Resortecs-oprichters Cédric Vanhoeck en Vanessa Counaert
Hij beschouwt zichzelf allesbehalve als de typische techondernemer. En hoewel hij strikt genomen actief is in de brede modesector, heeft zijn start-up toch een bijzonder hoog ingenieursgehalte. Met Resortecs pioniert Cédric Vanhoeck (30) met slimme naaigarens en slimme knopen, en dat leverde het Brusselse bedrijf op enkele jaren tijd al flink wat internationale erkenning op. De start-up bestond amper een goed jaar toen het in 2018 werd bekroond met de H&M Global Change Award. “Dat was voor ons meteen de eerste echte bevestiging vanuit de industrie dat we effectief op een technologie zaten die de sector voorgoed zou kunnen veranderen”, zegt de founder. Maar die medaille heeft ook een keerzijde. “Het ondernemerschap heeft me toch wel een paar jaar van mijn leven gekost.”
Dat Vanhoeck als ondernemer een ietwat apart parcours aflegde, is nog een understatement. Nadat hij aan de Technische Universiteit Delft industrieel design had gestudeerd, trok hij eerst nog naar de Antwerpse Modeacademie. “In Delft ben ik echt een zware nerd geworden. Ik kocht en verslond er gigantisch veel boeken en heb me er volledig verdiept in zowel productontwerp als materiaalkennis. Op de TU Delft werd er toen ook al flink wat aandacht besteed aan circulaire productiemodellen. Die zeer uitgebreide technische bagage – de eerste twee jaren daar zijn echte ingenieursjaren - komt me nu uiteraard bijzonder goed van pas.”
Gat in de markt
Via een Erasmusbeurs in Parijs kwam Vanhoeck ook met de luxesector en met de modewereld in contact, waarna hij nog een jaar naar de Antwerpse Modeacademie trok. Daar rijpte stilaan het idee om een eigen bedrijf op te starten waarin hij, vanuit zijn uitgebreide materiaal- en ontwerpkennis, zijn kennis van de circulaire economie op de modebranche zou kunnen toepassen.
Toen ik studeerde heb ik nooit van het ondernemerschap gedroomd. Pas door met modeontwerpers in contact te komen, zag ik een gat in de markt
“Toen ik studeerde heb ik nooit van het ondernemerschap gedroomd. Pas door met modeontwerpers in contact te komen, zag ik een gat in de markt”, klinkt het. “Mensen onderschatten dit doorgaans, maar tachtig procent van de ecologische impact van een product wordt eigenlijk al door de ontwerper bepaald. Nu beschikken mode-ontwerpers doorgaans niet over de noodzakelijke technische bagage om in de ontwerpfase van kledij ook effectief rekening te houden met die ecologische impact, terwijl ikzelf in Delft wél die bagage had meegekregen. Vanuit dat inzicht heb ik in 2017 Resortecs opgericht.”
Zoeken naar het juiste evenwicht
Samen met een klein team van ingenieurs en materiaalspecialisten zette Vanhoeck de voorbije jaren in op de ontwikkeling van hoogtechnologische naaigaren en knopen. Met dank aan de zogenaamde active disassembly-tecnologie, waardoor je kledij waarin die garen en knopen verwerkt zitten opnieuw uit elkaar kan halen en ‘demonteren’. Nadat ze in een specifiek daartoe ontworpen oven op een welbepaalde temperatuur worden opgewarmd, lossen de draden op. Hierdoor kunnen de verschillende onderdelen en soorten textiel in één kledingstuk heel gemakkelijk gescheiden en gesorteerd worden, van de stof tot de knopen en de ritsen.”
“De garens lossen dus op bij hoge temperaturen, maar het was lang zoeken naar het juiste evenwicht”, geeft Vanhoeck aan. “Het kan immers niet de bedoeling zijn dat een jeans of een hemd uit elkaar vallen op het moment dat je ze onder het strijkijzer legt.”
De mosterd voor zijn ondernemersidee haalde Cédric Vanhoeck in Delft en bij het MIT, waar het departement design for (dis)assembly al jarenlang volop inzet op zeer innovatieve en hoogtechnologische duurzame productietechnieken. “Het basisprincipe hierbij is dat je een product ontwikkelt dat achteraf ook opnieuw volledig gedemonteerd kan worden”, zegt hij. “Allerlei slimme materialen spelen daarin een sleutelrol, en met Resortecs zagen we wel brood in de ontwikkeling van een slim naaigaren. Daarop ben ik naar VLAIO gestapt om subsidies aan te vragen voor een haalbaarheidsstudie.”
Meest duurzame jeans ooit
Het eerste tastbare resultaat van de Resortecs-technologie ligt sinds kort in de winkel: de zogenaamde Genesis-jeans zou de meest duurzame spijkerbroek zijn die tot nog toe geproduceerd werd. In de jeans – die ontwikkeld werd binnen het Jeans Redesign-programma van de Ellen MacArthur Foundation – werden niet enkel Resortecs-naaigaren verwerkt, de broeken worden ook volledig op maat gemaakt dankzij ultramoderne scantechnologie. Bovendien bestaat er ook volledige transparantie over alle gebruikte grondstoffen in zo’n jeans, en zijn die grondstoffen dus ook perfect traceerbaar en recycleerbaar.
Vanhoeck zelf ziet vandaag ook al het bredere plaatje: “Onze naaigarens kunnen ook perfect gebruikt worden in werkkledij, maar net zo goed in zetels, matrassen, noem maar op. De potentiële markt is gigantisch groot! We leggen momenteel ook de laatste hand aan een demontage-oven – die eind dit jaar klaar zal zijn - waarin we 1.400 kledingstukken per uur zullen kunnen verwerken. Die zal goed zijn voor zowat zeven ton textiel per dag, waarna het gedemonteerde textiel op een recyclagelijn belandt en mechanisch verwerkt kan worden tot nieuwe garens en finaal ook tot nieuwe stukken stof.”
Interesse van grote kledingketens
Anno 2021 werkt Resortecs al met een zestal medewerkers, haast allemaal behoorlijk technische profielen. Hun naaigarens worden getest door zowat alle grote merken, gaande van de H&M’s en Zara’s van deze wereld tot zeer exclusieve luxelabels.
“Heel wat van die merken verliezen veel geld doordat ze met grote voorraden onverkochte kledingstukken blijven zitten”, legt Vanhoeck uit. “De ecologische impact daarvan is gigantisch: wereldwijd wordt er elke seconde één vrachtwagen met textielafval gevuld, goed voor 34 miljoen ton per jaar. Die voorraden belanden dan op een vuilnisbelt en worden verbrand, of ze worden verwerkt tot laagwaardig isolatiemateriaal.”
“Grote kledingketens kunnen dankzij onze slimme garens dus twee vliegen in één klap slaan: ze kunnen stevig knippen in de verwerkingskost van hun onverkochte kledingstukken én ze geven mee de aanzet tot de hoognodige circulaire transitie.”
Financiële kopzorgen
Resortecs bestond amper een goed jaar toen de start-up in 2018 al bekroond werd met de H&M Global Change Award. “Dat was voor ons ook meteen de eerste echte bevestiging vanuit de industrie dat we effectief op een technologie zaten die de sector voorgoed zou kunnen veranderen”, aldus de trotse founder. “Tegelijk was die prijs ook een stevige financiële opsteker: we ontvingen hierdoor 150.000 euro, en voor een startend technologiebedrijfje maakt dit echt een wereld van verschil.”
“De eerste jaren hebben we kunnen overbruggen dankzij eigen spaargeld, VLAIO-subsidies en enkele win-winleningen. De voorbije jaren zijn daar onder meer ook ook nog subsidies van Vlaanderen Circulair bovenop gekomen.”
“In 2020 is alles echt in een stroomversnelling gekomen. Zo was de goedkeuring van de ambitieuze Europese green deal een echte gamechanger. Hierdoor zijn almaar meer grote bedrijven in hun lange termijndoelstellingen echt voluit gaan inzetten op meer circulaire productiemodellen.”
“Daarnaast wonnen we ook de European Social Innovation-prijs, wat ons opnieuw 40.000 euro en extra subsidies opleverde. En zie, nu net hebben we ruim 900.000 euro kunnen ophalen bij enkele business angels, en dat goede nieuws was meer dan welkom. Zonder al die financiële kopzorgen zouden onze producten al breed verspreid zijn geweest in de markt. Een buitenstaander kan zich amper voorstellen welke impact die voortdurende zoektocht naar extra geld heeft.”
Zo’n investeringsronde is bijzonder slopend, zeker als je een heel innovatief product op de markt wilt brengen waarbij je mensen continu moet uitleggen waarom dit nodig is en hoe de technologie precies werkt
“Ik heb de voorbije jaren heel veel geleerd, maar de wat clichématige euforie nadat we nog maar eens wat vers geld hebben opgehaald, is intussen al lang niet meer aan mij besteed. Zo’n investeringsronde is vooral heel slopend, niet in het minst als je een echt heel innovatief product op de markt wilt brengen waarbij je mensen continu moet uitleggen waarom dit nu nodig is en hoe de technologie precies werkt.”
“En ja, we hebben natuurlijk ook de pech dat we actief zijn in de textielindustrie, die traditioneel heel risico-avers is. Impact-investeerders lijken nu pas te beseffen hoe groot die industrie wel is, en welke impact ze kan hebben op ecologisch vlak. Om dit even te duiden: één enkele grote fast fashion-speler produceert enkel al voor de Europese markt zowat 20 miljoen uiterst vervuilende jeansbroeken per jaar.”
Het bredere plaatje
Het was dus een bijzonder lastig parcours, en hij zegt het dan ook ook met enige trots: bijna alle grote Europese fast fashion-spelers zitten vandaag al in hun klanten pipeline. Komt daarbij dat die grote jongens het kleine Resortecs. contacteerden, en dus niet omgekeerd.
Naast de slimme naaigarens zet het Brusselse bedrijf intussen ook volop in op de ontwikkeling van slimme knopen, die zo ontworpen zijn dat ze op hoge temperaturen loskomen van pakweg een broek of hemd, waardoor de recyclage daarvan uiteraard ook een stuk vlotter loopt. “Natuurlijk kosten die slimme naaigarens of slimme knopen voorlopig ook nog een stuk meer dan de doorsnee naaigarens of knopen, maar het aandeel daarvan in het totale prijskaartje van een kledingstuk is zo klein dat de impact op het totale prijskaartje minimaal blijft”, zegt Vanhoeck.
“Bovendien moet je ook het bredere plaatje bekijken: bedrijven die onze producten gebruiken, zullen in een later stadium ook flink wat geld kunnen besparen als ze met onverkochte kledij blijven zitten. En dan zwijgen we nog van de CO2-kost die ze uitsparen. Op het einde van de rit winnen dus zowel de bedrijven als het milieu bij onze innovatieve technologie.”