaf me het zelfvertrouwen mij in te schrijven voor het acceleratorprogramma van Start it @KBC. Niet alleen omwille van de coaching, maar ook voor het enorme netwerk waar ik toegang toe zou krijgen. Het feit dat ik tot hun programma werd toegelaten, was voor mij de definitieve bevestiging dat ik me vanaf 2021 fulltime op Kaly Ora moest storten.”
“Mijn motto voor dit jaar is dan ook meer dan ooit: go big or go home. Er is geen tussenweg, ik moet en wil groeien: als je ambitie niet tot de maan reikt, zal je daar ook nooit landen. Zo lanceer ik in september normaliter ook een eerste lingerielijn, omdat badmode – zeker in Europa en in tegenstelling tot Azië – te seizoensgebonden is. Zo zie je maar: de plannen zijn er!”
Leveringen met de fiets
Het idee voor Kaly Ora ontstond zoals gezegd in Thailand, maar de naam zelf is Grieks. “Ik zocht een naam die zomer uitstraalt én refereerde naar mijn strandvakanties als kind. Toen gingen we elke zomer naar het Griekse eiland Kalymnos. Maar daarnaast is er ook de uitdrukking i ora i kali, en die betekent ‘good times ahead’.”
Op termijn wil ik graag afgedragen stukken terug verzamelen en opnieuw tot badmode verwerken. Pas dan zal ik écht kunnen spreken van 100% circulair ondernemen
“Niet alleen over de naam, ook over productie, verpakking en transport heb ik grondig nagedacht. Want waarom zou ik duurzame badmode maken als het volledige plaatje niet klopt? Dat is soms wel frustrerend als je niet meteen een oplossing vindt die 100% aan je verwachtingen voldoet. Zo zou ik graag een fabrikant in Europa vinden, maar dat is me voorlopig niet gelukt zodat ik nu werk met een klein familiebedrijf in Bali. Maar dan nog kan je inspanningen leveren: zo werk ik samen met een organisatie die mijn CO2-uitstoot uit transport compenseert door waterputten te graven en bomen te planten in Afrika”, aldus Carlier.
“In België zullen alle bestellingen in Brussel trouwens met de fiets worden geleverd. Pretty cool hé (lacht). Op termijn wil ik graag afgedragen stukken terug verzamelen en opnieuw tot badmode verwerken. Pas dan zal ik écht kunnen spreken van 100 procent circulair ondernemen.”
Goedkoop bestaat niet
“Let wel, ik wil niet dat mensen mijn producten kopen omdat ze uit gerecycled materiaal bestaan. Dat zal mensen ook niet doen kopen, en ik leg er op mijn Instagram dan ook niet de nadruk op. De badmode moet er goed uitzien en goed aanvoelen – dat de producten niet bijdragen aan milieuvervuiling zou eigenlijk zelfs de basisnorm moeten zijn”, vindt Carlier.
“Akkoord, mijn producten zijn duurder omdat ze duurzaam zijn: klassieke zwemkleding is gemaakt van polyester, dat uit olie is vervaardigd. Een vrij goedkoop proces – zeker in vergelijking met de arbeidsintensieve inspanningen die wij doen in termen van wereldwijd afval verzamelen en visnetten van de zeebodem vissen, het materiaal reinigen en shredden … – maar niet echt duurzaam.”
Goedkoop in mode betekent bijna altijd dat iemand anders voor de kosten opdraait, ik denk dat consumenten dat meer en meer beginnen beseffen
“Kijk, als een zwempak slechts 20 euro kost, dan weet je dat jij als consument eigenlijk de prijs niet betaalt maar iemand die onderbetaald is geweest voor het werk, of anders de planeet zelf. Goedkoop in mode betekent bijna altijd dat iemand anders voor de kosten opdraait. Ik denk dat consumenten dat meer en meer beginnen beseffen. Dat gezegd zijnde, hoop ik op termijn mijn badmode scherper in de markt te kunnen zetten door te schalen en geografisch uit te breiden. Ik zou uiteraard goedkoper kunnen produceren, maar dan zou het me nooit de voldoening geven die ik nu ervaar. Omdat ik heel goed besef dat Kaly Ora niet zomaar de zoveelste brand is.”
De toekomst voor onze planeet oogt echter weinig rooskleurig: tegen 2050 zou er meer plastic dan vis in de oceaan te vinden zijn. Maken die doemberichten de jonge onderneemster niet moedeloos? “Soms wel. Ik besef ook dat wat ik doe maar een druppel op een hete plaat is, en dat het vooral van overheden en grote bedrijven zal moeten komen.”
“Ik zal de wereld op mijn eentje niet veranderen, maar misschien wél de mindset van mijn klanten die het op hun beurt kunnen doorgeven aan hun vrienden. Ik denk dat daar een rol voor kleine ondernemingen is weggelegd: lokaal maar massaal het bewustzijn van de mensen aanwakkeren. Laten ons zeggen dat we op dat vlak nog wel wat werk voor de boeg hebben.”