Filip Van Langenhove & Tina Daem (© Marieke Penne)
Een kledingzaak die er al tien jaar lang in slaagt te groeien vanop een B-locatie: faut le faire. Anna Pops doet het door slim gebruik te maken van de kracht van data en artificiële intelligentie. Daarnaast voeren zaakvoerders Tina Daem en Filip Van Langenhove een vurig pleidooi voor wat ze de vertraging van de mode noemen. “De consument moet niet met de vinger worden gewezen, de verantwoordelijkheid rond duurzaamheid ligt bij de retailers en merken.”
Tien jaar geleden vestigde Anna Pops zich in een woonwijk in Aalst. Niét in een winkelstraat of -centrum, maar toch weet de winkel met modevondsten voor kinderen en hun moeders al een decennium lang te groeien. Niet door meerdere vestigingen te openen, maar door een goede strategie en de nodige aandacht voor digitalisering. En dat zonder achtergrond in fashion.
“Ik heb bouwkunde gestudeerd”, lacht medezaakvoerster Tina Daem, “en vervolgens verschillende jobs in die sfeer gedaan: interieurvormgeving, vastgoed, keukenverkoop. Maar in werken en ondernemen moet het vooruitgaan voor mij: ik leer iets, ik ken het en dan is het tijd voor iets nieuws. Toen diende zich een optelsom met een mooie uitkomst aan: mijn man is architect, we hadden een leegstaande benedenverdieping én een dochter die kinderschoenen nodig had. Dus waarom geen modezaak beginnen?”
Geen harde marketing
Het koppel investeerde 20.000 euro in de zaak, kocht zijn eerste collecties en begon met Anna Pops zonder te veel verwachtingen. Maar tien jaar later bloeit de zaak als nooit tevoren. Wat ons terugbrengt bij de bewering van Tina Daem dat het voor haar vooruit moet gaan en dat ze snel klaar is voor een nieuwe uitdaging. Geldt dat dan niet voor Anna Pops, dat ze nu toch al tien jaar runt? “Eigenlijk niet, vooral omdat ik in een volledig nieuwe wereld terechtkwam en er – zeker de eerste vier à vijf jaar – elke dag nieuwe uitdagingen waren: collecties en de mode opvolgen, stock aanvullen, marketing voeren,... Dat zijn allemaal zaken waar ik niet voor opgeleid ben.”
Digitalisering hielp ons om op een heel organische manier te groeien, door creatief te werk te gaan in plaats van te focussen op harde marketing
“Bovendien kan ik me heel sterk toeleggen op digitalisering. Een beetje uit noodzaak, aangezien ons pand op een B-locatie zit aan de rand van Aalst – dus niet in het winkelkerngebied. Digitalisering hielp ons om op een heel organische manier te groeien, door creatief te werk te gaan in plaats van te focussen op harde marketing: we wilden dat klanten een soort gunfactor naar ons toe ontwikkelden. We waren daar ook een soort pionier in: 2013 was voor een winkel nog redelijk vroeg om online te gaan. Dat heeft ons een enorme voorsprong gegeven.”
Artificiële intelligentie
“Dat gezegd zijnde, is het wel zo ik de operationele kant van de modezaak onderhand wel gezien heb”, vervolgt Tina Daem. “Mijn grootste uitdaging vandaag bestaat er daarom in de duurzaamheidsproblemen in de sector te benoemen en aan te pakken. Er worden namelijk heel veel kleine zaken weggespeeld omdat we in een soort ratrace zitten van nieuwe collecties om de zes maanden, wat veel te kort is. Maar iedereen gaat erin mee, omdat het een taboe is om tegen die trend in te gaan.”
“Ik pleit daarentegen voor vertraging en wil daarin ook een boegbeeld zijn, en Anna Pops als een soort future store presenteren voor retailers met een gelijkaardige grootte. Zo voeren wij uiteraard ook solden, maar we zetten daar data en artificiële intelligentie voor in: we kijken op die manier wie onze klanten zijn, welke trends we voor zijn, of waar we net te laat kwamen, en gaan vervolgens gericht bepaalde stukken afprijzen.”
Wij hebben het voordeel dat we door onze bescheiden omvang de klant beter leren kennen en creatiever uit de hoek kunnen komen
“Wij hebben niet de schaalgrootte van een JBC of Torfs, die uiteraard veel meer middelen hebben om met artificiële intelligentie en digitalisering te experimenteren, maar ik wil aantonen dat wij dat met onze kleine zaak ook kunnen. Heel veel kleine zaken steken zich weg achter dat excuus, maar wij hebben net het voordeel dat we door onze bescheiden omvang de klant beter kunnen leren kennen en creatiever uit de hoek kunnen komen. Ik ben daar ook graag mee bezig: ik wil ondernemen in iets dat mij prikkelt en uitdaagt, anders interesseert het me niet.”
Een kast vol kleren en schoenen
Verder gaand op die duurzaamheid, startte Anna Pops in 2019 met het concept Re-Pops, waarbij trouwe klanten hun - niet-versleten - kleding kunnen binnenbrengen, die vervolgens tweedehands wordt aangeboden. “Ik vind duurzaamheid een vieze term omdat iedereen die tegenwoordig gebruikt en vaak niet om de juiste reden. Voor mij is het een strijdbegrip, zeker in een sector waarin de mode om de zes maanden verandert.”
“Ik begrijp dat mensen regelmatig iets nieuws voor zichzelf of hun kinderen willen, zelfs als ze thuis een kast vol kleren of schoenen hebben: dat zit gewoon in onze natuur. Met ons tweedehandsconcept willen we daaraan tegemoetkomen. Het is onze taak als retailer om klanten te ontzorgen op dat gebied, want zij willen heus ook wel hun steentje bijdragen, al weten ze vaak gewoon niet hoe.”
Waar wij als retailers moeten voor zorgen, is dat we in de juiste hoeveelheden aankopen
“Maar nog meer dan onze taak is het die van de merken zelf: wij moeten niet op zoek gaan naar organisch katoen. Waar wij als retailers moeten voor zorgen, is dat we in de juiste hoeveelheden aankopen. Als een kledingwinkel goeie solden heeft gehad, komt dat neer op een verkoop van 60 procent. Maar dan heeft die nog 40 procent over. En die komt op de vuilnisbelt terecht, want de retailer wil daar gewoon van af. Het moet zijn winkel uit. Het is dus niét de consument die met de vinger moet worden gewezen, want de verantwoordelijkheid inzake duurzaamheid ligt bij de retailer en de merken”, stelt Tina Daem onomwonden.
Verhaal van nadenken en zoeken
Anna Pops vertelt niet alleen een tweedehandsverhaal als het over duurzaamheid gaat, benadrukt de zaakvoerster. “Zo hadden we een samenwerking met Sil, een jong Belgisch label, naar aanleiding van het feit dat we van een nieuw Italiaans merk van kinderkleding een partij broeken in de winkel hadden met een verkeerde pasvorm, waardoor we die niet kwijtraakten. In plaats van naar dat label te stappen met de eis om de broeken terug te nemen, hebben we samen met Sil van die broeken shorts gemaakt, en een fashion shoot georganiseerd met hun label daarin verwerkt.”
De meeste spelers weten dat ze te veel stock hebben, maar tussen dat weten en ernaar handelen gaapt vaak nog een diepe kloof. Net omdat het dus veel te snel gaat in de retail
“Verder gaven we ook al een workshop rond kinderknuffels maken op basis van reststoffen uit onze stock. Uiteraard hebben we ook al een paar keer met onze neus tegen de muur gelopen – we probeerden stukken samen te stellen met stoffen die op een andere manier gewassen moesten worden – maar we willen het wel geprobeerd hebben. Circulariteit blijft boven alles een verhaal van nadenken en zoeken: hoe kunnen we de overbodige stock bij de merken, de retailer en de consument wegwerken? De meeste spelers weten dat ze te veel stock hebben, maar tussen dat weten en ernaar handelen gaapt vaak nog een diepe kloof. Net omdat het dus veel te snel gaat in de retail.”
Tot slot: Anna Pops was tien jaar geleden een pionier wat betreft digitalisering van de retail. Kijkt Tina Daem dan ook met argusogen naar de metaverse, en wat vindt ze ervan dat JBC er onlangs een vestiging opende? “Ik volg dat wel, maar het is nog ver van mijn bed, eerlijk gezegd. Artificiële intelligentie is voor mij gewoon een term die inhoudt dat ik mijn klanten en hun koopgedrag wil leren kennen op basis van data. Maar een winkel in de metaverse: dat vind ik écht artificieel”, besluit ze met een kwinkslag.